Woord vandaag

‘Het zijn die verzen die je niet zo vaak leest in de Schrift, ze gaan diep.’

Daarom was het ook goed, dat even te laten inwerken gisteren. Die laatsten
die we gisteren noemden zijn de vaten tot verontwaardiging en God draagt
deze met veel geduld. Daar is kennelijk veel kracht voor nodig. Ze moeten er
zijn, die vaten tot oneer. In feite is het weer heel bijzonder wat in Romeinen
9:22 staat. Dat God ze zelfs draagt met veel geduld is iets, dat wij op het eer-
ste gehoor niet begrijpen.

‘Kennelijk wil God dus heel bewust dat ze er zijn.’

En Hij draagt ze zelfs met veel geduld! Dat is bijna voor ons niet te bevatten.
Hoe kan het nu, dat God, die liefde is, juist deze instrumenten tot oneer
draagt? We zijn zo opgegroeid met een verkeerde twee machten gedachte.
Eén goede en één kwade macht, licht en duisternis, et cetera. En de meeste
mensen denken zo en leven daarmee. Ze willen allemaal graag het goede doen.
Maar dat lukt niet altijd.

‘Het is daarom zo opmerkelijk wat Paulus hier schrijft.’

Deze diepe overwegingen vind je nergens zo compleet in de Schrift terug.
God blijkt zowel de vaten tot eer als tot oneer te dragen. Die tot oneer ver-
eisen veel geduld bij God, kennelijk. Anders zou het daar niet staan.  
Je moet tot de conclusie komen, dat God alle touwtjes in handen heeft en
dat Hem niets uit handen loopt. Daar is Hij dan ook echt Plaatser (Grieks:
Theos) voor. Hij geeft alles Zijn plaats in Zijn grote plan of voornemen van
eonen!

Woord vandaag

‘Wanneer je gelovigen hebt die niet alles kunnen geloven, kan het lastig zijn.’

Als gelovigen heb je dan geduld nodig. Het wonderlijke is, dat geduld een stukje
vrucht van Gods geest is. In Romeinen komen we dat woord geduld (het oude woord
is heel mooi: lankmoedigheid) ook tegen. Twee keer gaat het dan over het geduld
van God
. Als je het nakijkt ontdek je dat in de Griekse Schrift 5 keer over dat geduld

gesproken wordt en zeven keer van mensen. En wanneer we bedenken dat geduld
vrucht van de geest van God is, dan is het in wezen Gods vrucht!

‘Ja mooi, en het geduldig zijn als werkwoord dan?’

Drie keer wordt dat van God gezegd; twee keer God is geduldig en één keer dat de
liefde geduldig is (1 Corinthiërs 13:4). Maar dat is de agape, de liefde van God.
En zeven keer wordt het van mensen gezegd. De uitwerking van God in het leven.
Wanneer we kijken hoe het in Romeinen wordt gebruikt, dan is dat twee keer het
geduld van God:

Of veracht jij de rijkdom van Zijn mildheid en verdraagzaamheid en geduld, niet
wetend dat het milde van God je tot bekering leidt?
             (2:4)

Dat is wat tegen alle mensen gezegd wordt, ongeacht welk volk. God grijpt niet
rechtstreeks in, verzoening klinkt. Dat wordt door de mensheid echter niet gegre-
pen en men keert zich niet af van de eigen weg.

‘Er overkomt de mensen wel van alles, als uiting van de vruchteloosheid die er is.’

Dat zien we. God is niettemin uiterst mild wanneer we kijken hoe de mensheid
zich de afgelopen 2000 jaar gedragen heeft en het wordt steeds erger. Zo lang we
nog op aarde zijn als gemeente, zal Gods mildheid en verdraagzaamheid en geduld
groter zijn dan de opstapeling van wat de mensen doen. Overstromende genade
blijft gelden tot de bazuin. Dit onderwijst ons, dat wij kijken naar Hem wanneer we
(grote) moeite hebben met anderen. God werkt in ons geduld te hebben!

Woord vandaag

‘We hebben een machtige boodschap. God overwint alles.’

Zo is het. We denken al een tijdje na over Romeinen 11:36, dat het al uit Hem en
door Hem en tot Hem (in) is. Een meesterlijke samenvatting door Paulus van Gods
hele voornemen, door heilige geest gedreven geschreven. Dat het al, oftewel alles
uit God is, er zijn niet zo heel veel gelovigen binnen het christendom die dat geloven.

Men gelooft in de regel nog wel dat God de Schepper is, maar voor velen is dat ook
niet echt een zekerheid meer.

‘Wanneer je Romeinen leest én gelooft, is dat toch niet moeilijk?’

Ja het is een zaak van geloof, maar wel met je volle verstand er bij. De Schrift stemt
vanzelfsprekend overeen met wat we in de natuur zien. Het is dezelfde Auteur. Men-
sen denken wel regelmatig, dat er wel iets is. Maar wat dat iets nu eigenlijk is, weten
zij niet. Zij zijn in duisternis als het daarom gaat. Paulus zegt gewoon in Athene tegen
de filosofen en intelligente mensen van zijn dagen, dat God de Schepper van alles is.

