Woord vandaag

‘He wel heel erg fijn, dat Jahweh ons hart kent, en dat wij in
Zijn liefde leven.’

Bijzonder, dat wij begenadigd zijn in de Geliefde. En in Spreuken
15:12 lezen wij de volgende onderwijzing:

Een spotter houdt niet van wie hem terechtwijst,
naar wijzen gaat hij niet.

Hier lezen wij over de spotter. Dat is iemand die graag bespot
en anderen belachelijk maakt. Hij heeft de correctie niet lief.
Petrus spreekt ook over spotters, die in de laatste dagen komen
en de beloften van God over de terugkeer van Jezus Christus
niet alleen in twijfel trekken, maar er de spot mee drijven.

‘Zij beweren in hun eigen denken, dat alles zo blijft als alles sedert
de schepping geweest is, zij redeneren de grote watervloed van
Genesis 1:2 weg.’

En de watervloed bij Noach. Men beweert dat de geschiedenis van
Noach een volksverhaal was, een soort legende die je bij de andere
volkeren ook tegenkomt. En of er dan echt een grote watervloed is
geweest? Dat vindt men niet zo belangrijk. Maar dat is het wel.
Petrus zegt van Noach, dat 8 zielen door het water heen gered werden,
zij zaten in de ark. Dus Petrus gaat ook uit van een historisch feit.

‘Deze spotters houden ook niet van correctie?’

Zo is het. Ook veel gelovigen hebben moeite met Genesis, hoe alles
in de verre geschiedenis gegaan en gebeurd is. Het Bijbelse vizier is,
dat alles zo gegaan is zoals het staat opgetekend. Daar zitten geen
extra stoere en uitgebreide en aangedikte verhalen bij. Het is zo
gegaan.

Van de spotter staat ook, dat hij niet naar de wijze toegaat om juiste
en rechte kennis te leren om zelf wijs te worden. En dat kan alleen
in en door het woord van God! De wijze is dus een man van God, die
de wijsheid van Jahweh in eerbied door Zijn woord ontvangt!

Woord vandaag

‘Zo wordt het boek Spreuken wel duidelijker voor je, praktisch!’

Dat geldt ook voor Spreuken 15:11:

Graf en verderf liggen open voor Jahweh
hoeveel te meer de harten van de mensenkinderen.

Even scherpstellen: het woord ‘graf’ is in het Hebreeuws: ‘sheol’,
dat je ook met ‘onwaarneembaar’ kunt vertalen, het komt van het
werkwoord ‘sha’al’, dat ‘vragen’ betekent. Met andere woorden: de
overledene is er niet meer, is onwaarneembaar geworden, en als je
aan een Jood vraagt waar is de overledene nu, zie op zijn gezicht een
groot vraagteken.

‘Dat heb ik wel eerder gehoord ja, hetzelfde als het Griekse ‘hades’?

Precies. De doden weten niets, zij zijn er niet meer tot de dag van de
opstanding. De doden weten van niets en zijn zich niets bewust totdat zij
door de Heer gewekt worden.
Het woord ‘verderf’ is in het Hebreeuws ‘Abbadon’ dat ook in Openbaring
voorkomt. Wat dat betekent, gaan we nu niet op in. In elk geval kennen
deze dingen geen geheimen voor Jahweh, het ligt voor Hem allemaal open.

‘Heerlijke gedachte, dat die dingen in Zijn hand zijn.’

Hoeveel te meer de harten van de zonen van Adam! Die zijn voor Hem als
een open boek. Hij leest ze. Allemaal. De mens ziet aan wat voor ogen is, maar
Jahweh ziet het hart aan, zegt 1 Samuël 16:7. Dat bedenken wij steeds weer, als
het gaat om andere gemeenteleden, onze kinderen, onze ouders, kortom: wij
beoordelen vaak verkeerd. Wij kennen niet alle motieven, wij weten vaak niet
wat in een mensenhart omgaat. De Heer wel, die kijkt door de buitenkant naar
binnen, in ons innerlijk en onze diepste gedachten. En…Hij heeft ons lief!

Woord vandaag

‘Waar waren we ook alweer in Spreuken 15?’

Bij vers 10 vandaag:

Vermaning is onaangenaam voor wie het pad verlaat,
en wie bestraffing haat, zal sterven.

Het woord ‘vermaning’ heeft vanuit Hebreeuws te maken met: ‘aansporing’,
maar ook met: ’terugroepen’. Het zijn de woorden van een vader die zijn kind
dat scheef gaat op de juiste weg helpt. Maar algemener: iemand wijst een ander
op verkeerd gedrag en dat kan zelfs als kwaad door de aangespoorde  ervaren
worden. Want voor het woord ‘onaangenaam’ staat in feite: ro = kwaad.

