‘Het plaatje van Gods plan is in feite eenvoudig.’
De gemeente, het lichaam van Christus, heeft voor de hemelse mach-
ten en krachten een hemelse bediening. Israël heeft op aarde voor de
volkeren een aardse bediening. Om te komen tot het einddoel van
Gods plan. Zo komt Israël volledig tot zijn recht, er wordt niets van
weggehaald dan wel vervangen. Ook de gemeente komt volledig tot
haar recht en gaat niet op in Israël en wordt evenmin aanhangsel van
dat uitverkoren volk.
‘God werkt wel volgens een duidelijke orde.’
God houdt van orde, niet van chaos. Toen te midden van de hemelse
machten een rebellie was uitgebroken, leidde dat tot chaos. Dat is ook
zo wanneer onder gelovigen tegenstand optreedt. Dat leidt tot wanor-
de. In Korinte ontstond in samenkomsten wanorde, en Paulus schrijft
daarover in 1 Korinte 12-14. En hij laat aan alle kanten zien, dat de orde
in die bijeenkomsten nodig is. Anders zijn ze zeker niet tot opbouw.
‘God roept Israël en de gemeente.’
De gemeente was eerst in Gods gedachten, wanneer we kijken naar
Efeziërs 1:4. Uitgekozen in Hem vóór de nederwerping van de wereld.
Dat is vóór het uitbreken van de chaos. Het duizelt je wanneer je daar
iets van gaat beseffen. Verwondering over zoveel genade. En dat God
met alle anderen een specifieke weg gaat, het is Zijn plan. Maar Hij is
liefde en zal uiteindelijk niet één verloren laten gaan. Dat is wat we
ook op hemelvaartsdag gezien hebben vanuit Lucas 15.
Het laatste woord van God is: gevonden.