21 november 2019
‘De rijke en Lazarus.’
Dit deel van de grote vijfvoudige gelij-
kenis van Lucas 15 en 16 is geen be-
wijs voor een bewust bestaan van do-
den. Of de onsterfelijkheid van de ziel.
Hij sprak profetisch over wat Zijn volk
zou meemaken in de twee dagen (dat
is: 2000 jaar) na Zijn hemelvaart. Ener-
zijds de vlam (vervolging en lijden) en
anderzijds de schoot van Abraham als
beeld van de rust die de gelovigen van
Israël zouden vinden bij Jezus Christus.
‘Zo valt het op zijn plaats.’
Anders heb je geen verklaring voor de
diverse aspecten van dit verhaal. Een
deel van een gelijkenis, bedoeld om de
waarheden te verbergen voor het volk.
De Joodse luisteraar wist direct dat de
Heer iets bedoelde met de hades (het on-
waarneembare) als Hij zegt dat zij daar
hun ogen opsloegen. In Tenach wordt
volstrekt helder, dat doden van niets we–
ten. Prediker 9 en andere Schriftplaat-
sen zijn duidelijk.
‘Geen bewustzijn tot de opstanding.’
Het enige logische, want zo komt ie-
dereen gelijktijdig voor de Heer. Bij
de bema heel het lichaam van Chris-
tus. Bij de grote witte troon alle on-
gelovigen. En bij de eerdere opstan-
ding in de 1000 jaren de rechtvaar-
digen. Van de tussentijd weten zij
niets. In hun beleving is een seconde
verstreken als zij de ogen openen.
Ook al waren zij veel jaren daarvoor
overleden. Ze staan dan voor Hem!