‘Het is opmerkelijk, hoe de Schriften steeds van de Heer
spreken!’
Hij onderwees mij en zei tegen mij:
laat je hart Mijn woorden vasthouden
neem mijn geboden in acht en leef
Het ‘onderwees’ is het Hebreeuwse woord ‘yarah’ waar
onder andere het woord ‘Jordaan’ van afgeleid is. Het
heeft met stromen (van woorden) te maken. Wordt in
verband met stromend water gebruikt. Water is een beeld
van het woord van God.
‘Het spreekt voor zich dat wij het woord van God kunnen
indrinken, dagelijks!’
Zo kunnen we ons steeds bewust zijn van Zijn genade en Zijn
heerlijkheid. Het hart, dat de woorden van Jahweh, van God,
vasthoudt, is een gezegend hart, want het wordt verlicht met
dat wat God zegt. Zoals van Maria een aantal keren staat: ‘en zij
bewaarde de woorden die de engel gesproken had, in haar hart.’
Dat is ook ons voorrecht: dat woord van God in ons hart hebben!
‘Maar die derde zin? Geboden doen en leven?
De gedachte hierbij is, dat het gaat om leven in de komende eon,
die van het aardse koninkrijk. Een uitlegger als dr. E.W. Bullinger
verwijst naar Leviticus 18:5. Daar wordt gewezen op het ‘doe en
leef’, en zou dan verwijzen naar het leven in de eon van het aardse
koninkrijk (en daarna). Het gaat niet om doen om dat leven te
verdienen. Het gaat om geloof! Oók onder de Thora. Strikt geno-
men was het een bediening van de dood, men kon alleen door
geloof leven, zoals de profeet Habakuk (2:4) al zei!