Woord vandaag

‘Het is mooi, dat boek Spreuken, er zit zoveel in!
Gaan we nog door in hoofdstuk 4?

In hoofdstuk 4:1,2 staat:

luister zonen, naar de aansporing van je vader
en sla acht op kennis van inzicht
want ik geef jullie een goede les:
verlaat mijn onderwijzing niet!

Het is een goede les. Het onderwijs van onze vaders naar
het vlees zouden we niet vergeten. Het is goed kennis
van inzicht en begrip te hebben. Zonder de goede kennis
van het woord van God (onze Vader) kom je niet verder
en heb je geen begrip. Geen wijsheid.
De ‘aansporing’ (naar zich toe trekken) is om naar te luisteren.

‘We hebben goede raad, dat is kostbaar in deze tijd, waarin zoveel
dwaasheid is.’

We hebben zeer veel Spreuken tot onze beschikking en we zijn
daarin
gezegend. Wijsheid is schaars. Het woord van God is vaak
niet meer voorhanden. Zelfs niet in plaatsen waar mensen elke
week samenkomen. Er zijn gemeentes waarin op zondag in de
dienst alleen nog liturgie wordt gedaan: lofprijzing, aanbidding,
misschien een getuigenis, maar geen woordverkondiging meer.
Allerlei argumenten worden in stelling gebracht: te saai, te lang,
te bijbelstudie-achtig, te moeilijk. Dan is de beste oplossing:
helemaal geen woordverkondiging meer.

‘Dat zal toch niet gebeuren zeker?’

O jawel hoor, er zijn gemeentes waar je op zondagochtend
geen woordverkondiging meer hebt. Alleen nog
ruimte
voor wat de liturg vertelt. Maar
het vervolg van deze Spreuken is:

want ik geef jullie een goede les:
verlaat mijn onderwijzing niet!

De gemeentes die geen woordverkondiging meer hebben,
verlaten daarmee de bron van alle wijsheid en zegen en
heerlijkheid: Gods woord, Zijn onderwijzing. Terwijl dat in
de eredienst centraal moet staan, wil het ten minste het
woord ‘ere’ met ere kunnen dragen!


Woord vandaag

‘De laatste tekst van Spreuken 3 is een tegenstelling.’

Ja, die spreekt ons opnieuw aan:

wijzen zullen eer ontvangen
maar dwazen laden schande op zich

De wijze is degene die zich door Gods raad laat leiden. Dat is
bijvoorbeeld Asaf in Psalm 73:24:

U zult mij leiden door Uw raad
daarna zult U mij in heerlijkheid opnemen

Het is wijsheid je door God en dus Zijn woord te laten leiden.
Anders kom je vanzelf bij de anderen (dwazen) terecht.
Paulus was ook zo’n wijze, Petrus erkent de aan Paulus gege-
ven wijsheid. Dat is wel een heel bijzondere, geen melk meer,
maar vaste spijze (honing).

‘Maar het is toch ook: door lijden tot heerlijkheid?’

Jawel, dat is absoluut een feit. Het kan dus wijzer zijn de weg
van het
lijden te gaan, de dwazen zullen de weg van het lijden
mijden. De weg van de wijze brengt hem tot heerlijkheid en eer.
Dat gold in het bijzonder de Heer Jezus Christus zelf. Hij sprak
de woorden van Vader en ging de weg van Vader. Hij deed wat
Hij de Vader zag doen. Niets anders dan dat. De weg van vrede
gaan, ook al riep dat zelfs weerstanden op.

‘Duidelijk. Zijn er voorbeelden van dwazen die schande/oneer
op zich laden?’

