Woord vandaag

16 september 2018
‘Zoonschap voor Israël.’

Niet exclusief voor het volk van God.
Het geldt ook ons, die uit de natiën
tot het lichaam van Christus behoren.
Natuurlijk was dit in de tijd gerekend
eerst aan Israël gegeven. God had de
zoon Israël uit Egypte geroepen. Het
was daar van 70 uitgegroeid tot een
heel volk, ondanks soms zeer matige
omstandigheden.

‘Duidelijk de geschiedenis.’

Het volk werd uit Egypte, het huis 
van slavernij, uitgeleid. Door Mozes,
maar in feite door Jahweh Zelf, Die
hen met machtige hand verloste.
Dat volk bestond en bestaat uit on-
geveer 12 stammen. Naar Jakobus
waren in zijn dagen nog steeds de 12
stammen aanwezig, Jakobus 1:1.
Dat is de adressering, waar we wel
degelijk acht op slaan.

‘Zij worden verheerlijkt.’

Zeker, in de toekomst in het komen-
de koninkrijk op aarde. Volgens di-
verse stromingen zou dat koninkrijk
begonnen zijn ná verwoesting van
de Tempel en Jeruzalem, 70 AD, dan
is het een ‘geestelijk koninkrijk’, dat
overigens al bijna 2000 jaar duurt in
tegenstelling tot Openbaring 20, dat 
is de letterlijke 1000 jaar. Het aardse
koninkrijk is beloofd aan Israël en zij
zullen dan ook regeren. God roept in
deze tijd het lichaam van Christus uit
alle volkeren, zonder onderscheid te
maken op grond van het vlees.

Woord vandaag

15 september 2018
‘Israël en gemeente verschillen.’

Fundamenteel in deze tijd. We zou- 
den onderscheiden wat Israël en de
gemeente -lichaam van Christus-
 is.
Het woord gemeente (Grieks: ek
kle-
sia) is niet genoeg. De Israëlieten
die
in de wildernis wandelden, wor
den
in elk geval door Stefanus met dat:

ekklesia betiteld. De uitgeroepenen
uit Egypte. Israël, het volk van God.

‘Lichaam van Christus uniek.’

Ja, ook dat is een ekklesia, een uitge-
roepen groep. Uit alle volken (inclu-
sief Israël) zijn zij geroepen. In dat li-
chaam speelt afkomst uit welk volk
of religie geen enkele rol. Vlees kan
niet beslissend zijn, omdat in deze
tijd geest het leidende en heersen-
de is. We zijn gezegend met iedere
geestelijke zegen te midden van de
hemelsen in Christus.

‘Geen zegen van Israël?’

Nee. Er zijn wel overeenkomsten, en
grote verschillen. Iets dat zowel bij Is-
raël als bij het lichaam van Christus
geldt, is zoonschap. Plaats van zoon.
Dat is een bepaalde waardigheid, Is-
raël had de wet als een kind-geleider
tot op Christus. In Hem kon men het

zoonschap ontvangen. Maar dat zou
eerst gaan gelden voor het lichaam
van Christus.

Woord vandaag

14 september 2018
‘Fijn die verheldering over Johannes 3.’

We zijn gezegend met het zicht op de
eonen. Het woord ‘eeuwig’ bestaat in
de Bijbel niet. Dat geeft als het ware
een nieuwe Bijbel in je hand. De eonen
zijn de tijdperken van het grote plan
van God. Hij maakt de eonen door de
Zoon, lazen we eergisteren, Hebreeën
1:2b. Een grote uitspraak, die toont
hoe belangrijk Christus is voor God.

‘We roemen in Christus Jezus.’

Dat hebben we gezien in de studie Fi-
lippenzen 3 van dinsdag. Paulus is
 in
zijn volkomenheidsbrieven helder
 en
spreekt rechtuit hoe het zit. Ook
 in
dienstwerk zou de uitwerking van
 het
kruis duidelijk merkbaar zijn. In
 dienst-
werk kun je alleen roemen in
 Christus
Jezus en niet op vlees ver
trouwen. De
bijna raadselachtige uit
spraak: wij zijn
de besnijdenis 
werd
besproken.

