Woord vandaag

‘De heerlijkheid van God, is dat ook dat Hij Redder is?’

De heerlijkheid en eer van Hem is, dat Hij redt. Alle redding komt ten-
slotte van God alleen. Jesaja spreekt erover, heel de Schrift eigenlijk.
Als we alleen al kijken naar de redding van Israël uit Egypte, dan zien
we machtige en sterke arm of rechter(hand) van God. Hij is het, die
uitredding gaf. Daaraan vooraf ging wel het slachten van lammetjes
waarbij het bloed de eerstgeborenen redde.

‘Er was dus een redding door bloed en door macht?’

Jawel, en zo is het ook voor ons, de leden van het lichaam van Christus.
Verlossing is er in het kostbare bloed van Christus, dat uitgegoten werd
op Golgotha als type van de ziel die Hij gaf en het lijden dat daarbij hoor-
de. En dan is er de verlossing of redding door macht. Dat gebeurt bij de
bazuin van God, als wij gered worden voor de verontwaardiging van God
die over deze wereld zal komen. En wij worden dan bewaard voor de
grote beproeving van de eindtijd als de draak en het beest wereldwijde
aanbidding zullen eisen.

‘Nou we zijn bijzonder begenadigd dat wij ontkomen aan die tijd.’

Zeker, we zien op naar Hem, die ons komt redden, exact op het juiste
moment. Dan zal de redding ook blijken, die Hij dan tot stand brengt.
Het is een van de grote heerlijkheden van God, dat Hij de Redder van
alle mensen is, inzonderheid van de gelovigen. Elke dag zien we op
naar onze Redder, alleen van Hem kunnen we het verwachten. Juist
het stil zijn en uitzien naar wat Hij doet, dat toont vertrouwen in de
God, die zo groots is en ook zo dicht nabij in ons leven! 

Woord vandaag

‘Zeg, de heerlijkheid van Ieue was met de ark verbonden?’

Dat was zo, omdat de Ieue sprak van tussen de cherubim op het dek-
sel van bescherming (meestal verzoendeksel genoemd). Dat was in
het heilige der heiligen in de tabernakel en de tempel. En in de ark
waren de stenen tafelen van de wet. Het woord van God dus. Daar-
om was het Ichabod toen de ark door de filistijnen was buitgemaakt.
De Heer kon niet meer zo spreken als voorheen.

‘Tsja, zo zien we dat Zijn heerlijkheid sterk verbonden is met Zijn
woord, of dat gesproken kan worden of uitgaan.’

Als dat het zwijgen wordt opgelegd, dan zal de heerlijkheid weggaan
uit de plaats waar het was. In de plaatselijke gemeente, die als het
goed is een uitdrukking van het lichaam van Christus is, zal dus het
Woord van God centraal moeten stellen wil er iets van de heerlijk-
heid te merken zijn. Kabod is de zware vrucht van het woord dan wel
de geest van God. Maar in de praktijk maakt woord en geest niet zo-
veel verschil.

‘Paulus spreekt ook in Efeziërs 5 van het vervuld zijn met de geest
en in Kolossenzen 3 met het woord van Christus.’

Dat loopt bijzonder parallel. De heerlijkheid van God is groot en
dit gedeelte in Efeziërs 3 eindigt ermee. Alles draait om Zijn eer en
heerlijkheid. Daarom is de heerlijkheid van het Woord zo groot in
Efeziërs. Velen willen niet zo ver mee in dat woord. Daarom haken ze
af met allerlei redenen. Je kunt je laten afleiden door veel dienen en
daarmee druk zijn, terwijl je dat ene nodige vergeet. Maria had het
goede deel gekozen: zitten aan de voeten van de Heer en luisteren
naar Zijn woord. Dat brengt de heerlijkheid van Zijn genade in je en
je gaat ermee en eruit leven!

Woord vandaag

‘De heerlijkheid is vooral voor God, uiteindelijk.’

Het woord heerlijkheid is uit het Hebreeuws kabod, dat zwaar
betekent. Het wijst op de zware vrucht die uit een klein zaadje

kan komen. Een zaadje wordt een boom waaraan vrucht komt,
bijvoorbeeld appels of peren. De takken kunnen neer gaan hang-
en omdat het gewicht nogal wat weegt. Dat is de heerlijkheid
van het zaadje dat ooit in de grond werd gestopt.

‘Zo heeft God ook heel ‘zaad’ gezaaid, dat uiteindelijk de heerlijk-
heid van God zal tonen?’

Zeker. Maar er wordt hier, in deze oude schepping, al iets van de
heerlijkheid van God zichtbaar. Dat heeft alles te maken met het
woord van God, dat gezaaid wordt. Daar waar Zijn woord vrucht
draagt in de levens van mensen wordt iets van Zijn heerlijkheid
gezien. Jezus onthulde Zijn heerlijkheid in Galilea, onder andere
door water in wijn te veranderen op de bruiloft in Kana, zie Johan-
nes 2:11.

‘Was dat toen in Israël, bij Ichabod, de heerlijkheid was weg, dat
het woord niet gesproken werd?’

