‘De volgende is wel logisch en duidelijk vind ik.’
‘Een dwaas verwerpt de vermaning van zijn vader,
maar wie de bestraffing in acht neemt, is schrander.’
Ja, we kunnen aannemen, dat de vaders in Israël in het algemeen het onderwijs
uit de Thora doorgaven aan hun kinderen. Zo stond het wel in Deuteronomium 6
geschreven, dat zij het hun kinderen zouden aanleren en inprenten. Als kinderen
vervolgens de raadgevingen van de vaders niet opvolgden, waren zij dwaas. Het
woord voor ‘dwaas’ hier betekent: ‘krom, afgeweken, verdraaid’. Zij luisterden
niet en dat leverde kromme wegen in het latere leven op.
‘Dat is in het dagelijks leven te merken, waar kinderen de wijze raad van ouders
niet opvolgen, gaat het mis.’
Het tweede deel van het vers is aanvullend: het gaat om het ‘in acht nemen’, dat
is het Hebreeuwse ‘sjamar‘ en betekent letterlijk: ‘bewaken, bewaren’. Als je iets
goed bewaakt, doe je er ook iets mee. Paulus zei aan Timotheüs dat hij de woorden
die hij van Paulus gehoord had, zou bewaken (1 Timotheüs 6:20). Dat had hij ge-
hoord van zijn vader in het geloof.
Helaas week men in het algemeen wel af van Paulus, en dat al snel. Timotheüs zal
ongetwijfeld gehoor hebben gegeven aan de wijze raad van de apostel, maar het
menselijke vrome vlees begon al snel van de ideale lijn af te raken en men keerde
zich tot de (Joodse) verdichtsels.
‘Zo zien we wel de waarheid van het woord van God in Spreuken bevestigd.’
Precies. Het woord ‘schrander’ duidt op slimheid, een zekere wijsheid. Het woord
dat hiervoor staat, is hetzelfde als bij de slang in Genesis 3:1, dat zij de ‘listigste‘
was van de dieren op het veld. Hier in Spreuken wordt het op positieve manier
gebruikt. Je bent slim als je de wijze raad van je vader bewaart en bewaakt!