‘Wij zijn niet Israël.’

Nee, en geestelijk gezien evenmin.
We kunnen geen aansluiting zoeken
bij Israël. Dat zou ontkenning zijn van
de unieke plaats die het lichaam van
Christus heeft. Steeds meer christe-
nen zoeken het in die richting wat in
feite een doodlopende weg is. Zodra
je zegen van Israël op jezelf toepast,
probeer je het volk te beroven en ont-
kent het feit dat je gezegend bent met
iedere geestelijke zegen in Christus te
midden van de hemelsen.

Woord vandaag

13 september 2018
‘Het tekstverband is: Israël.’

Wat Johannes 3 betreft, zeker. Daar
gaat het eerst om het gesprek tus-
sen de leraar van Israël, Nicodemus,
en de Heer. Wat te wachten stond
voor Israël was het aardse koninkrijk
zoals onder meer in Daniël 2 aange-
kondigd. De Heer zegt dat Israël op-
nieuw geboren moet worden om dat
koninkrijk in te kunnen gaan.

‘Dat is heel duidelijk.’

Voor veel christenen en gelovigen niet.
Men blijft bij het aardse dat voor Israël
bestemd is, steken. Aan het einde van
Johannes 3 (vers 36) lezen we:

wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig
leven, wie de Zoon weerspannig is, zal
het leven niet zien, maar de toorn van
God blijft op hem

Wanneer zij als het erop aan komt niet
in de Zoon geloven, zullen zij het leven
in de komende eon (en die erna) niet
zien, zij komen om (gaan verloren, Jo-
hannes 3:16) in de komende gerichten.

‘Ja, zo is het weer helder.’

Doordat men Johannes 3 voor nu leest
als evangelisatie, komt men in de pro-
blemen. Het gaat om Israël dat weder-
geboren moet worden om het konin-
krijk in te gaan. Daarvoor is geloof in
de Zoon nodig. Overigens is het woord
blijft in 3:36 een handeling die nog aan
de gang is, onvoltooid is. Gods veront-
waardiging (toorn) is niet eindeloos,
God geeft uiteindelijk leven aan ieder,
ná de eonen!

Woord vandaag

12 september 2018
‘We naderen vers 36.’

Het gaat in vers 33 om geloof:

die Zijn getuigenis aanneemt drukt
zijn zegel dat God waarachtig is

Gevolg van de discussie over de mis-
sie van de Heer is hier te horen. Jo-
hannes geeft aan, dat het geloven of
aanvaarden van Zijn woorden alles
met God te maken heeft. Waarheid
van God blijkt uit de woorden van de
Zoon. Die spreken van Zijn Zender.

‘Mooi, Johannes is duidelijk.’

want Hij die God heeft gezonden
spreekt de uitspraken van God;
want God geeft de geest niet met
mate
                                   (vers 34)

Dit geldt de profeten die door God
gestuurd waren. Het geldt voor Jo-
hannes, een groot profeet. Het is op
de Heer Zelf van toepassing hier.

Maar ook bij de apostelen was dat
zo, en zeker bij Paulus, de apostel
van de natiën. Zij spreken waarheid.

‘Ja, geweldig is dat.’

Ook in vers 35 lezen we iets bijzon-
ders dat over de Zoon gezegd wordt:

de Vader heeft de Zoon lief en heeft
alles in Zijn hand gegeven

Een uitspraak die de nauwe band tus-
sen de Vader en de Zoon aangeeft.
En de grote volmacht, die Vader aan
Zijn Zoon gaf. De hele uitvoering van
Gods plan in de hand van Christus.
Als Opgestane Zoon door God aange-
wezen tot:

Lotgenieter van het al;
                                   Hebreeën 1:2a
+
door Wie Hij ook de eonen maakt
                                   Hebreeën 1:2b