‘Wat een uitzicht is het.’
Ja dat is verloren geraakt in de loop van
de tijd. Het zicht op de hemelse roeping
voor een tentoonspreiden van Zijn genade
aan de hemelse machten. Efeziërs spreekt
daarvan. Tegelijk delen wij als leden van
Zijn lichaam in Zijn volmacht.
‘Dat bedenk je je vaak niet zo.’
Het is een delen in wat in Kolossenzen 2:10
staat, namelijk dat Christus het hoofd is van
iedere soevereiniteit en volmacht. Ook de
gemeente deelt in dat aspect. Wij mogen
zelfs delen in het compleet maken van Hem.
‘Ja, wat wonderlijk is dat.’
Je kunt nauwelijks uitgedacht raken over
het feit, dat wij Hem compleet maken.
Hij is het hoofd van iedere volmacht, Hem is
het maximale gegeven in het hemelse bereik,
daar waar onze plaats ook nu is.