Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Zij zullen omkomen,
U echter duurt voort,
En allen zullen als een
bovenkleed oud zijn
geworden  
      Hebreeën 1:11

Jesaja 51:6 is hier het citaat.
De hemelen en de aarde die
nu zijn zullen omkomen. Zij
gaan voorbij. Het lijkt bijna
onmogelijk, omdat de mens
tot nu toe zijn of haar hele
leven daarin leeft. Toch zegt
God het; dan gebeurt het
ook. De oude schepping zal
plaats moeten maken voor
de nieuwe.
De oude zal door de nieuwe
compleet vervangen worden.
Zoals een bovenkleed, een
soort mantel die indertijd
over alles aangetrokken
werd, oud werd en totaal
versleten raakte en werd
weggedaan, zo zullen deze
aarde en hemelen vergaan.
Het heerlijke uitzicht is een
ongelooflijke heerlijkheid
in de nieuwe schepping, als
God alles in allen is.   

En: in de beginnen het U Heer,
de aarde gefundeerd, en de
hemelen zijn de werken van
Uw handen
           Hebreeën 1:10

Dit citaat uit Psalm 102:26 laat
de verbazing in het hart van
de verootmoedigde (102:1)
zien, die deze Psalm schreef.
Johannes mocht op Patmos
de nieuwe schepping zien.
Vooral de nieuwe aarde, dat
is in de 5^e eon het koninkrijk
waarin het volk Israël regeert
over de andere natiën.
Onze bediening is te midden
van de hemelsen (Ef.2:6,7).
Velen zijn dan in de tweede
dood, die zal aan het einde
van die eon buiten werking
gesteld worden. Hoeveel te
meer zal de verwondering
van de Psalmist zijn, als hij
op die nieuwe aarde is!
Dat wij als gelovigen al een
nieuwe schepping in Christus
zijn, verbaast ons. Laten wij
de nieuwe mens aandoen,
God vernieuwt de innerlijke
mens van ons, dagelijks!

En: in de beginnen hebt U Heer,
de aarde gefundeerd, en de
hemelen zijn de werken van
Uw handen
           Hebreeën 1:10

Dit verwijst naar Genesis 1:1
en geeft aan, dat de aarde
gefundeerd is. Zo spreekt de
Tenach er ook over. De aarde
staat vast. Funderen is exact
het tegenovergestelde van
neerwerpen. De hemelen;
in het Hebreeuws zijn er altijd
twee (of meer). Het wonder
van de schepping.
Wij wandelen en leven elke
dag in de (oude) schepping.
Als je die ziet, verwonder je
je daarover. Hoe groot is de
God, de Heer, dat Hij dat
alles geschapen heeft!
Hoeveel meer is de nieuwe
schepping, die overtreft ver
de oude. Zoveel heerlijkheid
kunnen wij nu niet verdragen;
in ons heerlijkheidslichaam
zal dat wel zo zijn.

U hebt gerechtigheid lief en
U haat ongerechtigheid; 
Derhalve zalft God U, Uw God, 
met olijfolie van gejuich naast
Uw deelhebbers 
           Hebreeën 1:9

Hier citeert de schrijver Psalm
45:8; daar staat twee keer de
titel Elohim (Onderschikkers) 
wat hier twee keer met God 
(Theos, Plaatser) is vertaald. 
De Zoon is gezalfd; verwijzing
naar dat Hij de Christus is. 
Hij is de ware Koning en dé 
Hogepriester, dé Profeet. Het
is niet alleen de olijfolie als
teken van bekrachtiging in en
door de geest van God. Het
was en is ook grote vreugde
van Hem, de Zoon, om deze
functies voor Zijn God en
Vader te mogen vervullen.
Laat het ook onze vreugde 
zijn wat wij voor onze God en
Vader mogen arbeiden. Laten
ook wij, de ongerechtigheid
haten en Zijn gerechtigheid
liefhebben!

 

Tegen de Zoon echter:
“Jouw troon, o God, is voor
de eon van de eon,
En de roede van de
rechtmatigheid is de
roede van Jouw koninkrijk”
         Hebreeën 1:8

Rechtmatigheid is kenmerk
van de roede (of scepter) van
Christus’ regering. De heerser
(of koning) heeft de scepter of
roede, teken van uitoefening
van macht en richting geven.
Dit heeft grote uitwerking op
de onderdanen, de mensen in
zijn rijk. Zo zal het ook in het
koninkrijk van de Zoon zijn.
Rechtmatigheid komt alleen
hier in de Griekse Schrift voor.
Letterlijk: wel-plaats en dat is
uitwerking van van al wat Hij
via Zijn scepter zal doen.
In Zijn koninkrijk zal iedereen,
hemeling of mens, een juiste
plaats krijgen. Hoe? Door de
liefde van God die ieder, alles
zal doordringen.