‘Gisteren eindigde het stukje mooi: we kunnen om ons heen kijken.’

Ja we hebben des te meer liefde en begrip voor anderen, omdat wij in
onszelf (in het licht van het kruis) niet beter zijn dan zij. En zo kan in de
vruchtbare bodem van ons hart Gods liefde wortelen en die vrucht gaan
groeien die te zien is in vreugde (genade!), vrede, geduld, goedgunstig-
heid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en onthouding.

‘Het doet er dus wel toe wat wij doen?’

Juist het diepe besef, dat wij niet kunnen toevoegen aan het werk van
Christus aan het kruis geeft ons nieuwe ruimte. Het maakt een einde
aan de oude mens en wij doen de nieuwe aan, die God schept in ons.
Zo hebben wij als nieuwe mensen de ruimte om dat te doen wat is tot
opbouw van het lichaam van Christus, dat is nuttig.

‘Het einde vormt dus ook een begin?’

Daar waar de oude mens eindigt (aan het kruis, het graf in), daar begint
de nieuwe, die met Christus opgewekt is uit de doden. De opstanding
van Christus veroorzaakt, dat ieder die geroepen wordt, een nieuw leven
heeft ontvangen in Hem. Dat uitleven en de vrucht van de geest wordt
zichtbaar. Waneer wij de ander liefhebben omdat het moet, omdat wij
gered willen worden, dan zal dat geen echte liefde zijn. Omdat de reden
ervoor op onszelf gericht is. Liefhebben vanuit Zijn volbrachte werk zal
echt Gods liefde zijn!