Woord vandaag

18 januari 2016
‘Het draait om de liefde van God.’

Die liefde in het hart van onze Heer deed Hem door pijn en lijden
heengaan. Dat verduurde Hij, zo zegt Hebreeën 12 dat. Hij heeft de
uiterst moeilijke weg van het kruis doorstaan. Voor wie? In de eer-
ste plaats voor Zijn God en Vader. Van Hem was dat plan afkomstig,
om door lijden en verdrukkingen heen te gaan.

‘Wanneer je liefhebt wil je dienen.’

Hij heeft Zichzelf gegeven en geeft Zichzelf. Het ‘niet Mijn wil’ klinkt
door tijd en ruimte heen als een lofprijzing aan de wijsheid van Zijn
God en Vader. Dat toonde Zijn ootmoedige gezindheid, die afzag van
de eigen wil en Vaders wil alleen wilde doen. Dat was de uiterst moei-
lijke weg van het kruis. In de verwachting, dat Vader Hem zou opwek-
ken uit de dood.

‘Indrukwekkend.’

Die verwachting werd niet beschaamd. Net zoals de Heer zelf had ge-
roepen: ‘Lazarus, kom uit’, zo riep Vader Hem bij de Naam eruit op de
derde dag. En zo zal Hij, Christus Jezus zelf, roepen op de dag van de
bazuin van God: ‘Lichaam van Christus, kom uit!’, en dan zullen alle
doden in Christus opstaan. En wanneer wij leven, zullen wij Zijn roep
en de bazuin horen. Dat is: Leven, voor alle leden!

Woord vandaag

17 januari 2016
‘Liefde was Gods antwoord op haat.’

De menselijke haat, aangedreven door de geest van de tegenwer-
ker, is vernietigend. Dat bleek toen Hij, de zondeloze Zoon, gedood
werd. Hij was overgeleverd door Zijn eigen broeders naar het vlees.
In de handen van zondaren, die Hem aan het kruis sloegen. Pilatus
stelde het vast: ‘ik vind geen schuld in deze Mens’.

‘Ja, ik vind dat indrukwekkend om te lezen.’

Wanneer je de verslagen van Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes
leest, kom je onder de indruk. Om wie Hij was, hoe Hij sprak en wat
Hij deed. De Zoon van Abraham, van David, van God. Hij was Mens
geworden en kwam te midden van degenen die Hij zo liefhad. Uit-
eindelijk werd Hij afgewezen en bespot en genageld aan t kruis.
Hij stelde Zich weerloos op, Hij sprak zoals nog nooit iemand sprak.

‘Wat is dat geweldig, zo’n Redder.’

Hij deed dat voor jou, mij en iedereen. Zijn liefde is zo diepgaand,
dat het alle kennis overstijgt. Paulus schrijft daarover in Efeziërs 3,
wanneer Hij het heeft over de dimensies van het grote Efeze-gehei-
menis. Het gaat dan om de kennis overstijgende liefde van de Chris-
tus. Dat we die mogen leren kennen, want die liefde van God door-
dringt het geheimenis. 

Woord vandaag

16 januari 2016
‘We zijn gezegend.’

Daarom hoeven we elkaar niet te zegenen. Wanneer een brief start,
opent het met: genade en vrede voor jullie. Dat is wens van de apostel,
uit het rijke goede nieuws. Genade, dat is de kern van het evangelie.
Een gelovige weet zich gered in, door en uit genade van God.
Daarna gaat het leven verder, en dat is niet onder de wet, maar onder
Gods genade. Dat is ons leefklimaat.

‘Daar wordt anders over gedacht door sommigen.’

Wanneer het leven van de gelovige alleen onder de wet geleefd zou
worden, dan had Paulus anders geschreven. Misschien zoiets als:
wet en vrede voor jullie. Of iets dergelijks. Maar de apostel zet boven
iedere brief: genade en vrede voor jullie. Dat heeft een verband met
de vrijkoping en rechtvaardiging om niet (genade) en de verzoening
doorheen de dood van de Zoon (vrede).

‘In Efeziërs worden toch ook zegeningen genoemd?’

Ja, ons leefklimaat is Gods genade, wanneer je onder of naar de wet
gaat leven, val je uit de genade. En de vrede heeft te maken met de
verzoening, vanuit de liefde van God. God verandert vijanden in vrien-
den. Hoe? Door liefde, verzoening. Hij gaf Zijn Zoon aan vijanden en
die doodden Hem. Het antwoord van Vader was erg liefdevol, want
Hij wekte Hem op uit de doden. Als Redder van allen! 

Woord vandaag

15 januari 2016
‘Veel gelovigen hebben een verwachting op aarde.’

En bouwen mee, of denken dat te doen, aan een aards, zicht-
baar koninkrijk. Nu kan dat rijk van de Messias Jezus pas komen
wanneer Hij zelf op aarde is gekomen. Dat is die steen uit Daniël
2:34,35,44, die zonder (mensen)handen los komt, het beeld ver-
brijzelde en heel de aarde vulde. De Heer zelf is die steen, en Hij
richt zelf dat koninkrijk op.

‘Dat blijkt dus, uit Daniël.’

Ja, en we lezen in de Schrift, dat velen misschien wel proberen
nu dat aardse rijk te stichten. Maar de wereld wordt er niet beter
op. Het gaat toch anders dan gedacht. We zijn op weg naar een
heel ander rijk, dat van het beest uit Openbaring 13. Daar werkt
men al enkele honderden jaren hard aan -achter de schermen.
Regeringsleiders zijn vaak marionetten in handen van.

‘Het hart van de koning is in IEUE’s hand.’

Heerlijk, om dat te weten. Hij leidt het zoals Hij wil (Spreuken 21:1).
We kunnen het werk van God niet keren. Hij roept uit. Hij is het,
die het lichaam roept, dat Hij al voor de neerwerping van de wereld
uitkoos in Christus. In Hem, die Gezalfd is tot profeet, hogepriester
en koning. Die Gezalfd is, Hij is het Hoofd van de ekklesia, en wij
zouden ons houden aan het Hoofd, in onderschikking.  

Woord vandaag

14 januari 2016
‘Het is goed, de Schrift te delen met elkaar.’

Die unieke roeping van de gemeente, de ekklesia, is wat een
van de grote waarheden bij Paulus is. Daarvoor werd hij geroe-
pen, het evangelie van de heerlijkheid van Christus te prediken.
Daarmee wordt bij hem duidelijk, dat de gemeente grote heer-
lijkheid, samen met Christus, wacht. Een hoge roeping, en dat
leidt tot een wandel die Hem waardig is.

‘Sinds ik ervan gehoord heb, ben ik er blij mee.’

Het is een onderdeel van het evangelie van de heerlijkheid van
de gelukkige God. (1 Timotheüs 1:11). Dat werd aan de apostel
toevertrouwd. Dat zegt hij daar. Dat mocht hij herauten, en uit-
dragen. Het is allereerst dat we als antwoord op het evangelie
ons lichaam stellen tot een levend, heilig, God welgevallig offer.

‘Ja en je denken wordt erdoor veranderd.’

Het stellen van heel je lichaam houdt ook je denkzin in. Je bent
ertoe geroepen. Bij dat lichaam van Christus. Dat maakt ieder lid
bijzonder, en er kan niet één gemist worden. Daarmee is ieder
kostbaar in Gods ogen. We zien elkaar aan in Christus. Dan be-
staat geen reden, elkaar te (ver)oordelen. Maar juist elkaar te
bemoedigen met de woorden van het geloof en het ideale onder-
wijs, dat we van de apostel horen!