Woord vandaag

5 oktober 2019

‘Abraham had geen vrije wil.’

Dat geldt voor al de aartsvaders, Jakob
moest later afdalen naar Egypte. Jozef
was daar, dus ook al had Jakob bij wij-
ze van spreken tegen zijn vrouwen en 
zonen gezegd dat hij nooit naar Egypte 
zou gaan; honger en Jozef brachten Is-
raël naar Egypte. En toen de hele misj-
poge (familie) daar was, zei Jozef over
zijn broers en hemzelf:

jullie, jullie hebben kwaad tegen mij 
bedacht, God heeft dat ten goede ge-
dacht om te doen als op deze dag: 
een groot volk in leven te houden
    
                                  Genesis 50:20

‘De broers deden wat moest.’

God wist niet alleen tevoren van wat 
ze zouden doen. Hij werkt in het hart. 
Dat van Ruben om Jozef niet te doden, 
én de harten van de broers. Zij gingen
met een ander voorstel akkoord. Ook 
bij Izaäk verliep het zoals God tevoren 
wist. Hij bewerkte Abrahams hart om
nadrukkelijk die opdracht aan Eliëzer 
te geven: een vrouw voor Izaäk bij de
familie ver weg zoeken. En geen doch-
ter van de Kanaänieten
. Dat bepaalde 
het leven Izaäk, en dat was uit God.

‘En Eliëzer kwam Rebekka tegen.’

Op weg met tien kamelen komt hij bij
een waterbron (belofte) in de avond-
schemering. God geeft hem het gebed
van Genesis 24:12-14. En zo ziet hij Re-
bekka, van de familie van Abraham, en 
zij geeft de kamelen water – teken van
vervulling van de belofte van God. Zo 
getuigt de Schrift (Genesis 21:12), wat 
in Romeinen 9:7 geciteerd is:

in Izaäk wordt jouw zaad geroepen

Dát had God gezegd en dát zou ook ze-
ker gebeuren. God heeft Zelf daarin de
volledige regie. 

Woord vandaag

4 oktober 2019

‘Alles is uit God?’

Romeinen 11:36 zegt dat, ja. Of wij al-
le gevolgen ervan overzien is de vraag.
Goed én kwaad worden naar de Schrift 
bij gelegenheid door God beschikt. Ge-
looft de Schriften. Als ons dat niet lukt,
missen wij inzicht, dat dit eerder regel 
dan uitzondering is
. Met het inzicht dat 
God alles beschikt en bepaalt, geniet je 
naar Romeinen 15:4 van de volharding 
en vertroosting van de Schriften.

‘Dat is belangrijk.’

Wat gebeurde, is zo gebeurd. Het is al-
lereerst waar wat gebeurde en daarna
zien we in, dat de gebeurtenissen zoals
vermeld in de Schrift, representatief zijn. 
In de loop van de Schrift blijkt dat. Kij-
ken we in Genesis, dan lezen we van Ab-
raham. God belooft hem in Genesis 12,
dat Hij hem veel nageslacht zal geven.
Een groot volk zou uit hem voortkomen
en God zal specifiek een land aan hen
schenken. In Genesis 15 belooft de God
verder dat hij de erfgenaam zal krijgen.

‘Dat maakt Hij ook waar.’

Ja, en in Genesis 17:1 lees je óók dat 
God de Algenoegzame is. God heeft al 
het vermogen Zijn plan en wil door te
zetten. Hij zal doen wat Hem behaagt.
God geeft aan de oude Sarah toch een
kind. God beweegt Abram om naar
Kanaän te trekken. God bewerkt dat
Jakob naar Egypte afdaalt.
Maar moet een mens eerst willen om
zo’n voorzegging te vervullen? En het
antwoord is: een mens heeft geen vrije
wil. De belofte aan Abram garandeert
dat hij niet sterft voordat het beloofde
nageslacht geboren is.

Woord vandaag

3 oktober 2019

‘Opmerkelijk, dat Deuteronomium.’

