‘Wat een evangelie hebben wij toch he.’
Dat wat Paulus onder meer bracht, was dat hij de onnaspeurlijke rijkdom
van Christus als evangelie verkondigde. Dat is de grote, onmetelijke rijk-
dom zoals die in zijn laatste brieven naar voren komt. Dat was niet na te
speuren in Tenach, hoe machtig die ook is. Daar wordt iets verteld van het
aardse aspect van het geheimenis van Christus, namelijk dat al de vijan-
den onder de voeten van Hem gebracht worden, zoals David profeteerde
in Psalm 110.
‘Geweldig, dat Hij de Messias van Israël is en Koning van de koningen en
Heer van de heren.’
Jawel, maar dat wordt onder andere van Ieue gezegd in Jesaja. Dat is de
grote God van Israël, de enig ware. Hij is de Eerste en de Laatste. Hij zal
blijken te zijn: Koning van de koningen en Heer van de heren. Dat wordt
in de Onthulling van Jezus Christus (bijbelboek Openbaring) zo gezegd,
dat het toegepast wordt op Christus. Dus: Christus Jezus is in feite Ieue
zichtbaar! Hij is het beeld van de onzichtbare God. Jezus Christus blijkt
straks voor Israël en de volkeren de Hoogste te zijn!
‘Dat is allemaal over en op de aarde toch?’
De heerlijkheid van hemelse Heer, de mens Christus Jezus, wordt pas
in Paulus’ brieven uiteengezet. Dat zijn heerlijkheden die niet in Tenach
na te speuren zijn. Het was verborgen in God zelf. Paulus onthult – door-
dat hij dat op te schrijven kreeg- de hemelse heerlijkheid van Christus.
Hij had inzicht in het hemelse aspect van het geheimenis van Christus,
dat Hij óók de hoogste van alle hemelse machten en krachten is! En met
Hem verbonden de ekklesia die Zijn lichaam is. Ongelooflijk.
Zullen we in stille verwondering deze dingen vandaag overwegen in ons
hart? Dan kan het niet anders, dan dat dankbaarheid je van binnen vult!