‘Het is wonderlijk hoe iets dat spreekt van ongerechtigheid en haat, juist het
tegenovergestelde bewerkt.’

Ja, het contrast kon niet groter zijn. Juist het meest donkere, meest duistere van
al het kwaad was het: de kruisiging van onze Heer Jezus Christus. De grootste
schande van de mens, de diepste haat van mensen tegen God werd daardoor
zichtbaar. Juist dit wordt de basis van vrede met God. Het blijkt het kanaal te zijn,
waardoor de wederzijdse verzoening van allen bewerkt wordt.

‘Wat een uitkomst van iets dat een einde leek te maken aan de redding die in
Hem was gekomen!’

Hij is de grote Jozua, de grote Mozes, de ware Jozef, de echte David. Hij, de Heer
Jezus Christus, is de Zoon van God. Wij zijn niet alleen gerechtvaardigd in het bloed
van Christus. Het is daarna een verdere en nog grotere zegen, dat de wereld verzoend
werd. En diegenen die zich nu al die verzoening bewust zijn geworden, genieten het
voorrecht van de wederzijdse verzoening in hun leven. De vijandschap is weg. Er is
sprake van een wederzijdse liefdesband met de Vader.

‘Dat leven is in Zijn Zoon en wij ontvingen Zijn leven door Zijn geest in ons.’

We kunnen altijd bij de Vader binnenlopen in de geest en ons hart bij Hem neerleggen.
Wat in en op ons hart is, dat kunnen we vol vertrouwen bij Hem bekendmaken. We heb-
ben geen tempelritueel nodig. Geen priester van Israel die ons zal vertegenwoordigen
bij God. Geen offer (korban, naderingsgeschenk) nodig, want Vader heeft zelf in de al-
lergrootste Korban voorzien: Zijn Zoon. Daardoor is het ook niet uit ons, niet uit werk
van onze kant. Alles is door de Vader zelf gegeven en wij hebben vrije toegang tot Hem!