‘Een hemelse roeping boven, wat een boodschap heeft Efeziërs!’

Het is iets dat onze verwachting is. We kunnen nu eenmaal niet anders.
Het verwachtingsgoed te midden van de hemelingen in Christus Jezus gaat
ver boven al het andere uit. Daarvoor zijn wij gerechtvaardigd, verzoend,
en zullen ook lijfelijk de heerlijkheid aandoen die Hij ons geeft. Dat heeft
-als het goed is- weerslag op ons dagelijks leven. Hij geeft ons wat nodig is
tot een waardige wandel.

‘Ook daarin zijn wij toch een schouwspel?’

Ja, de hemelse machten en krachten kijken naar de leden van het lichaam
van Christus. Zij kijken hoe op die leden vurige pijlen afgeschoten worden.
De tegenwerker is uitermate actief als het om de leden van het lichaam van
Christus gaat. Hij slaagt er voortdurend in ze tegen elkaar uit te spelen. Dat
is wat zijn voornaamste tactiek is. Als we kijken naar de geschiedenis van
de christenheid, dan zien we steeds weer dat gelovigen uit elkaar gespeeld
worden, soms op grond van een kleinigheid.

‘Wie de ware gelovigen zijn, dat zal moeten blijken.’

Dat is uiteindelijk iets van Vader zelf. Aan de Korinthiërs schreef Paulus, dat
er wel sekten (Grieks: hairèsis) onder hen moesten zijn, opdat blijkt wie be-
proefd zijn. Hij wijst hen op de gezindheid van Christus Jezus, die zicht
baar
werd toen Hij met Zijn discipelen de laatste (hoofd)maaltijd hield. Dat 
gelo-
vigen in die ootmoed en liefde met elkaar zouden leven, zoals Hij dat 
met
Zijn discipelen deed. We worden voor onze wandel gewezen op onder
schik-
king en ootmoed in de hoogste onthullingen van Efeziërs, Filippenzen, 
Ko-
lossenzen en 2 Timotheüs!