‘We zijn uiterst gezegend als zonen van Hem. Erg fijn dat te beseffen.’
Hij, Christus Jezus is de grote Zoon, de grote Bouwer aan dit bijzondere bouw-
werk dat de gemeente, Zijn lichaam, is. Het woord bouwen is in het Hebreeuws
banah (zie bijvoorbeeld Genesis 4:17), waarvan het woord Zoon (Ben) is afge-
leid. Volgens het Hebreeuws is Zoon en Bouwer hetzelfde woord! En dat is ook
logisch als je er over nadenkt, want een zoon bouwt een familie of een gezin
verder uit.
‘Ja heel mooi, het blijkt ook uit de tekst, toch?’
Zeker. Eerst wordt in vers 20 gesproken over een fundament en uiterste hoek-
steen. Dan, in vers 21, over het gebouw en heilige tempel. We zien in feite de
Zoon aan het werk als Bouwer aan een immens geestelijk huis om in te wonen.
Christus Jezus…in Wie heel het gebouw, samengevoegd, groeit tot een heilige
tempel in de Heer
Christus Jezus is de uiterste hoeksteen én in Hem groeit heel het gebouw. Een
wonderlijke gedachte. Een gebouw dat groeit. Toch geeft Paulus het zo aan.
Wij horen als Zijn leden bij dat gebouw. Dat wijst natuurlijk op stevigheid en
vastheid. Fundament, gebouw, in Hem.
‘Ja en een heilige tempel in de Heer.’
Wij maken deel uit van die geestelijke tempel, Paulus spreekt hier nog steeds
in een geweldige gelijkenis (parabel) over de vastheid en het blijvende van
de ekklesia die Zijn lichaam is. Dit gebouw blijft. In Gods gedachten was het
allang ontworpen, vóór de eonen. Elke gelovige is noodzakelijk in dat gebouw
en God zal doorgaan tot de laatste is bijgevoegd. De groei gaat door, door
Zijn woord en inwerking van Zijn geest in de gelovigen. Hier gaat het om de
ware, de geestelijke tempel, waar alle letterlijke slechts een zwakke afbeel-
ding van zijn! De Vader woont daar!