Woord vandaag

‘Wat zal het zijn als we bij Hem zijn, boven? Benieuwd?’

Het zal alles wat je verwacht, overtreffen. Los van de aarde te zijn, bij Hem
en te midden van de hemelingen. Dan zullen wij die geestelijke machten en
krachten ook kunnen zien. Kolossenzen spreekt van tronen, heerschappijen,
soevereiniteiten, gevolmachtigden. In Kolossenzen 1:16 staat, dat ook deze
in Hem, in de Zoon van Zijn liefde (1:13), geschapen zijn. Zowel de zichtbare
als de onzichtbare. Die nu nog voor ons onzichtbare zullen wij zien, zodra we
bij Hem zijn. Natuurlijk zal eerst de bema plaatsvinden, met verbranding van
al het hout, hooi en stro. We zullen er blij mee zijn, als we dat kwijtraken om-
dat wij dat ineens in Zijn licht zien.

‘Zal dat proces lang duren, dat wij zullen zien hoe het zit?’

Misschien, maar we hebben twee eonen de tijd en daarna de eeuwigheid
om Hem te bevragen op wat nu nog niet duidelijk voor ons is of was. Wij gaan
als het nodig is, eerst nog (veel) leren over Zijn wijsheid, waarom en waartoe
Vader het alles tot op dat moment gedaan heeft. Misschien gaat dat proces
wel snel, omdat wij als de leden van het lichaam van Christus ingezet zullen
worden. En al naar gelang onze inzet zullen wij door Zijn geest en Zijn woord
voldoende moeten weten, zodat wij ervoor toegerust zijn. Het zal een mooie
gelegenheid voor Hem zijn, om ons verstand te openen, zodat wij de Schriften
verstaan, en al wat op Hem betrekking heeft (zie de ervaring van de Emmaüs-
gangers en anderen vlak na de opstanding).

‘Er zal eerst nog heel wat moeten gebeuren voordat wij ingezet worden!’

Onderschat de functie van de bema niet! Daar zal niet alleen het hout, hooi en
stro verbranden, maar daar zullen wij ook terugontvangen wat wij door het
lichaam (van onszelf) verricht hebben, hetzij goed, hetzij slecht. Dat schrijft 2
Corinthiërs 5:10. Het is misschien een voor ons moeilijk te begrijpen tekst,
maar daar, bij de bema, zal alles wat ons hinderde weggenomen worden. Al
wat er nog zat tussen de leden van het lichaam zal daar verhelderd en opge-
lost worden. Wij zullen dat dan kunnen verdragen, omdat wij inmiddels een
verheerlijkt lichaam hebben, gelijk aan dat van Christus Jezus. We hebben
nog veel voor de boeg, om het zo maar te zeggen. In liefde zal Hij ons trekken
en wij zullen daar volledig van Zijn liefde doordrongen en doortrokken
worden, omdat wij dan de volle werking van Zijn geest gaan ervaren!

Woord vandaag

‘Wat een hoge plaats hebben wij daar, aan de rechterhand van Vader!’

Ja, de overwegingen bij hemelvaartsdag zouden ons opnieuw en dieper
bewust maken van de plaats van zoon die wij in Christus Jezus hebben.
Geen ander evangelie maakt dat bekend. Onze hemelse roeping is uniek
in de Schriften, omdat die grotendeels het evangelie van de besnijdenis
betreffen. Daarin wordt het geheimenis van Christus als het gaat om de
aarde, bekendgemaakt. Hij zal blijken te zijn: Koning van de koningen en
Heer van de heren. Zoals de profeet Jesaja zegt, dat Ieue (Jahweh) alleen
in die dag verheven/verhoogd zal zijn.

‘En alle mensen vernederd. Hij zal al het hoge en wat zich nu verheft, ver-
nederen.’

Wat een dag zal dat zijn. Een verademing voor de volkeren, die zo lang ge-
zucht hebben onder het juk van de tegenstander, die nu als de boze regeert
over de volkeren. Die zijn nu in duisternis, een sluier bedekt de volkeren en
die zal weggenomen worden zodra het licht van de wereld, Jezus Christus,
onthuld wordt. Een licht zal opgaan over de volkeren, als de vredevorst
komt. Hij zal alle donkerheid verdrijven, en het rijk van de wetteloze ver-
nietigen; Hij is immers de steen uit Daniël 2, die zonder handen losgemaakt
wordt en dat laatste grote wereldrijk zal verslaan.

‘Dat is de grote toekomst voor de volkeren; eindelijk verlost van het juk van
de wetteloze.’

