Woord vandaag

‘Het gaat in deze brief dus echt om een aparte groep buiten het volk Israël?’

Dat kun je uit heel de brief opmaken, ja. De zegeningen zijn geestelijk,
en te midden van de hemelingen en de gelovige is in Christus Jezus. Dit in
grote tegenstelling tot de gelovigen van Israël in de gemeente die het
koninkrijk op aarde zou binnengaan: hun zegeningen dragen wel een
geestelijk karakter soms, maar het gaat óók om materiële zegen. En deze
worden op aarde – in het land genoten. Deze gelovigen zijn in Jezus Chris-
tus
. Allemaal kenmerkende verschillen!

‘Als ik terugdenk aan gisteren: de gelovigen van het aardse koninkrijk die
in Jezus Christus zijn, zijn niet verzegeld?’

De verzegeling geldt alleen voor het lichaam van Christus. Dit wordt tegen
gelovigen door Petrus of Johannes of Jakobus niet gezegd. Wel dat zij we-
dergeboren zijn door de heilige geest. Maar niet dat zij verzegeld zijn.
Je had dus in de Handelingentijd twee groepen gelovigen op een gegeven
moment: de gemeente van het aardse koninkrijk en de gemeente die het
lichaam van Christus is. Sommigen van eerstgenoemde gemeente kregen
oren naar wat Paulus te zeggen had en kwamen daardoor in de andere
gemeente terecht.

‘Op dat laatste punt bestaat veel verwarring en onenigheid.’

Dat is op zoveel punten het geval als het om Handelingen gaat. Je komt er
alleen uit als je volgt wat er echt gebeurd is zoals beschreven staat. Anders
blijf je in verwarring zitten. Maar als we even de twee groepen van dichter-
bij bekijken, dan zien we de verschillen met betrekking tot:

Christus:   *erkenning in de aardse groep als ‘Jezus Christus’, in Zijn aardse
                            vader-lijn wordt Hij gezien als de zoon van David.
                         *erkenning in de hemelse groep als ‘Christus Jezus’, in Zijn hemelse
                            vader-lijn wordt Hij gezien als de zoon van God.

Toegang tot God:  *aardse groep      –> door bekering en doop
                                           *hemelse groep –> door deur van geloof

Morgen meer!

Woord vandaag

‘We gaan het geheimenis van de Efezebrief ontdekken?’

Het is van belang, want het onthult waar het in deze om gaat bij het
lichaam van Christus, dat in Gods plan een uitermate belangrijk instru-
ment is. Dit lichaam wordt geroepen, en daar heeft het beheer van het
geheimenis
alles mee te maken.

Efeziërs is een algemene rondzendbrief, want in 1:1 staat eigenlijk in
de grondtekst niet ‘in Efeze’. Het is een brief, geadresseerd aan ‘heiligen,
die ook gelovigen zijn in Christus Jezus.’  En de apostel noemt zich in 1:1
‘apostel van Christus Jezus’. Dit gebruik van de titel en de naam in deze
volgorde (Christus Jezus) is niet toevallig een literaire variant. Het wijst
op de verhoogde positie van Hem aan Gods rechter(hand) ná Zijn ver-
werping op aarde.

‘Dit is dus anders dan de andere apostelen, die zeggen: Jezus Christus.’

Het is het verschil in werkgebied, zou je kunnen zeggen. Jezus Christus
wijst op Zijn wandel in vernedering op aarde, dus met Israël verbonden.
Christus Jezus wijst op Zijn verhoogde positie en werkgebied te midden
van de hemelingen, boven, los van de aarde. Daarmee was Paulus ver-
bonden. De naam Paulus ontving hij van God ná zijn afzondering in An-
tiochië in Syrië. Een Griekse naam, ook een teken dat het ging om een
unieke boodschap voor de natiën. Petrus en de twaalf op aarde vooral
voor Israël, Paulus, te midden van de hemelingen, voor de uitgeroepen
gemeente uit alle natiën.

‘Wie  zijn dan de heiligen in 1:1 van Efeziërs?’

