‘Toch wel geweldig, dat Kolossenzen.’
Het wordt duidelijk wie Christus Jezus is: het Hoofd van de uitgeroepen
gemeente, het lichaam van Christus. Maar er wordt veel meer gezegd
over deze Zoon van Zijn liefde. Hij is de Eerstgeborene van heel de schep-
ing. Dat maakt Hem vanzelf tot de hoogste van de schepping, want daar-
na wordt in Kolossenzen 1 gezegd, dat het al in Hem en door hem en tot
Hem in geschapen is. Het laat zien, dat God Hem als eerste geschapen
heeft. In Hem was alles besloten.
‘Indrukwekkend. Dus de Zoon van Zijn liefde is de hoogste onder God?’
Het wordt zwaar onderschat wat Paulus hier doorgeeft. En het is juist
deze hoge positie die door de tegenstander wordt aangevallen. Het ge-
weldige feit, dat Hij de Zoon van Zijn liefde is, dat Hij de Zoon van God
is, wordt door de tegenstander fel bestreden. Dat schrijft Paulus in 2
Corinthiërs 4; hij verblindt de gedachten van de ongelovigen, opdat hen
niet bestrale het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het Beeld
van de onzichtbare God is. De tegenstander wil namelijk de troon van
Christus zelf bestijgen. Daartoe zal hij binnenkort de wetteloze naar vo-
ren schuiven, die de plaats van messias in moet nemen.
‘Maar er wordt nog meer van Hem gezegd in Kolossenzen 1.’
Nou en of. Er wordt verder van Hem gezegd, dat Hij vóór alles is; zowel
in tijd als in rangorde. Dat wordt helaas door veel gelovigen niet gezien.
Men is veel vaker en liever bezig met Jezus, hoe Hij op aarde wandelde
en wat Hij toen zei, zoals de bergrede. Dat was nog vóór het kruis. Men
wil liever niet zo veel over het kruis en vooral de gevolgen van het kruis
horen. Paulus maakt dat bekend. We zijn in Christus een nieuwe schep-
ping, dat wil zeggen dat de oude schepping aan het kruis in feite opzij
werd gezet.
‘Men wil Hem liever zien als de aardse Jezus?’
De Zoon die nu aan Gods rechterhand verhoogd is, daar kan men weinig
mee. Is te weinig concreet waarschijnlijk. De verhoogde Christus Jezus is
het Hoofd van de uitgeroepen gemeente. Hij is verheerlijkt, en het Hoofd
en Begin en van de nieuwe schepping. De waarheden, beginselen en ze-
geningen van deze nieuwe schepping zijn zeer anders dan die van de oude.
het kost voor de gelovige tijd om dat te leren kennen, en tot erkenning van
de wil van God en van God zelf te komen. Daar bidt Paulus voor in 1:9-11.
Wij als leden van het lichaam zijn gericht op dat verheerlijkte Hoofd:
Christus Jezus, onze Heer!