Maar het hemelse aspect van het geheimenis van Christus wordt alleen in
de gevangenschapsbrieven bekendgemaakt. Nergens anders. Dat gaat gelijk
op met de onthulling van het beheer van het geheimenis (verborgenheid),
zoals wij dat lezen in Efeziërs 3:9. Voor de verlossing van de hemelen wordt
dan ook de ekklesia die Zijn lichaam is, ingezet. Die ekklesia heeft de hemel-
se roeping en zal in de komende eonen de veelvuldige wijsheid bekendma-
ken aan de soevereiniteiten en gevolmachtigden te midden van de heme-
lingen. Dat gebeurt nu al, en straks in volheid en volkomenheid. Dit is voor
veel gelovigen nog steeds een geheimenis, en als gelovigen ervan horen,
hebben zij grote moeite dit te aanvaarden. Men wijst het vaak af.
Maar het is de waarheid en dat zal blijken, over niet al te lange tijd! 

Woord vandaag

‘We kennen dus zelfs Christus niet langer naar het vlees, dat is nogal
wat, het staat er wel?’

We horen bij de nieuwe schepping, waarin geen verdeeldheid meer
is. Als we dat als gelovigen zouden uitleven, zou er minder verdeeld-
heid merkbaar zijn. Verdeeldheid ontstaat vrijwel altijd waar men een
eigen mening heeft –meestal op redeneringen gebaseerd- en die koste
wat het kost wil doorzetten. Dat stuit meestal op weerstand en alle
ingrediënten voor een conflict zijn aanwezig. Zo zijn er in de loop van de
tijd talloze kerkscheuringen geweest, en in de evangelische wereld is het
-helaas-  al niet anders.

‘Ja, ook daar zie je, dat men hopeloos verdeeld is.’

Je ziet wel, dat men soms goed begint met een enthousiaste groep gelo-
vigen,
 maar na verloop van tijd wil men op een of andere manier institu-
tionaliseren.
 Dat wil zeggen: er moet een naam voor de groep komen,
men wil een eigen
gebouw (met alle kosten die dat oplevert), et cetera.
Op den duur wordt het
 een organisatie, waar men druk bezig is (zeker
als het aantal redelijk groot is)
 die in stand te houden. In plaats van be-
zig te zijn met waar het werkelijk om
gaat. Na verloop van tijd wil men
zich toch aansluiten bij een groter geheel,
waarbij men ook de geloofs-
belijdenis van dat grotere geheel moet onderschrij
ven. Een enorme in-
perking van de vrijheid om te belijden wat in Gods woord
staat.

‘Zo ben je, zonder het te weten, bezig met dezelfde dingen als waar men
in
allerlei organisaties en clubs mee bezig is.’

Ja, dat kan op de plaatselijk groep gelovigen op den duur verlammend
wer
ken. Men is dan meer bezig de organisatie in stand te houden, dan
met geeste
lijke opbouw van de gelovigen. Dat is het verdriet van veel
gelovigen, die op
een of andere manier daar bij betrokken werden. De
ruzies achter de schermen,
de conflicten, de menselijke eer die gehand-
haafd moet worden, het is vaak een
 groot drama. Je komt dan ook gelo-
vigen tegen, die zwaar teleurgesteld zijn in
 
hoe de anderen zich hebben
opgesteld in moeilijke situa
ties. Ze voelen zich dan
 bedrogen; ze wéten
niet gesteund te zijn als ze een bijbelse richting wilden volgen
; er werd
gezwegen, er was geen steun, et cetera.

‘Ja, vooral zoiets werkt verlammend en het enthousiasme valt weg,
men wordt
 er cynisch van, er komt afstand.’

Het is beter dan omhoog te kijken, naar Hem die nooit teleurstelt. Hij
zegt iets
 
en doet het ook. Mensen kunnen allerlei dingen roepen en het
vervolgens niet
 doen, denk aan politici die in verkiezingstijd mooie ding-
en zeggen 
en roepen, maar het vervolgens totaal niet waar maken. Als
dat echter onder gelovigen ge
beurt, is dat heel erg merkwaardig.
Alle beloften die God ons geeft in Christus Jezus, maakt Hij waar. Al Zijn
beloften 
zijn ‘ja’ en ‘amen’ in Christus Jezus. God geeft ons Zijn waarheid
–en dat is de ul
tieme waarheid- om niet. Hij zal doen wat Hij belooft heeft.
Niet wat menselijke 
redeneringen opleveren en wat men denkt. Zo zijn
wij met Christus Jezus gezet, 
boven, te midden van de hemelingen, aan
de rechterhand van de Vader!

Woord vandaag

‘Het is vandaag alweer hemelvaartsdag.’

In veel kerken en kringen weet men eigenlijk niet goed de werkelijke
betekenis van deze dag. Ja, natuurlijk, men weet vanzelfsprekend
dat de Heer toen opvoer naar de hemel, maar waarvoor? En wat ging
Hij daar dan doen? Allemaal vragen die onbeantwoord blijven, als
het zicht ontbreekt op de hemelse bediening van het lichaam van
Christus. Hij is daar gezet aan de rechterhand van God, de plaats van
grote macht en heerlijkheid. Toen werd het gebed van Johannes 17
door Vader verhoord.

‘Wat bad de Heer ook alweer in dat gebed?’