Dat is een specifieke groep. Allen die in contact met God zijn, wanneer
dan ook, zijn heiligen, apart gezette mensen. In de eerste plaats gaat het
om gelovigen uit Israël. Maar er wordt iets bij gezegd: ‘die ook gelovigen
zijn in Christus Jezus’. Het betreft dus een speciale groep heiligen die de
boodschap van Paulus gevolgd waren. Later blijkt in 1:13,14 dat ook de
gelovigen uit de natiën daarbij horen, en dat zijn ook heiligen! Zij zijn al-
lemaal verzegeld in Christus met de geest van de belofte, de heilige!

Woord vandaag

‘Het Efeze-geheimenis, dat is de plaats van de gemeente? Of meer?’

We gaan ernaar kijken aan de hand van de inhoud van Efeziërs zelf.
In deze 
toch zo bijzondere brief komen wij 4 of 5 geheimenissen tegen.
In elk geval 
4 in het oog springende:

* het geheimenis van Christus (1:10; 3:4)
* het beheer van het geheimenis (3:2,9)
* het geheimenis van het huwelijk (5:32)
* het geheimenis van het evangelie (6:19)

En eventueel: het geheimenis van Zijn wil (1:9), maar dat is weer een

onderdeel van het bredere geheimenis van de Christus.

‘Nou, dat is nogal wat.’

We zien, dat deze Efezebrief heel erg belangrijk is, als er zulke grote
en verstrekkende thema’s in genoemd worden. Het geheimenis van
Christus wordt slechts kortweg vermeld, via het geheimenis van het
huwelijk en van het evangelie wordt ook maar kortweg verwezen
naar Genesis en Romeinen. Toch spelen zij wel een rol in het grote
Efeze-geheimenis. Daar heeft het beheer van het geheimenis alles
mee te maken.

‘Vind je daar ook een samenvatting van in Efeziërs?’

Jawel, in 3:6, waar staat, dat in de geest de natiën zijn:
1) gezamenlijk-lotgenieters       (1:13,14)
2) gezamenlijk-lichaam                (2:6,7)      
3) gezamenlijk deelhebbers van de belofte in Christus Jezus   (2:19-22)

door het evangelie waarvan Paulus dienaar werd. Dit is de grote
waarheid die in Efeziërs wordt verkondigd, in een notendop. Het
gaat om de plaats van de gelovigen uit de natiën in het lichaam van
Christus. De woorden in de geest laten zien, dat het hier niet gaat om
de natiën die in het vlees een ondergeschikte plaats aan Israël zullen
hebben in het koninkrijk van de hemelen. Het gaat om iets totaal an-
ders, dat hoger is!

Woord vandaag

‘Nou, ik vond dat van gisteren best moeilijk! Beheer, huis-wet en zo.’

Dat is even weer wennen, voor ons misschien al lang geleden dat we er-
mee bezig waren. Vroeger noemden we het ‘bedeling’, maar dat is een
wat minder juist woord. God geeft een toedeling, waardoor Hij geeste-
lijk regeert. Daarom is onze tijd zo bijzonder, omdat overstromende ge-
nade wordt toegedeeld door God en omdat de tijd waarin het lichaam
van Christus uitgeroepen wordt, niet in Tenach of door andere schrijvers
dan Paulus bekend was gemaakt. Daarom: het beheer van het geheimenis.

‘Als het dus om deze dingen gaat, kunnen we alleen bij Paulus terecht?’

Hij schrijft zelf in Efeziërs 3:9: ‘en allen te verlichten wat betreft het beheer
van het geheimenis
’. Het is dus iets, dat alleen door Paulus uitgelegd wordt.

Paulus was luttele jaren daarvoor in Efeze geweest. Waarom vertelde hij
toen niets over dit geheimenis? Er staat wel, dat hij toen er niet voor terug-
geschrokken was, hen (in Efeze) heel de raad van God bekend te maken
(Handelingen 20:27).
Zijn gebruik van het woord ‘nu’ (van nu af aan) in o.a. Efeziërs 3:10 laat zien,
dat hij in Efeze dit geheimenis niet naar voren gebracht had.

‘Maar wist hij het toen al wel? Moest hij het dus bewust achterhouden?’

Kennelijk wel. Al eerder was voor hem een bedekking weggenomen, toen hij
tot in de derde hemel opgetrokken was geweest. Dat is namelijk het ‘terrein’
waar dit geheimenis tot volle ontplooiing zal komen. Bij God was het nog
niet aan de orde, de heiligen waren er nog niet klaar voor; Israël stond Hem
ook nog voor ogen. Dus schrijft hij de Corinthiërs dat de woorden over dat
wat hij gezien heeft, nog niet gesproken mochten worden (2 Corinthiërs 12:4).
Terwijl hij niets achterhield over de raad van God met betrekking tot de Zijn-
en zoals opgetekend in de Schrift, reserveert hij een plek voor de onthulling
van Zijn geheime plan in Efeziërs.