Ja, de al genoemde Jerobeam, de koning van het 10-stammenrijk.
(1 Koningen 12:25-33; 21:22). Hij liet twee gouden kalveren maken,
waarvan 1 in Bethel en 1 in Dan werd gezet. Dat leidde tot oneer en
verdriet (zijn zoon stierf, 1 Koningen 14:10,11,17,18). Hij ondervond
de gevolgen van zijn daden. Hij handelde niet wijs, door het woord
van Jahweh niet na te volgen. Anderen, die wel Zijn woord volgen,
zullen heerlijkheid ontvangen!

Woord vandaag

‘Vandaag alweer vers 34 van Spreuken 3. Blijft boeiend!’

Nou en of, Gods woord is altijd de moeite waard. Zie het vers:

de spotters zal Hij wel bespotten
maar zachtmoedigen zal Hij genade geven

Het woord voor spotten verwijst naar een tong die moeilijkheden ver-
oorzaakt. Niet zelden leidt bespotting tot grote problemen. De spotter
stelt zich door te spotten boven de ander die bespot wordt. En de spot-
ter duwt daarmee de medemens naar beneden. Het is soms bij gelovigen
erger dan bij ongelovigen, vooral als er twist over geloofszaken heerst.

‘Er staat ook dat Jahweh de spotters bespot. Is dat hetzelfde woord?’

Ja. Bij God zelf wordt het echter gezegd alsof Hij mens is en het is dan
als vanzelf een stijlfiguur; bij Hem zit er niet het venijnige van mensen
achter. Hij zal wel de spotters te kijk zetten, zonder dat Hij ze gemeen
belachelijk maakt. Hij doet het om de spotters terecht te wijzen, en uit
liefde voor hen, die door de spotters bespot werden.

‘Dat is mooi, en het tweede deel van de Spreuk spreekt mij aan.’

Het gaat daar om de nederigen, de ootmoedigen. Petrus en Jakobus
halen deze Spreuk aan (Jakobus 4:6; 1 Petrus 5:5). Dat is passend,
want de mens wordt eerst opgeroepen ootmoedig te worden om ge-
nade te kunnen ontvangen. Bij Paulus is het andersom. Eerst ont-
vangt de mens genade en wordt daardoor, door de werking van de
genade, ootmoedig.

‘Zo heb ik het nog niet bekeken.’

In Efeziërs 4:1-2 gaan ootmoedigheid en zachtmoedigheid hand in
hand. Een zachtmoedig mens is dat vanuit ootmoedigheid. Als een
mens een ander bespot, gebeurt dat niet vanuit ootmoed, maar het
tegenovergestelde. Het past absoluut niet bij een gelovige om een
ander te bespotten op welke manier dan ook. Genade zou ook onze
woorden kenmerken!

Woord vandaag

‘Vandaag een toch wat opmerkelijke, vind ik.’

Dat is zeker een opmerkelijke Spreuk:

de vloek van Jahweh rust op het huis van de goddeloze

maar de woning van de rechtvaardige zal Hij zegenen

‘De goddeloze’ is de slechte of wetteloze. Voorbeelden zijn in de geschiedenis
in de koningshuizen voorhanden (koning Salomo schrijft dit). Bijvoorbeeld
bij Baësa, in 1 Koningen 16:1-4.  Maar ook een Jojakim in Jeremia 22:13-19.
Zij haalden de vloek van Jahweh (van de Thora) over zich, door vreemde go-
den achterna te gaan. Dat ging lijnrecht het eerste woord van de 10 in.

‘Dat had dus wel een oorzaak, zij deden het moedwillig, tegen de Thora in.’

Je ziet een doorgaande lijn bij het noordelijke rijk van de 10 stammen, eerst
bij de eerste koning van dat rijk, Jerobeam, daarna bij de volgende: Baësa.
Onontkoombaar kwam de vloek van de Thora op hun huis. Steeds wanneer
mensen afwijken van het Woord van God (het licht), komen zij in een stuk
duisternis (van eigen denken) terecht. Zodra je het pad van Gods woord ver-
laat kom je in duisternis, geestelijk gezien.

‘Ja, en hoe groot is dan je duisternis!’

