‘Toch vind ik het opnieuw bijzonder, dat Hij in Kolossenzen 1 de Zoon van Zijn liefde
genoemd wordt.’
Dat is het zeker. Hoe langer je er over nadenkt en overweegt in je hart, hoe meer je je
verwondert over wat daar gezegd wordt. Het blijkt, dat het al in Hem en door Hem en
tot Hem geschapen is. Dat is, al wat je kunt bedenken, al wat geschapen is, is in feite
in Hem geschapen en zit dus met nauwe liefdebanden aan God vast! (Figuurlijk gespro-
ken). Van de oorsprong af aan kon het al dus nooit echt van God los raken!
‘Maar dat betekent dus, dat ook de hemelse machten en krachten in Hem geschapen
zijn.’
Exact. Paulus weidt er over uit, als hij aanvult, dat het de zichtbare en de onzichtbare
schepselen omvat. Zelfs noemt hij eerst: wat in de hemelen is. En pas daarna: wat op
de aarde is. Dat is niet alleen de scheppingsvolgorde in tijd. Het gaat ook om belang-
rijkheid. De hemelse ‘dingen’ zijn eerder geschapen, en daarom ook hoger als het gaat
om belangrijkheid. De hemelse machten en krachten zijn van een hogere orde dan de
aardse ‘dingen’.
‘Ja, ik besef nu wat meer waarom het er zo staat zoals het er staat.’
Paulus noemt daarna weliswaar eerst de zichtbare en pas daarna de onzichtbare, maar
dit is een typisch taalgegeven; het is een kruisstelling. In het tweede zinsdeel wordt
eerst genoemd wat hoort bij wat net als laatste vermeld werd. Dus: de zichtbare hoort
bij wat op de aarde is en het onzichtbare hoort bij wat in de hemelen is.
En in die hemelen bevinden zich de geestelijke machten, ook de tegenstander. Dat is
dus alles in de Zoon van Zijn liefde geschapen!