Dat lezen wij in vers 5:

“En nu verheerlijk Mij, U Vader, bij Uzelf, met de heerlijkheid die Ik
bij U had voordat de wereld bij U is.”

Hier verwijst de Heer naar de heerlijkheid die Hij had voordat Hij
mens werd. Nu het werk dat moest gebeuren (dood aan het kruis en
opstanding) gedaan is, werd Hij door Vader gekroond met die hoge
positie. En bleek ook dit gebed te zijn verhoord. We kunnen er vrij-
wel zeker zijn van zijn, dat Vader al wat de Zoon bad zal verhoren.
En in deze positie van heerlijkheid aan de rechter(hand) van de Va-
der is juist in verband met het lichaam van Christus Zijn gebed en
de verhoring ervan, bijzonder belangrijk.

‘Wisten meer gelovigen deze dingen maar. Of ten minste iets hier-
van. Maar het lijkt wel of men Hem alleen naar het vlees kent.’

Hij is niet alleen verheerlijkt tot eer van God, de Vader, maar ook
tot verheerlijking van de ekklesia die Zijn lichaam is. Wanneer de
Vader en de Zoon verheerlijkt worden, moet dat óók gelden
voor het geestelijke lichaam van Christus.
En Hij bidt en pleit ook vandaag voor ons als gelovigen. Dat doet
Hij en Hij geeft gaven aan de mensen, de geestelijke zegeningen
schenkt Hij overvloedig, én Hij heiligt en reinigt de ekklesia, met
Zijn uitspraken in het waterbad van het Woord (Efeziërs 5:26,27).
Dát is het gevolg en de strekking van Zijn hemelvaart!   

Woord vandaag

‘Een wonderlijke eenheid, die eenheid van de geest.’

De eenheid van de nieuwe schepping is voor ons nu heel wonderlijk.
Het is lastig voor te stellen, omdat wij nog in de oude schepping leven.
Vandaar de verwarring die op alle punten van het paulinische evangelie
bestaat. Elk facet dat met Paulus te maken heeft, is omstreden door die-
genen die de diepte van Gods heerlijkheid niet hebben kunnen begrijpen.
Het gaat te ver en te diep voor hen, die het vlees op een of andere ma-
nier nog een plaats willen geven.

‘Ja, en hoe uit zich dat, hoe kun je dat herkennen?’

Op verschillende punten, zoals blijkt bij de Korintiërs, die intern hope-
loos verdeeld waren. Zij keken naar mensen en menselijke kwaliteiten.
Hoe goed mensen wel zijn. Daarbij keken zij voorbij aan het kruis, dat
een einde maakt aan de oude mensheid. Die kenmerkt zich door trots,
hoogmoed, hardheid, eigenwijsheid, roemt op en in vlees. Allerlei wer-
ken van het vlees worden stilzwijgend geaccepteerd, hebzucht bijvoor-
beeld. De Korintiërs vonden dat anderen veel beter bespraakt waren
dan de apostel die hen schreef. Andere apostelen (!) werden beter be-
vonden, bijvoorbeeld die van de besnijdenis.

‘Onvoorstelbaar. Het lijkt de christenheid van vandaag de dag wel.’

De apostel maakt in zijn tweede brief de nieuwe schepping bekend.
Het is mogelijk, dat men dat in Korinte gelijkschakelde met wederge-
boorte. Nu is wedergeboorte wel een type van de verandering van de
oude naar de nieuwe schepping, maar niet die verandering zelf.
Wedergeboorte hoort in deze huidige, oude schepping. De verandering
van een oude naar een nieuwe schepping is radicaler en diepgaander.
Dat soort dingen, daarover zal men gediscussieerd hebben in die hei-
dense havenstad. Ook de apostel zal het vuur na aan de schenen ge-
legd zijn, over dit onderwerp, en andere. Maar hij wist van de wijsheid
van God van vóór de eonen, alleen kon hij die boodschap niet kwijt in
Korinte. Later, in Efeziërs schreef hij daarover.

‘Wat een machtige woord, dat Efeziërs. Heel erg rijk!’

Eenheid is in Efeziërs juist een sleutelbegrip. Geweldige eenheid komt
naar voren in de eenheid van de geest. Efeziërs 4:4-6 laat de 7 punten
van eenheid zien. En de wandel om die eenheid uit te leven, lezen wij
in Efeziërs 4:1-3. Het punt is, dat veel gelovigen struikelen over de ver-
deeldheid in het christendom, maar dat is het vlees zien. Wij kennen
daarom van nu aan niemand naar het vlees, en zelfs als wij –zegt de
apostel- Christus naar het vlees gekend hebben, nu niet langer!
Gelet op het zeer veel gebruiken van de naam van Zijn vernedering:
‘Jezus’, zonder titels als: ‘Heer’ en: ‘Christus’, toont sterke betrokken-
heid bij Zijn aardse leven. Men kent Hem nog naar het vlees.
Terwijl we dat juist geestelijk achter ons zouden laten en bedacht zijn
op wat boven is:  Christus, de kracht en de wijsheid van God!