‘Tegenwoordig mag je ook bijna niets meer zeggen, degenen die op welke
manier dan ook opvoeden, weten daar alles van.’

Het tweede deel van het vers is ook waar. Als je correctie haat, zul je sterven.
Je verlaat dan het pad van het leven. Het brengt je op de wegen van de dood,
als je de wijsheid van bijvoorbeeld je ouders, maar vooral van God, verlaat.
We zijn bevoorrecht als we als gelovigen de weg van het leven met God ken-
nen. Als we Zijn correctie haten, worden we van de levende relatie met Hem
afgesneden. Je leeft dan wel, maar je bent niet meer op die levende weg van
Hem, in de praktijk.

‘Wie is daar een voorbeeld van in de Bijbel?’

Opnieuw koning Saul. Hij week af van de woorden van God en dat leidde uit-
eindelijk via de waarzegster (andere geesten) tot de letterlijke dood op het
slagveld in de oorlog met de filistijnen. Zo tragisch kan het zijn.
Maar wij hebben leven, licht en liefde in het evangelie dat wij door Paulus
hebben ontvangen. Wij horen niet bij de nacht, wij zijn zonen van de dag!



Woord vandaag

‘God heeft wel erg veel gesproken he, als je dat nagaat.’

Ook vers 9 is weer een tegenstelling tussen de goddeloze en de tsaddiq, de
rechtvaardige:

De weg van een goddeloze is voor Jahweh een gruwel,
maar wie gerechtigheid najaagt, heeft Hij lief.


De weg van de slechte (goddeloze) is voor Jahweh niet anders dan het offer
dat hij brengt: een gruwel, Jahweh verafschuwt het. Je kunt denken aan
koning Saul, die afweek van het onderwijs van Jahweh, van het woord van
Jahweh. Samuël zegt tegen hem, dat hij daarom door Jahweh verworpen is
om nog langer koning over Israël te zijn.

‘David is dan later de tsaddiq, de reachtvaardige?’

De typologie ligt voor de hand: David is een type van Christus en Saul is een
type van de wetteloze van de eindtijd. Een boze geest van Jahweh verschrikte
hem. Hij was depressief en de muziek van David met zijn harp stemde hem
rustig (vrede). Prachtig beeld van het woord (de muziek) van God, die een
mens rustig van hart maakt en je doet zingen met genade in je hart.

‘Ja, heerlijk hoe je tot rust komt van binnen door het evangelie van de
genade van Christus.’

Wij zijn begenadigd in de Geliefde, de ware David (David betekent: geliefd),
Christus Jezus, onze Heer. De tsaddiqim (rechtvaardigen) wandelen in
gerechtigheid en Paulus zegt tegen Timoteüs: ‘jaag na….gerechtigheid.’..
Doen wat recht is, zodat niemand tekort komt. Zie om naar de gebrekkigen,
wat is tot opbouw…

Woord vandaag

‘Dat van gisteren was weer duidelijk, Paulus is helder over de wijsheid
van deze wereld en die van God.’

Vandaag lezen wij vers 8 van hoofdstuk 15, Spreuken:

‘Het offer van goddelozen is voor Jahweh een gruwel,
maar het gebed van oprechten is Hem welgevallig.’

Het woord ‘offer’ (zebach) komt vaak voor in de offerdienst voorschrif-
ten van Israël. Het zijn schaduwen (Hebreeën 10:1) van wat komen moest.
Toen Israël verviel in afgoderij en zonde werden er nog wel slachtoffers ge-
bracht, maar die waren voor Jahweh een gruwel (net als afgoden), omdat
men er geen gelovig en aanbiddend hart bij had. Het was een formele, lege
en religieuze zaak geworden.

‘Maar het tweede deel van de Spreuk is juist heel positief!’

Dat is zo, ja. Het woord ‘gebed’ heeft te maken met ‘bemiddelen’; je treedt als
het ware als een soort middelaar op in je gebed. Als dat uit oprechtheid ge-
beurt (het gaat hier om ‘oprechten’), is het voor Jahweh welgevallig. Het
woord ‘oprecht’ zit ook in het woord ‘Israël’. Als Jakobs leven een enorme
wending krijgt bij de Jabbok, gaat hij voortaan oprecht-met-God: Israël.
Vaak komen mensen tot werkelijk oprecht gebed in een crisis in hun leven.
Dan is er de roep vanuit een gebroken, een angstig, een verbijsterd hart.

Zulke bidders laat God niet staan! Hij hoort je en kent je door en door!

‘Vaak weet ik niet goed wat ik moet bidden.’

Paulus kende dat, en wij weten ook heel vaak niet wat wij moeten bidden
naar wat moet zijn, maar de geest komt ons te hulp en die bijstand zouden
wij toch niet willen missen? Uiteindelijk hebben wij die heerlijke zekerheid,
dat God alles doet samenwerken tot het goede!