Woord vandaag

3 oktober 2019

‘Opmerkelijk, dat Deuteronomium.’

Gisteren lazen wij, dat het motief telt 
in het gericht van God. Dat lees je ook
bij Paulus:

..in de dag wanneer God het verborge-
ne van de mens zal richten overeenkom-
stig mijn evangelie, door Jezus Christus
                                         Romeinen 2:16

Zo was nog iets opmerkelijks, dat ge-
zegd werd in Exodus 21:13:

..en die Ene, Elohim, hem in zijn hand
beschikte..

Het voorbeeld van de ijzeren bijl die 
van de steel raakt en de naaste doodt, 
was dat toevallig? Volgens Exodus 21 
niet. Nadrukkelijk staat daar, dat God 
hem in zijn hand beschikte
 – de hand
van degene die zonder opzet doodde.

‘Dat was door God beschikt?’

Kennelijk wel ja, dat is de conclusie als
je de tekst leest. En dat geldt voor alle
tragedies. Vanuit menselijk oogpunt is
dat per ongeluk zo gebeurd, of toeval-
lig. Maar in werkelijkheid en naar waar-
heid was dat door God zo opgenomen
in Zijn plan. Dit gaat wat dieper dan zo-
maar aan een gebeurtenis voorbijgaan.
We zouden hieruit leren, dat wanneer
iemand gedood wordt, toevallig of zon-
der opzet, het gebeurt omdat God in 
Zijn wijsheid bepaalde dat het plaats 
zou vinden.

‘Het gebeurt onder Zijn toelating.’

Een mens kan hier allerlei vragen bij 
stellen, maar God heeft alle touwtjes
in handen. Bovenaan staat, dat God 
liefde is
 en dat Hij in Zijn wijsheid het
veel beter weet dan wij. En het punt
waaruit je kijkt, bepaalt of je als gelo-
vige dit kunt accepteren. Veel gelovi-
gen lopen hierop stuk, helaas. En den-
ken/zeggen dat iets zomaar gebeurde,
zonder het aan God te koppelen of te
relateren. 

Woord vandaag

2 oktober 2019

‘Opmerkelijk, dat van koning Sihon.’

In wezen hetzelfde als bij de Farao. Zo-
als God het hart van Farao verhardde, 
zo ook bij koning Sihon. Het hart van 
de koning is in de hand van Jahweh als 
verdelingen van water (Spreuken 21:1). 
Ze (die koningen, regeerders) hebben 
niets te vertellen. Hun beslissingen en
dergelijke worden door God bepaald.
Koning Abimelech kon niet met Sarah
zondigen omdat God hem weerhield.

 ‘Ja, fijn om dit te lezen.’

Het is de kracht van God die zich aan 
de waarneming onttrekt, maar onder 
meer op die manier werkt. Het woord
maakt duidelijk, dat alles uit God is. In 
de Torah staat:

iemand die onwetend zijn naaste dood
sloeg, zonder hem tevoren te haten, of
iemand die met zijn naaste het bos in
gaat om bomen om te hakken, en hij 
maakt met zijn hand een zwaai met de
bijl om een boom om te hakken, en het
ijzer schiet van de steel en treft de naas-
te zodat die sterft; die man zal naar een
van de vrijsteden vluchten
                    Deuteronomium 19:4b,5

‘Hij gaat vrijuit.’

Het punt is, dat al eerder gezegd was:

wie iemand zó slaat dat hij sterft, moet 
zeker gedood worden; en als hij geen 
boze bedoeling had, en die Ene, Elohim 
(God), hem in zijn hand beschikte, zal Ik 

een plaats geven waar hij naartoe kan
vluchten                       Exodus 21:12,13

Dit voorschrift ziet dus op de bedoeling
of intentie die bij een doodslag aanwe-
zig was. Was er geen kwade opzet? Dan
kon de dader naar een vrijstad vluchten.
Hieruit leren wij, dat Gods gericht (ook 
bij de grote witte troon) draait om het 
motief of de intentie van een daad.  

Woord vandaag

1 oktober 2019

‘Heel anders, die toekomst.’

Voor ons als gelovigen ziet het er zó 
anders uit dan vaak verteld is. En de 
kinderen krijgen dat al mee. In theo-
logie kreeg Israël vaak geen plaats in
Gods plan want die was door de kerk
ingenomen als geestelijk Israël.
Natuurlijk, er waren goede uitzonde-
ringen, en zeker is ná 1940-1945 gro-
te verlegenheid ontstaan over hoe te-
gen Israël aan te kijken. Na ontstaan 
van de Joodse staat in 1948 moesten
velen hun denken heroverwegen.

‘We leven in een boeiende tijd.’

Veel onttrekt zich aan onze waarne-
ming. De beste info over de toekomst
vinden we nog altijd in Gods woord. 
Dat zegt ons wat Gods plan inhoudt,
hoe onvoorstelbaar dat voor mensen 
ook kan lijken. De dingen die gebeu-
ren, zijn geen toeval. Prediker zegt:
wat plaatsvindt, valt je toe. Later, in
de verdere onthullingen lees je, dat 
God het is, Die alles doet samenwer-
ken in Zijn plan. 

‘Ook al de onrust die is?’

We zien het als in Zijn hand. De Heer
sprak over volkeren die tegen elkaar 
opgezet worden. Wanneer we even in
de geschiedenis van Israël kijken, zien
we dat zij op weg naar het beloofde 
land Sihon ontmoetten, de koning van
Hesbon. Hij wilde Israël tegenhouden:

Sihon, de koning van Hesbon, wilde 
ons niet verder laten trekken, want 
Jahweh jullie Elohim maakte zijn geest

koppig en maakte zijn hart resoluut, 
opdat Hij hem in jullie hand zou geven.
                          Deuteronomium 2:30

Ook hier lezen we, net als bij Farao in
Egypte, dat God de geest en het hart
bewerkt, opdat Hij Zijn doel bereikt.     

Woord vandaag

30 september 2019

‘Efeziërs blijft uitzonderlijk.’

Binnen Paulus’ brieven is de Efeziërs 
een parel. Nieuwe vergezichten, ge-
bouwd op Romeinen, tref je aan. Bij 
velen is de verkondiging van Efeziërs
ontgaan. Dat is jammer maar logisch, 
want de tegenwerker is actief, en dat
nog steeds, want hij weet dat hij nog 
korte tijd heeft. Via tradities en men-
selijke uitleg is een laag stof over de 
Schrift gelegd. Wanneer dat eraf ge-
blazen wordt lees je hoe het zit.

‘De hemel, waar?’ 

Een goede vraag, christenen geloven
doorgaans dat ze direct na het overlij-
den daar zijn. Dat is niet zo, en als je
doorvraagt waar de hemel is en wat 
zij daar zullen doen, krijg je uiteenlo-
pende voorstellingen te horen. We 
zijn wat dat betreft veel kwijtgeraakt 
in de afgelopen 1800 jaar. De Schrift 
is blijven staan en weer volop in de
schijnwerpers.

‘Ook beloften voor Israël, toch?’

Die voorstellingen over het hierna-
maals in de hemel verschillen nogal. 
Soms denken mensen dat ze hetzelf-
de doen als op aarde. Anderen lezen 
wat Israël geniet in de 1000 jaar en 
op de nieuwe aarde. Ze denken, dat
dat de hemel is. Weer anderen zeg-
gen: een altijddurende dienst. Dat or-
gel- en praisemuziek oneindig het ge-
hoor zal strelen. Efeziërs zegt iets an-
ders over onze toekomst zoals 2:5-7
dat zegt.