8 april 2019
‘Belasting betalen, strikvraag.’
Dat was toen ook omstreden, de tolle-
naars werden niet graag gezien. Ze wil-
den de Heer vangen op een woord. Hij
zei echter met een munt in de hand: ze
zouden aan de keizer geven wat van de
keizer is (dat muntstuk had afbeelding
van de keizer). En aan God geven wat
van God is. Dit antwoord, daar hadden
ze niet van terug. Hun strikvraag, om-
kleed met valse woorden, was mislukt.
Ze wilden van Hem een definitief ‘ja’
of ‘nee’ horen om Hem vast te zetten.
‘Volgende vraag opnieuw vals.’
Ze probeerden Hem te vangen op wat
zij meenden waar ze zo goed in waren.
De wet. Het zogeheten zwagerhuwelijk
was een instelling in Israël waardoor in
een familie toch voortzetting in de lijn
kon zijn. Nu vroegen ze Hem hoe dat
in de opstanding zal zijn als 1 vrouw 7
broers gehad heeft (extreem geval na-
tuurlijk). De Heer geeft aan antwoord
waar ze weer niet van terug hebben,
in de opstanding is geen huwelijk!
‘Verbluffend eenvoudig is dat.’
Sadduceeën had Hij het zwijgen op-
gelegd, de mond gesnoerd. Maar zij
geloofden niet wat Hij zei. Veel dieper
lag hun probleem: het hart. Dát bleek
ongelovig. Zij aanvaardden de Schrif-
ten niet; Zijn uitspraken evenmin. De
vrijzinnigen van Zijn dagen. Daarna is
de beurt aan de farizeeën. Zij wilden
Hem ook vangen op woorden. Wat is
het grote gebod? De Heer geeft exact
het juiste antwoord: God liefhebben
met heel je hart, ziel en verstand.