‘Paulus schreef er dus ook niet in zijn eerdere brieven over?’

Nee, het draait echt om Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen. In zijn andere 
brieven zul je tevergeefs zoeken. Soms wordt wel iets gezegd over ‘voor de
eonen’ of over ‘de nederwerping van de wereld’, maar niet iets over het ge-
heimenis dat in Efeziërs onthuld wordt. Zelfs in Filippenzen en Kolossenzen
wordt dit Efeze-geheimenis niet onthuld. Er wordt wel in deze beide brie-
ven corrigerend gesproken naar aanleiding van het afdwalen van de waar-
heden uit Efeziërs. Je kan alleen door Efeziërs zelf, en (het gebed om) een
geest van wijsheid en onthulling in erkenning van Hem, ingevoerd worden
in 
dit grote Efeze-geheimenis! 

Woord vandaag

‘Die verlichte ogen van het hart zijn wel nodig, wil je de paulinische
 waarheden kunnen verstaan.’

Ja, Paulus bidt om de geest van wijsheid en onthulling in erkenning
van Hem, opdat de gelovigen zien wat de verwachting van Zijn roeping
is, onder andere. Hij bidt dan in Efeziërs 1 de drie aspecten van het het
Efeze-geheimenis. Dat ontgaat de meeste uitleggers.
De diepte van liefde die door de Efezebrief heen klinkt, is weergaloos.
Daarin heeft het lichaam van Christus een centrale plaats ontvangen.
Liefde wil graag cadeaus geven. God, in Zijn enorme liefde, bewaarde
de grootste voor het laatst. Paulus toont ze in zijn laatste brieven.

‘Wat was dan een van de grootste geheimen, die God zo lang verbor-
gen heeft gehouden?’

Dat is wat in Efeziërs 3:9 staat, het beheer van het geheimenis, en dat
is nauw verbonden met het beheer van de genade van God (3:2).
Van het beheer van het geheimenis zegt hij, dat het vanaf de eonen
weggehouden was in God. Dat heeft te maken met de wijsheid van
God, die door de uitgeroepen gemeente aan de hemelingen bekend
gemaakt zal worden. De liefde die hier achter zit, zal een antwoord
van liefde opwekken. Als we de diepte van Gods liefde werkelijk gaan
zien, dan zal dat in ons (Zijn) liefde wekken.

‘Dit beheer was dus onbekend totdat Paulus het mocht onthullen?’

Ja. God stelt dit beheer in. Letterlijk een HUIS-WET, een ‘systeem’,
dat Gods regering en werk in deze tijd laat zien. Sommige geheime-
nissen, zoals die van het koninkrijk en van Babylon, kenmerken één
beheer. Andere geheimenissen, zoals het geheimenis van Christus en
het geheimenis van God, strekken zich uit over meer dan één beheer.
Een beheer is niet zozeer een tijdsperiode, maar zegt iets over wat
God toedeelt. Zo kan God tegelijkertijd meerdere toedelingen geven.
Dan loopt het ene beheer tegelijk met een ander beheer of soms nog
meer.

‘Als ik het goed begrijp, geldt een HUIS-WET, een beheer (huishouding)
niet altijd als enige? Kun je dat uitleggen?’

Het blijkt bijvoorbeeld bij Paulus in Rome. Hij verkondigt daar 2 jaar
lang 
het koninkrijk van God. Maar intussen is het beheer van het ge-
heimenis
ook in werking, doordat hij in die periode de gevangenschaps-
brieven 
schrijft. Die verkondiging gebeurde ook door een aantal uit de
besnijde
nis, die met hem waren (Kolossenzen 4:10,11). Zelfs nadat het
beheer
van het geheimenis in werking was getreden, schreven Johan-
nes, Jako
bus en Petrus nog vol verwachting over het door de profeten
aangekon
digde koninkrijk. Hoewel de deur van het koninkrijk door
Paulus al dicht
gedaan was in Handelingen 28, toen hij de profetie van
Jesaja 6 aanhaal
de!