Precies. Gelovigen komen soms in een soort waan van eigen denken terecht.
Zij denken dat zij iets zijn wat zij in werkelijkheid helemaal niet zijn. Zij gaan
dan in een ‘bediening’ staan, die God niet voor deze tijd bedoelt, bijvoorbeeld,
of zij staan in een dienstwerk dat niet voor hen weggelegd is. Zij stellen dan
alles in het werk, om via allerlei omwegen, toch die positie te bekleden. Hoe
groot zal voor zo iemand de ontluistering zijn, als op een dag gaat blijken,
wat er allemaal niet klopte en klopt in hun leven!

‘Wacht even, een paar dagen geleden had je het over ‘zelfbenoemde voor-
gangers’; bedoel je die?

Ja, onder andere. Zo heb je mensen die genezingsdiensten organiseren, een
bediening die bij het aardse koninkrijk hoort en niet in deze tijd. Nu leven
wij in het verborgen koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. Geen uiterlijke
tekenen en wonderen. Geen spreken in tongen, geen manifestaties van de
geest. Wij zijn burgers van een rijk in de hemelen!  Dát zou onze levenswan-
del richting en sturing geven!

Woord vandaag

‘De Spreuken blijken toch heel diep te gaan, je zou niet verwachten,
dat er zó veel in zit.’

Jawel, het is Gods woord en daarom heeft het diepgang, per definitie
veel beter dan boeken van mensen. Het is dwaasheid in optima forma
als je beweert dat de bijbel een mensenboek is over God. Het is exact
andersom: God onthult zichzelf in Zijn woord, net zoals je bij mensen
kan herkennen wat in hun hart is door de dingen die zij zeggen.
God is uit op dat hart van de mens en verovert dat door Zijn woorden,
Zijn liefde in Christus Jezus.

De Spreuk van vandaag is:

want wie afwijkt is voor Jahweh een gruwel
maar met de oprechten gaat Hij vertrouwelijk om

Het woord ‘gruwel’ wordt steeds in verband met afgoderij gebruikt.
Het gaat hier om iemand die een omweg gaat. Voor het ‘afwijkt’ staat
het Hebreeuwse woord Luz, dat we van Jakob kennen. Hij kwam daar
terecht toen hij wegvluchtte voor de wraak van Esau, hij had op slink-
se wijze het eerstgeborterecht weggekaapt. Luz staat voor: een omweg.
Wij kennen het in het Nederlandse woord ‘lus’.

Dus zij die een eigen (om)weg bewandelen, zijn voor de Heer een gruwel?’

Dat kun je op grond van deze tekst zeggen, ja. Zij gaan in plaats van de
weg van de Heer, die Hij in Zijn woord aangeeft, hun eigen weg en daarmee
stellen zij hun eigen ik boven het woord van God. Hun eigen ik is de afgod.
Dat geldt niet alleen in strikt persoonlijk, maar ook in gemeenteverband.
Daar waar wij eigen menselijke manieren van gemeente-zijn kiezen, is dat
eigenlijk voor de Heer een gruwel, omdat niet de lijn van de brieven van
Paulus gevolgd wordt.

‘Zo, dat is nogal wat, het heeft verregaande gevolgen.’

De tweede zin vult aan: ‘met de oprechten gaat Hij vertrouwelijk om’. Dat
zouden wij goed beseffen, niet alleen voor ons persoonlijk geestelijk leven,
maar zeer zeker óók voor het gemeentelijk leven! Daar waar de gemeente
functioneert volgens de bijbelse, paulinische  gegevens, zal die gemeente
daardoor meer van God onthuld kunnen krijgen omdat zij dichter bij Hem
leeft en dus Zijn woord meer en meer centraal stelt.
Net zoals Abraham een vriend van God genoemd werd en van God de plan-
nen voor de toekomst (Sodom en Gomorra verwoesten bijvoorbeeld) ont-
huld kreeg!