‘Mooi, dat grote plan van God om allen met Zich te verzoenen.’
De alomvattende verzoening wordt door velen fel bestreden. In onze
dagen zou Paulus het etiket ‘alverzoener’ opgeplakt krijgen, omdat hij
dat uitdrukkelijk leert in Kolossenzen 1. Dat allen gerechtvaardigd zijn
in Christus blijkt al duidelijk uit Romeinen 5:12-21. In Romeinen 5:9-11
lezen we ook al over de verzoening door de dood van de Zoon. De
woorden die hij gebruikt, wijzen op verandering.
‘Een verandering voor het schepsel?’
Ja, God is onveranderlijk liefde en heeft zelf geen verzoening nodig.
Het is het schepsel dat verzoening nodig heeft. Zo schrijft Paulus er
diverse keren over. Verzoening is steeds door de Zoon, zowel in
Romeinen als in Kolossenzen, als het gaat om individuele schepselen.
Waar het gaat om twee groepen, is de verzoening in Christus Jezus.
Dat lees je in Efeziërs 2:16, waar het woord vrede sterk naar voren
komt.
‘Kun je zeggen, dat er opbouw in de brieven zit?’
Vrede en verzoening vormen een hoofdlijn in de brieven die Paulus
later schreef. In Romeinen lees je uitgebreid over de rechtvaardiging
door Zijn geloof en Zijn genade en in Zijn bloed. In Romeinen 5 lees je
ook over de verzoening, die wereldwijd blijkt in Romeinen 11:15. Een
thema dat in Efeziërs en Kolossenzen verder in de volle breedte en
diepte uitgewerkt wordt. Het heeft grote gevolgen, dat werk van de
Zoon van Zijn liefde door het kruis en opstanding heen.
‘Heel bijzonder, als je dit zo uitwerkt.’
De consequenties zijn immens: het omvat heel de schepping, al die
schepselen die op aarde en in de hemelen zijn. Paulus laat daar geen
misverstand over bestaan. Alles gaat mee in die verzoening door de
Zoon van Zijn liefde. En het kan niet anders, want als Paulus al in vers
15 en 16 van Kolossenzen 1 schrijft, dat het al in de hemelen en op de
aarde in Hem werd geschapen, dan moet dat alle schepselen betref-
fen; het gaat dan om de Eerstgeborene van heel de schepping!