Dat heeft er alles mee te maken. Daar waar de heerlijkheid van Ieue
ontbreekt, daar is in de meeste gevallen geen mogelijkheid dat Zijn
woord gesproken wordt. In  1 Samuël 4:21 heeft het te maken met
de ark van het verbond die meegenomen was nadat de filistijnen de
strijd tegen Israël hadden gewonnen. Daardoor kon Israël deze ark
niet in hun midden plaatsen opdat zij dan de strijd zouden winnen.
Natuurlijk is deze ark een type van Christus, die het Woord is. Als Hij
niet centraal staat, zal er geen heerlijkheid zijn in de geloofsgroep
die Hem als Redder belijdt. Hij centraal = Zijn Woord centraal!

 

Woord vandaag

‘Dat Hem, God de heerlijkheid toekomt, ja je kan niet anders dan met
Paulus meezingen!’

Het is bijzonder, als je beseft met je hele hart, dat Gods heerlijkheid zo
groot is. Dan ben je stil en verwonderd als je gaat zien hoe God alles in
Zijn liefde heeft uitgewerkt. Misschien ontdekken we in ons leven nu al
daar iets van. Straks, bij Hem, zullen we gaan zien wat achter al die soms
hele moeilijk te verteren gebeurtenissen in ons leven en dat van anderen
zat. Uiteindelijk was het God, die alle draden in Zijn liefdevolle handen
bleek te hebben.

‘Toch heb je soms een fase in je leven, waarin God ver weg lijkt.’

Dan is er verdriet, of onbegrip over hoe iets gaat en waarom de dingen
gebeuren in het leven van hen die je nabij zijn. Er zullen wat dat betreft
altijd vragen blijven waarop nu niet een antwoord komt. Maar dat komt
wel. Er is voor de gelovige altijd een hoopvolle toekomst. Want, hoe het
ook gaat, Gods beloften blijven staan en Hij zal doen wat Hij beloofde.
Ook al ben je door je tranen het zicht daar (even) op kwijt. Tranen, ver-
driet; het maakt je oog op de werkelijkheid wazig. Je raakt soms even
dat zicht op God kwijt. Maar juist Hij, de ‘Ik ben’ is nabij!

‘Dat is het he. We zijn geroepen door Hem en Hij laat ons nooit los.’

We zijn vast in Zijn hand en kunnen daar nooit uit vallen. Hij draagt ons
dag aan dag. Die God is onze redding, steeds weer. De machtige redding
door Zijn Zoon, onze Heer Jezus Christus, is vandaag werkelijk en reëel.
We zijn niet vrij van verdriet, lijden, verdrukkingen. Alle mensen hebben
dat in meer of mindere mate. Gelovigen misschien wel extra veel. En zij
hebben iets beseft en dragen in hun hart iets van de grote God en Vader
die nooit los zal laten wat Zijn hand begon!

Woord vandaag

‘We hebben elke dag Zijn woord nodig.’

En je kunt uiteindelijk niet anders dan instemmen met de apostel, als
je het Efeze-geheimenis hebt leren kennen, en vooral de liefde die de
basis is voor dit machtige geheimenis. Je kunt niet anders dan instem-
men met de apostel, die uitbreekt in een lofprijzing aan God, de grote
Gever van dat alles:

Hem zij de heerlijkheid in de uitgeroepen gemeente en in Christus
Jezus, in alle generaties van de eon van de eonen! Amen!

We hebben al gezien, dat de heerlijkheid van God, van de Vader, in
deze brief zeer sterk naar voren komt. Deze brief gaat over de plaats van
de gemeen
te, die het lichaam van Christus is. Kennelijk wordt bedoeld
aan te 
geven hoe dat lichaam centraal staat in Gods plan tot eer van
God. Is 
dat de reden dat die gemeente hier eerst wordt genoemd en pas
daarna Christus Jezus? Misschien wel.

‘Het is wel groot, die heerlijkheid.’

Ja, het draait om de rijkdom van de heerlijkheid van de Vader. Die zal
door de gemeente getoond en bekendgemaakt worden. Aan wie? Aan de
hemelse machten en krachten, daarna ook aan de mensen. Daar zal 
in
de toekomst op de nieuwe aarde het nodige aan gebeuren. Daar is 
geen
letterlijk woord uit de Schrift voor aan te wijzen. Maar er staat wel, 
dat
het lichaam van Christus Hem compleet maakt, zoals Hij het al in

allen (of alles) compleet maakt.

‘Wij zijn dus geroepen om samen met Hem alles compleet te maken.’

Alles of allen compleet te maken. Dat kan alleen door het evangelie van
Paulus. Dat maakt alles compleet. Al wat ontbrak vult Christus Jezus aan.
Zoals Hij zelf ons compleet maakt is. Zo zal Hij ook, samen met ons, al die
schepselen compleet maken. Het werk zal pas af zijn bij het ein
de van
Gods plan van eonen. Dan zullen de schepselen beseffen, dat God 
werke-
lijk liefde is en alles exact juist heeft gedaan!