‘Boodschappers werd gezegd dat de Zoon de hoogste is?’

Dat hebben we gisteren gelezen. Die boodschappers zijn dus
hemelse geweest, want het gaat om de eerste eon. De tekst
Hebreeën 1 geeft dat aan. We mogen daaraan misschien de
conclusie verbinden, dat dit aan al de geestelijke machten be-
kend gemaakt is. In elk geval stelt de Schrift vast, dat de Zoon
het eerst voortgebracht werd, en in Hem het al geschapen.

‘De tegenwerker werd geschapen na de aarde en hemelen?’

Ja, dat hebben we gezien. We lezen Job 38:4-7 :

waar was je toen Ik de aarde grondvestte?
vertel, als je inzicht hebt!
wie bepaalde haar afmetingen? Jij weet het?
of wie heeft over haar het meetsnoer gespannen?
waarop zijn haar pijlers neergelaten?
of wie heeft haar hoeksteen gelegd?
terwijl de morgensterren samen jubelden
en al de zonen van Alueim juichten?

Dit zei IEUE tegen Job, zo blijkt uit 38:1.

‘Geen mens was daarbij, wel de zonen van Alueim.’

Ja. In de gelijklopende zin worden zij met morgensterren aan-
geduid. En ook hier is Alueim een titel van IEUE, in dit tekst-
verband kan dat niet anders. Alueim, dat je nooit in vertaling-
en tegenkomt, is meervoud in het Hebreeuws.
Het gaat dan om het feit, dat de geest van God werkt in Zijn
Zoon en in anderen. Deze zonen in Job 38:7 zijn de hemelse
machten die Hem dienden, die onder God (Alueim) stonden.

‘Zij waren er al en zagen dit wonderlijke gebeuren.’

Dat zegt IEUE tegen Job, ja. En het gebeurde in de eerste eon.
Dit woord uit Job spreekt van harmonie en eenheid. Er was
geen verstoring. Die kwam later, dus nadat de aarde gegrond-
vest, gefundeerd was. De tegenwerker, hij zondigt vanaf het
begin. Hij staat niet in de waarheid en heeft er ook nooit in
gestaan. Het gevolg was ook duisternis, zoals we al gezien heb-
ben, tevens was vijandschap in de schepping gekomen.