‘Waar waren we ook alweer in Spreuken 15?’

Bij vers 10 vandaag:

Vermaning is onaangenaam voor wie het pad verlaat,
en wie bestraffing haat, zal sterven.

Het woord ‘vermaning’ heeft vanuit Hebreeuws te maken met: ‘aansporing’,
maar ook met: ’terugroepen’. Het zijn de woorden van een vader die zijn kind
dat scheef gaat op de juiste weg helpt. Maar algemener: iemand wijst een ander
op verkeerd gedrag en dat kan zelfs als kwaad door de aangespoorde  ervaren
worden. Want voor het woord ‘onaangenaam’ staat in feite: ro = kwaad.

‘Tegenwoordig mag je ook bijna niets meer zeggen, degenen die op welke
manier dan ook opvoeden, weten daar alles van.’

Het tweede deel van het vers is ook waar. Als je correctie haat, zul je sterven.
Je verlaat dan het pad van het leven. Het brengt je op de wegen van de dood,
als je de wijsheid van bijvoorbeeld je ouders, maar vooral van God, verlaat.
We zijn bevoorrecht als we als gelovigen de weg van het leven met God ken-
nen. Als we Zijn correctie haten, worden we van de levende relatie met Hem
afgesneden. Je leeft dan wel, maar je bent niet meer op die levende weg van
Hem, in de praktijk.

‘Wie is daar een voorbeeld van in de Bijbel?’

Opnieuw koning Saul. Hij week af van de woorden van God en dat leidde uit-
eindelijk via de waarzegster (andere geesten) tot de letterlijke dood op het
slagveld in de oorlog met de filistijnen. Zo tragisch kan het zijn.
Maar wij hebben leven, licht en liefde in het evangelie dat wij door Paulus
hebben ontvangen. Wij horen niet bij de nacht, wij zijn zonen van de dag!