‘We zijn dus de eersten die Hem als Hoofd erkennen.’

Aangezien Hij, Christus Jezus, het Hoofd is van iedere soevereiniteit en gevol-
machtigde, (Kolossenzen 2:10), zal Hij ook Hoofd van heel de nieuwe schepping
blijken te zijn. Efeziërs 1:10 zegt dan ook, dat al wat in de hemelen en de aarde
is onder Hem als Hoofd gebracht zal worden. Daar bestaat geen enkele twijfel
over. Omdat Hij het Hoofd is, is de definitieve redding van alle schepselen gega-
randeerd!

‘Fantastisch: geweldige toekomst voor iedereen!’

Hij is Hoofd van het lichaam, de uitgeroepen gemeente, Hij die in alles de eerste
is en wordt. Hij is vóór alles. In Efeziërs 1:22,23 staat, dat Hij boven alles gegeven
is als Hoofd aan de uitgeroepen gemeente, die Zijn lichaam is. Daarmee zijn alle
gemeenteleden van dat lichaam verbonden met Hem, die de hoogste plaats in-
neemt in het universum. Omdat Hij óók Redder is, zullen wij Hem ‘assisteren’
bij de uitvoering van dat machtige (reddings)plan van eonen.

‘Wij worden dus ingezet voor heel de schepping.’

Dat is wat de apostel in feite aangeeft. De spits is de bediening van het lichaam
voor de hemelingen, dat staat erg duidelijk in Efeziërs 2 en 3. Daaruit blijkt, dat
de gemeente een unieke roeping heeft – boven –  en Israël had al een unieke
roeping op aarde. Deze twee roepingen worden in de Schrift nauwkeurig uit el-
kaar gehouden. Wat wij zullen doen, is: de overstijgende rijkdom van Zijn gena-
de tentoonspreiden te midden van de hemelingen, boven.

‘Dat is de hemelse bediening van het lichaam van Christus.’

Ja, en zelfs aan de hoogsten van de hemelingen maakt God Zijn veevuldige wijs-
heid bekend, door de gemeente, het lichaam van Christus. Het verstaan en be-
grijpen van deze wijsheid, daar kwamen de Korintiërs nog niet aan toe. Wij zul-
len deze wijsheid van God alleen en ten diepste kunnen verstaan door de brie-
ven van Paulus. Petrus erkent de door God aan Paulus gegeven wijsheid in het
laatste stukje wat hij schrijft. Daarmee doet hij meer dan heel veel christenen
vandaag de dag doen, die zeggen dat zij Petrus volgen.

‘Daarom is het fijn dat wij nu met Efeziërs en Kolossenzen bezig zijn.’

Geweldige brieven. Alleen wat al in Kolossenzen 1 staat wordt door de meeste
gelovigen botweg niet geloofd. Of het nu om de schepping in de Zoon van Zijn
liefde gaat, of dat het gaat om de totale verzoening van die schepping: het wordt
niet aanvaard door de meesten, die zeggen dat zij gelovigen zijn en de Bijbel ge-
loven ‘van kaft tot kaft’. Tussen die kaften staat ook Kolossenzen 1. Als je dat al-
leen al écht zou gelóven, dán zou je er uit zijn wat heel Gods plan betreft!
Het al is niet alleen in de Zoon van Zijn liefde geschapen, hetzelfde al wordt ook
door Hem met God wérkelijk verzoend!