‘Dat Hem, God de heerlijkheid toekomt, ja je kan niet anders dan met
Paulus meezingen!’

Het is bijzonder, als je beseft met je hele hart, dat Gods heerlijkheid zo
groot is. Dan ben je stil en verwonderd als je gaat zien hoe God alles in
Zijn liefde heeft uitgewerkt. Misschien ontdekken we in ons leven nu al
daar iets van. Straks, bij Hem, zullen we gaan zien wat achter al die soms
hele moeilijk te verteren gebeurtenissen in ons leven en dat van anderen
zat. Uiteindelijk was het God, die alle draden in Zijn liefdevolle handen
bleek te hebben.

‘Toch heb je soms een fase in je leven, waarin God ver weg lijkt.’

Dan is er verdriet, of onbegrip over hoe iets gaat en waarom de dingen
gebeuren in het leven van hen die je nabij zijn. Er zullen wat dat betreft
altijd vragen blijven waarop nu niet een antwoord komt. Maar dat komt
wel. Er is voor de gelovige altijd een hoopvolle toekomst. Want, hoe het
ook gaat, Gods beloften blijven staan en Hij zal doen wat Hij beloofde.
Ook al ben je door je tranen het zicht daar (even) op kwijt. Tranen, ver-
driet; het maakt je oog op de werkelijkheid wazig. Je raakt soms even
dat zicht op God kwijt. Maar juist Hij, de ‘Ik ben’ is nabij!

‘Dat is het he. We zijn geroepen door Hem en Hij laat ons nooit los.’

We zijn vast in Zijn hand en kunnen daar nooit uit vallen. Hij draagt ons
dag aan dag. Die God is onze redding, steeds weer. De machtige redding
door Zijn Zoon, onze Heer Jezus Christus, is vandaag werkelijk en reëel.
We zijn niet vrij van verdriet, lijden, verdrukkingen. Alle mensen hebben
dat in meer of mindere mate. Gelovigen misschien wel extra veel. En zij
hebben iets beseft en dragen in hun hart iets van de grote God en Vader
die nooit los zal laten wat Zijn hand begon!