‘De waarheid, kom je dat begrip veel tegen in de Griekse Schrift?’
Jawel, bij Paulus regelmatig, maar ook bij de Heer tijdens Zijn gang te midden
van Israël, Zijn volk. Zoals we al zagen, bad Hij daarover met Vader.
In de machtige opening van Johannes lezen wij de woorden:
‘En het Woord werd vlees en tabernakelde onder ons, en wij zagen Zijn heerlijk-
heid, een heerlijkheid als van een eniggeborene van de Vader, vol van genade
en waarheid.’ (1:14)
‘De Thora is door Mozes gegeven,
de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus geworden’ (1:18)
En waarheid is dat wat overeenstemt met de werkelijke feiten. Hij liet zien, of
Vader liet door Hem zien hoe het werkelijk zit. Terwijl de Thora een schaduw
heeft van de aanstaande goederen en niet het wezen van de zaken zelf
(Hebreeën 10:1), bleek Hij het wezen te zijn en dus te brengen. De Thora spreekt
wel van genade, maar steeds op voorwaarde. Toen de Heer kwam, ontvingen de
gelovigen uit de Besnijdenis uit Zijn volheid genade op genade (Johannes 1:16).
‘Als ik het goed zie, was er wel genade onder de Thora, alleen kon je die ont-
vangen als je eerst een voorwaarde vervulde?’
Jawel. Men kon vergeving van zonden ontvangen als men een offer bracht. Eerst
moest een dier geslacht worden en aangeboden bij de dienstdoende priester. Dan
kon de offeraar vergeving ontvangen. En doordat de hogepriester (naar de orde-
ning van Aäron) eenmaal per jaar op grote verzoendag bloed van een offerdier
sprenkelde in de het heilige der heiligen op de ark van het verbond, werden de
zonden van het volk ‘verzoend’, dat wil zeggen: er was weer bescherming tegen
het getuigenis van de 10 woorden op stenen (die in de ark lagen) gegrift. En dat
een jaar lang. Maar dat moest steeds herhaald worden.
‘Maar nu is het eenmaal gebeurd, de Heer stierf aan het kruis en werd opgewekt
uit de doden!’
Tijdens Zijn gang te midden van het volk Israël sprak Hij genadige woorden en
vergaf Hij zonden. Dat was nog nooit vertoond. Hij liet in Zijn aardse leven waar-
heid zien. ‘Ik ben de weg, de waarheid, en het leven’; een schitterende metafoor.
Hij is de waarheid van God in vlees. Hij liet zien, dat de woorden van God waar
en betrouwbaar zijn en toonde een genade die nog nooit vertoond was en wees
een hogere weg dan alleen het strikte houden van Thora.
‘Ja, Hij wees ook steeds op wat geschreven staat. En de evangelisten merkten in
hun verslagen steeds op: ‘opdat vervuld werd wat de profeet …. zei’.
Precies, zij hielden het bij wat werkelijk geschreven staat. Dat zijn de feiten
en dat is waar. Niet onze interpretatie van of mening over die feiten  vormen
de waarheid; nee, de feiten zelf en al wat daar exact mee overeenstemt, dát is
de waarheid! Daarom is de waarheid van God absoluut, dat wil zeggen: het is
altijd waar ongeacht wat men ervan denkt of vindt.
‘Bijvoorbeeld: ‘In begin schiep Elohim de hemelen en de aarde.’ De waarheid
is: God is de Schepper van de hemelen en de aarde.’
Bedankt ja, een mooi voorbeeld. Dat is de waarheid waar Paulus het over heeft in
Romeinen 1. Deze waarheid wordt krachtig ontkend in de evolutietheorie. Dat
is dan ook een theorie die niet waar is, want is niet gebaseerd op de feiten van
Gods woord. De waarheid wordt op die wijze in ongerechtigheid neer gehouden!
God Ãs de Schepper van hemelen en aarde, Hij heeft die schitterend gecreëerd, ge-
maakt, geschapen, vorm gegeven. Het kwam allemaal voort uit Hem zelf.