‘Toen hij iets zei over de opstanding haakten ze af.’

Dat kon volgens hen natuurlijk niet. Opstanding van doden? Nee, dat ging boven hun
denken uit. De kracht van God om mensen uit de doden op te wekken, werd ontkend.
Zo wordt ook de kracht van God om alles te scheppen ontkend. Dat lezen we ook in
Romeinen 1. De mensen erkennen God niet als God. En daarom is het duister gewor-
den in hun onverstandig hart. Dat wij dat wel geloven en erkennen, is Zijn genade.

‘We lezen het en geloven het ook. Simpel toch, zou je zeggen.’

Daar zit het m nu net. Mensen gaan redeneren en hun twijfel blijft, ondanks wat ze
in de Schrift lezen. Als ze dat nu maar eens konden geloven…..
We zouden dan ook worden als een kind en gewoon aannemen wat Vader zegt. Daar
begint ons leven ook mee. We aanvaarden simpelweg wat onze vader en moeder te-
gen ons zeggen. Dat is gewoon de waarheid voor ons. Hoeveel sterker zijn dan de
woorden van God, de Vader, die ons zo duidelijk laat zien hoe Zijn plan loopt. Geen
twijfel mogelijk, God gaat door Zijn Christus allen terechtbrengen: aan Zijn hart! 

Woord vandaag

‘Ja, Hij riep uit: het is volbracht! En toen was het reddingswerk gebeurd.’

Hij nam de zonde op Zich en zo kon Vader Hem opwekken uit de dood en tussen
de doden uit. Hij was met de zonde en al –als het ware- begraven in een nieuwe
uit de rotsen uitgehouwen graf. Dat op zich zegt al iets: dat het een nieuw graf was.
Daarmee is een stille hint aanwezig, dat Hij als nieuwe mens, als de Eerstgeborene
uit de doden opgewekt zou worden.

‘Dat betekende alles voor Vader, toch?’

Vader heeft het alles in Zijn hand. Er kan nooit iets Hem uit handen lopen. Ook toen
de Zoon gestorven was en in het graf lag, had Vader alles volledig onder controle.
Het was voorzegd: Hij zou opstaan uit de dood, want Hij is de Opstanding en het
Leven. Dat lijkt dubbel op gezegd, maar opstanding wijst op Zijn lichamelijk opstaan
uit de dood. Maar de term leven verwijst naar de levendmaking. Dat is in feite leven
ontvangen dat niet meer kan sterven.

‘Machtig. Hij is toch de Eersteling volgens 1 Corinthiërs 15:22-23?’

Nou en of. Dat is een woord dat met de oogst te maken heeft. Als Vader gaat oogsten,
dan komt vanzelfsprekend heel de oogst. Als eerste is het lichaam van Christus aan de
beurt, daarna de heiligen uit Israël (opstanding van de rechtvaardigen) en als laatste de
rest van de mensheid. Dan is ook de tweede dood opgeheven, buiten werking gesteld.
Dat doet Vader, Hij heft de dood op door middel van Zijn Zoon, Christus Jezus.
Zo zien we, dat ook het al tot (naar binnen) Hem (God) is!

Woord vandaag

‘Mooi, dat evangelie, God redt allen en inzonderheid de gelovigen nu.’

We hebben een grote God, die alles terecht zal brengen. Daar is geen twijfel
over mogelijk. De twijfelzaaier bij uitstek, de tegenwerker, doet wat hij moet
doen. Wij hebben dat geweldig Woord, dat ons wijst de op de Zoon van God,
onze Heer Jezus Christus. En niet alleen ‘onze’, maar Hij is Heer van allen.
Dat erkennen velen nog niet, maar dat gaat wel komen.

‘Mooi. Daar heb je wat aan voor je dagelijks leven.’

Zeker. Het is erg waardevol, want je hebt een zekere rust over je, een rust in
Hem. De rust van het geloof. Dat is: elke dag geestelijk sabbat vieren. Dan heb je
echt geen behoefte aan een wekelijkse sabbat zoals veel Joodse en heidense
mensen die in acht nemen. Daarom sprak onze Heer bij gelegenheid die fijne
woorden:

Komt allen tot Mij, die vermoeid en beladen bent, en Ik zal je rust geven.

‘Ja, fijn. Bij Hem is het echt thuis komen.’

Dat vermoeid en beladen zijn kwam niet door de zonden, maar door de lasten
van de wet. Die zware last nam de Heer van de mens af. Want Johannes zegt:

De Thora is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus
Christus geworden
                                                                            (Johannes 1:17)

Hij was en is vol van genade en waarheid.

Zo’n Heer te kennen, dat gaat boven alles uit. Hij is het, die ons liefheeft. Hij is
het, die ons draagt en vasthoudt. We zijn zeer gezegend in Hem, niet met materie,
maar met geestelijke zegen te midden van de hemelingen. Dat geeft ware rust, in
het volbrachte werk van Hem!