Woord vandaag

26 november 2018
‘Soms zware weg te gaan.’

Nogal wat mensen ondervinden in
hun leven een moeilijke gang die ze
moeten maken. Een niet te vermij-
den iets dat ze jaren van druk, zorg
en tranen oplevert. Ziekte, die het
lichaam verzwakt. Ouder worden,
de krachten nemen af. Het is ster-
ven
waar wij mee zitten.

‘Ook in de ziel toch?’

Dat is psychisch lijden, en dat zou je
niet onderschatten. Mensen kunnen
dermate in de ziel geraakt zijn in de
gevoelige jonge jaren, dat ze daar de
rest van hun leven de gevolgen van
merken. Ook traumatische gebeurte-
nissen markeren daarna vaak de rest
van het leven van mensen.

‘Gevoeligheden.’

Daar zouden we rekening mee hou-
den. De Heer veroordeelde mensen
niet toen Hij ze ontmoette. Hij was
altijd zachtmoedig en mild voor de
mens persoonlijk. Anderzijds kon Hij
buitengewoon fel reageren als het
om de waarheid van het woord van
Zijn Vader ging. En als het om men-
sen als Zacheüs ging, was Hij anders
en keek naar het hart.

Woord vandaag

25 november 2018
‘Uitzicht op heerlijkheid.’

Het lijden, de verdrukkingen ootmoe-
dig ondergaan. Dat is voor een mens
normaal gesproken niet te doen. Het
vermogen om het te aanvaarden, ja
zelfs uit Gods hand te ontvangen.
Is dat niet wat de Heer op aarde in
wezen liet zien?

‘Hij keek uit.’

Het was de vreugde die Vader Hem
had voorgesteld (Hebreeën 12:1-3).
Mede daardoor kon Hij verder, en
uiteindelijk zelfs de smadelijke dood
van het kruis ondergaan. Een mens
heeft de neiging het lijden te mijden.
De Heer, en na Hem nogal wat gelo-
vigen, kon het lijden wel ondergaan.

‘Hij was uitzonderlijk.’

Toch ontving Hij het uit Gods hand,
en Job destijds ook. Toen Job dat uit-
sprak, zondigde hij niet (Job 1:21,22)
en hij ontving ook het kwaad uit de
hand van God (Job 2:10). Dit kan zo
tegengesteld aan onze opvattingen
van goed en kwaad en God zijn. Het
staat er, en de uitkomst van Gods
voornemen is: heerlijkheid.

Woord vandaag

24 november 2018
‘God geeft alles.’

We leren Hem steeds beter kennen.
De grote God, van Wie we alles ont-
vangen. De mensen in Athene gingen
bijna achteloos voorbij aan wat Pau-
lus vertelde over God. Die geeft aan
allen het leven, de adem en alles. Hij
woont niet in tempels die met men-
senhanden gemaakt zijn.

‘Hij heeft niets nodig.’

Paulus zegt daar, dat God niet met
mensenhanden gediend kan worden
alsof Hij iets nodig had. Juist omdat
Hij aan allen het leven (wijst op de
geest), de adem (wijst op de ziel) en
alle dingen (wijst op het lichaam) in
feite in genade geeft.

‘God geeft Zijn Zoon.’

Uiteraard sprak Paulus over Hem; de
Zoon die zal komen om te richten.
Die werd door God opgewekt uit de
doden. De Man waarin God voorzag
(Handelingen 17:31), Die richt op een
rechtvaardige manier, te Zijner tijd.
Voor ons als de gemeenteleden komt
Hij echter als Redder, het moment is
bepaald. Ons vernederd lichaam zal
dan gelijkvormig gemaakt worden aan
Zijn heerlijkheidslichaam. (Filippenzen
3:20,21).

Woord vandaag

23 november 2018
‘We leven uit genade.’

Dat is zo, Gods genade regeert in de-
ze tijd; we zijn gezegend. Het lichaam
van Christus leeft in genade. Dat is in
het bijzonder een geschenk, nauwe-
lijks door ons stervelingen op de juis-
te waarde te schatten. Paulus leefde
ervan, Timotheüs gaf deze geweldige
woorden verder door.

‘We beseffen het nog te weinig.’

De oude schepping kent de wet als
ethisch beginsel. In de nieuwe schep-
ping is Gods genade leidend. Zeker is
het, dat wij in Christus deel uitmaken
van de nieuwe schepping. Als we nog
even terugdenken aan gisteren, toen
werden we bepaald bij het feit, dat
wij in Christus Jezus geschapen wor-
den en zo kunnen leven.

‘Wat geweldig is dat he.’

Het is te veel voor ons om te bevat-
ten; toch geeft God ons geloof in Zijn
uitspraken. Dat het ons hart verblijdt
en ons totaal ander zicht geeft; puur
genade hoor. We kijken anders naar
de wereld, naar onze medemensen.
Door de liefde van God zullen we ze-
ker ootmoedig ons dienstwerk kun-
nen verrichten.

Woord vandaag

22 november 2018
‘God geeft het nodige.’

Paulus leerde in de situatie waarin hij
was, tevreden te zijn. God gaf hem el-
ke keer het nodige. Niet te weinig, ge-
noeg. Zo kon hij verder, en wij leren
gaandeweg ook zo leven. Rijk zijn in
goede werken, goed doen, wat God
op je weg brengt. God heeft tevoren
klaargelegd waarin je kunt wandelen,
zegt Efeziërs 2:10. Wij, die in Christus
Jezus
daarvoor geschapen worden.

‘Rijk in Hem.’

Wanneer we dat steeds meer besef-
fen gaan we meer danken. Dankzij
Christus Jezus ontvangen we dagelijks
voedsel. Dat is nodig, ons hart zal dan
op Hem gericht blijven. Vol van Zijn ge-
nade kunnen we anders reageren op
een gegeven situatie. Leren om ook de
ootmoedige gezindheid te leven, die in
Hem was en is.

‘We doen dienstwerk.’

Let op het dien in dat woord. We zijn
geroepen om te dienen en niet om te
heersen. Wat op de troon zit, is Gods
genade, die voedt ons op en bemoe-

digt ons. Dat geldt op gelijke manier,
op gelijke hoogte voor elk lid van het li-
chaam van Christus. We zien uit naar
de grote dag dat verwachting werkelijk-
heid wordt. Geloof zal dan ingewisseld
zijn voor het zien van Hem, Die ons bo-
venmate liefheeft.