‘Wat een boodschap, dat God zelf de naderingsgave geeft!’
Het toont aan, dat het helemaal niets te maken heeft met
wat wij zouden doen, maar alles met Zijn werk aan, in en
door ons. Hij had ons in Christus uitgekozen vóór de ne-
derwerping van de wereld. Toen bestonden wij alleen in
Hem, in Gods gedachten.
‘Het staat dus ook los van onze zonde(n)!’
Ja, vanuit God gezien waren wij altijd smetteloos en heilig
voor Zijn aangezicht. Zo gezien konden wij niet anders
dan door Hem in de tijd geroepen worden en antwoord ge-
ven op de roepstem. Hij bewerkte dat in ons. Er is ook hier
niets uit onszelf bij. Daarom kunnen we ook zeggen, dat
God ons aanziet in Christus Jezus, alsof wij nooit gezondigd
hebben.
‘Nou, dit gaat wel ver en diep, machtige geestelijke waar-
heden!’
Het is de allesoverstromende rijkdom aan genade en liefde
van God in Hem voor ons in deze brief aan de Efeziërs. We
kunnen drinken van deze heerlijke nectar van Gods liefde
die ons omringt, te allen tijde. Geborgen in het hart van de
Vader. Ons leven samen met Christus verborgen in God.
Wat een machtige, heerlijke zekerheid en zorg en liefde!