‘Komt toch aardig uit, dat we nu nadenken over dat Hij een levend-
makende geest is. Morgen is het pinksteren.’
Ja, wordt ‘het feest van de geest’ genoemd door mensen die pinkster-
conferenties bezoeken. Zo staat deze week in Visie, het programma-
blad van de EO, een bekende dominee die stelt dat hij in Nederland
nog een opleving verwacht. Mooi om dat te zeggen zo rond pinkste-
ren, waarin men het liefst een nieuwe uitstorting van de heilige geest
wil zien (wat onbijbels is). Dat is de afgelopen tientallen jaren (mis-
schien wel 100 jaar) vaker gezegd. Die opleving gaat echter niet komen.
‘Nou, dat is nogal wat om dat te zeggen. Zegt de Schrift daar dan iets
over?’
Als je 1 Timotheüs 4:1-3 leest, dan zie dat de geest uitdrukkelijk zegt, dat
in latere tijden (era’s, Grieks: kairos) men afstand zal nemen van het ge-
loof. Men zal zich wenden tot misleidende geesten en leringen van demo-
nen. Wat je in de diverse ‘opwekkingen’ ziet, is dat met name dwaalgees-
ten vat krijgen op de gelovigen en men versplintert in allerlei groepjes, om-
dat men allerlei ervaringen had die men in eerste instantie toeschreef aan
de werking van de heilige geest. Later is men door schade en schande wijs
geworden en is men er achter gekomen dat hun ervaring het werk van mis-
leidende geesten was.
‘Ja, dat zie je eigenlijk altijd gebeuren in opwekkingen, waar men vooral ge-
richt was op ervaring en gevoel.’
Geloof baseert zich op wat er staat geschreven, op de feiten van het woord
van God. Dat later het gevoel er bij komt, is een natuurlijk gegeven. Maar
geloof dient voorop te gaan, en dat gaat hand in hand met gezond verstand.
Het hart van de mens heeft alles met het verstand te maken, het denken, de
geest en dus geloof. Geloof komt door horen naar het woord van God, en
uitdrukkelijk niet door ‘iets voelen’ of ‘iets ervaren’. Een ware opwekking
komt door het openen van het woord van God, dat horen en geloven en dan
gaat het leven veranderen. Men wordt meer op God gericht.
‘Ja, het gaat niet met spectaculaire manifestaties van ‘de geest’ gepaard.
God werkt in stilte, in het hart.’
Dat is wat heel wat gelovigen hebben ervaren. Hun leven voltrok zich stille-
tjes, en men getuigde door de rustige levenswandel in de genade van God.
God gebruikt zulke levens, waarin Zijn woord echt centraal staat en waarin
men de geestelijke principes van Christus Jezus volgt, zoals die te vinden
zijn in de brieven Romeinen tot en met Filemon.
In een leven dat op God gericht is, blijkt de kracht van de geest van God,
met voortdurende voeding uit het geschreven woord van God.