12 november 2018
‘We zijn in Zijn hand.’
Dat is zekerheid die in de Schrift staat.
God is genadig, barmhartig. Vol ontfer-
ming. Dat was onthulling die Mozes op
de berg te horen kreeg. Wat je leest in
de onderwijzing (Torah), is voorschrift.
Doe dit en dat niet. Niettemin gebeurt
niet wat je verwacht. Bekendste voor-
beeld is wellicht koning David + Batse-
ba. Strikt genomen hadden zij beiden
gestenigd moeten worden.
‘Zij bleven leven.’
Na 1 jaar begon het berouw toen de
profeet bij David kwam. Confronteer-
de David met het gedrag. En hartsver-
andering was het gevolg. En er kwam
geen steniging, wat wel had moeten
gebeuren. David verloor zijn koning-
schap niet. Zat David fout? Behoorlijk.
Dat was de reden dat Nathan bij hem
kwam. Hij ontving vergeving van God.
‘Hij bleef koning.’
Reden dat hij de tempel niet mocht
bouwen was dat bloed aan zijn han-
den kleefde (1 Kronieken 22:8).
We zien, dat God handelt en bepaalt
en beslist. Vaak gebeuren dingen te-
gen regels in en we zien, dat Zijn plan
verder gaat, ondanks alles. Of moge-
lijk dankzij wat gebeurt. Zowel bij de
koningen Saul en David als bij Salomo
zien we onvolkomenheid, zonde.
En juist met die achtergrond schittert
de volkomenheid van dé Koning van
de koningen: Christus onze Heer, des
te sterker.