Thans echter is, los van wet,
rechtvaardigheid van God
openbaar geworden
(waarvan getuigd wordt door
de wet en de profeten)
Romeinen 3:21
Dit is het keerpunt na een lange
lithanie, klaagzang (1:18-3:20),
over de Adam-mens onder zonde.
Gedrag dat tot oneer van God is
kan niet door de mens zelf anders
worden. Daartoe was meer nodig.
Paulus zegt juichend, dat tóch, in
de tijd, rechtvaardigheid van God
getoond werd. En daarvan werd
getuigd in wet en profeten van
de God van Israël. In deze Tenach
staat ook de hopeloze toestand
van de mens vermeld. Hebreeën
11 spreekt van rechtvaardigen.
Ze waren niet zo door hun eigen
prestaties. En toch waren dit geen
vlekkelozen. Volkomen liefdevol
en rechtvaardig was de Zoon van
God: Jezus Christus.