13 april 2019
‘Petrus verloochende Hem.’
Ook daarover zouden we niet te hard
oordelen. Zouden wij dat anders dan
Petrus gedaan hebben? De andere di-
scipelen waren al weggevlucht, staat
in Mattheüs 26:56. Petrus volgde zijn
Heer nog. Ondanks deze ontkenning
dat hij de Heer kende, heeft de Heer
hem in de opstanding door drie keer
de vraag: Heb je Mij lief? in de bedie-
ning gehandhaafd. Petrus is vrij om te
spreken met pinksteren. Door heilige
geest gedreven heeft hij een geweldi-
ge toespraak gegeven. Sprak over de
opstanding van Christus.
‘En Judas heeft Hem overgeleverd.’
Achteraf kreeg Judas door hoe hij ge-
stuurd en gemanipuleerd was door de
Hoge Raad (Sanhedrin). Hij had bitter
berouw, was uiterst bedroefd. Bracht
het loon voor een verwonde slaaf (Ex-
odus 21:32) terug. Men kocht daar de
bloedakker (Akeldama) voor. Omdat
het bloedgeld was. Het kon niet meer
teruggedraaid, Hij was ter dood ver-
oordeeld en Judas kon niet verder le-
ven, hij verhing zich. Zo zou Juda ook
gedood worden in de zin van: onder
de volkeren verspreid. Maar zij zullen
leven in de nabije toekomst.
‘Dat is nogal wat.’
Het was een zeer bewogen nacht; de
dingen die gebeurden, vonden in de
donkerte en duisternis van de nacht
plaats. Als uitbeelding van de geeste-
lijke duisternis waarin dit alles plaats
had. Hoewel in de ochtend pas echt
tot Zijn dood besloten werd, was het
schijnproces ’s nachts geweest. Daar-
na werd Hij in de handen van de na-
tiën (Pilatus, Herodes) overgegeven,
opdat die het vonnis zouden voltrek-
ken. Petrus stelt later op de pinkster-
conferentie te Jeruzalem echter vast:
laat dan heel het huis van Israël zeker
weten dat God Hem tot Heer en Chris-
tus gemaakt heeft, deze Jezus, Die jul-
lie gekruisigd hebben!
Handelingen 2:36