Gisteren lazen wij, dat het motief telt 
in het gericht van God. Dat lees je ook
bij Paulus:

..in de dag wanneer God het verborge-
ne van de mens zal richten overeenkom-
stig mijn evangelie, door Jezus Christus
                                         Romeinen 2:16

Zo was nog iets opmerkelijks, dat ge-
zegd werd in Exodus 21:13:

..en die Ene, Elohim, hem in zijn hand
beschikte..

Het voorbeeld van de ijzeren bijl die 
van de steel raakt en de naaste doodt, 
was dat toevallig? Volgens Exodus 21 
niet. Nadrukkelijk staat daar, dat God 
hem in zijn hand beschikte
 – de hand
van degene die zonder opzet doodde.

‘Dat was door God beschikt?’

Kennelijk wel ja, dat is de conclusie als
je de tekst leest. En dat geldt voor alle
tragedies. Vanuit menselijk oogpunt is
dat per ongeluk zo gebeurd, of toeval-
lig. Maar in werkelijkheid en naar waar-
heid was dat door God zo opgenomen
in Zijn plan. Dit gaat wat dieper dan zo-
maar aan een gebeurtenis voorbijgaan.
We zouden hieruit leren, dat wanneer
iemand gedood wordt, toevallig of zon-
der opzet, het gebeurt omdat God in 
Zijn wijsheid bepaalde dat het plaats 
zou vinden.

‘Het gebeurt onder Zijn toelating.’

Een mens kan hier allerlei vragen bij 
stellen, maar God heeft alle touwtjes
in handen. Bovenaan staat, dat God 
liefde is
 en dat Hij in Zijn wijsheid het
veel beter weet dan wij. En het punt
waaruit je kijkt, bepaalt of je als gelo-
vige dit kunt accepteren. Veel gelovi-
gen lopen hierop stuk, helaas. En den-
ken/zeggen dat iets zomaar gebeurde,
zonder het aan God te koppelen of te
relateren. 

Woord vandaag

2 oktober 2019

‘Opmerkelijk, dat van koning Sihon.’

In wezen hetzelfde als bij de Farao. Zo-
als God het hart van Farao verhardde, 
zo ook bij koning Sihon. Het hart van 
de koning is in de hand van Jahweh als 
verdelingen van water (Spreuken 21:1). 
Ze (die koningen, regeerders) hebben 
niets te vertellen. Hun beslissingen en
dergelijke worden door God bepaald.
Koning Abimelech kon niet met Sarah
zondigen omdat God hem weerhield.

 ‘Ja, fijn om dit te lezen.’

Het is de kracht van God die zich aan 
de waarneming onttrekt, maar onder 
meer op die manier werkt. Het woord
maakt duidelijk, dat alles uit God is. In 
de Torah staat:

iemand die onwetend zijn naaste dood
sloeg, zonder hem tevoren te haten, of
iemand die met zijn naaste het bos in
gaat om bomen om te hakken, en hij 
maakt met zijn hand een zwaai met de
bijl om een boom om te hakken, en het
ijzer schiet van de steel en treft de naas-
te zodat die sterft; die man zal naar een
van de vrijsteden vluchten
                    Deuteronomium 19:4b,5

‘Hij gaat vrijuit.’

Het punt is, dat al eerder gezegd was:

wie iemand zó slaat dat hij sterft, moet 
zeker gedood worden; en als hij geen 
boze bedoeling had, en die Ene, Elohim 
(God), hem in zijn hand beschikte, zal Ik 

een plaats geven waar hij naartoe kan
vluchten                       Exodus 21:12,13

Dit voorschrift ziet dus op de bedoeling
of intentie die bij een doodslag aanwe-
zig was. Was er geen kwade opzet? Dan
kon de dader naar een vrijstad vluchten.
Hieruit leren wij, dat Gods gericht (ook 
bij de grote witte troon) draait om het 
motief of de intentie van een daad.