10 maart 2019
‘Zijn werk, niet het onze.’
Dat is waar ook de hemelsen naar kij-
ken. Wanneer we kijken naar de gees-
telijke wereld, dan lezen we:
wij zijn immers een schouwspel gewor-
den voor de wereld en voor boodschap-
pers en voor mensen
1 Corinthiërs 4:9
Het gaat om:
geen worsteling met bloed en vlees,
maar standhouden tegen de soeverei-
niteiten, tegen de gevolmachtigden,
tegen de wereldmachten van de duis-
ternis, tegen de geestelijke machten
van de boosheid te midden van de he-
melingen
Efeziërs 6:12
‘Zij gaan tegen ons in.’
Dat is het. Zij werken via mensen, zo-
als Alexander de koperslager. Hij be-
toonde de apostel veel kwaad. En dat
kwaad, wat was dat? Het ging om wat
de apostel sprak. In 2 Timotheüs 4:15
zei hij over hem:
hij heeft onze woorden zeer weerstaan
Wat zegt Paulus nog meer over hem?
Zei hij dat het goed zou komen met A-
lexander? Dat hij ook gered is? Dat is
wel zo. Paulus zei echter iets anders.
‘Wat zei Paulus dan?’
Dat is anders dan je zou denken:
de Heer zal hem naar zijn werken te-
ruggeven
2 Timotheüs 4:14
Hij zal dus op zijn werken beoordeeld
worden bij de bema, of elders. We we-
ten niet, of hij echt een gelovige was.
Het is wel zo, dat de Heer bij de bema
van alle leden van het lichaam van de
Christus hun werken zal beoordelen.
Dat is: hetzij goed, hetzij slecht, zo le-
zen we in 2 Corinthiërs 5:10. Daarna
begint de hemelse bediening.