‘Paulus was de eerste ambassadeur van deze boodschap van
genade he. Maar, toen hij gevangen werd gezet, reageerde
God toen niet? Want ze werden eerst in Filippi toch bevrijd?’
Toen hij gevangen zat in Rome, werd hij er niet uit verlost.
Het is een prachtige uitbeelding van deze tijd. Paulus zat daar
als ambassadeur in een vorm van ballingschap. Daarmee was
hij niet zichtbaar voor de wereld, verborgen dus.
Zo is het met ons ook, het lichaam van Christus is verborgen voor
deze wereld. De kerk is wat anders. Dat is een groot instituut en wat
je daar hoort, is veelal religie en/of filosofie van mensen.
‘Maar God bevrijdde hem dus niet daaruit?’
Nee, ondanks deze provocatie van de kant van de mens, volhardde
God in de houding van vrede naar de mens toe, zoals Hij dat nu
nog steeds doet. Binnenkort is dat voorbij, trouwens. Maar laten
ook wij genieten van de zonneschijn van Zijn genade, waarin wij
dagelijks leven. En dat doorgeven aan de anderen.
‘Geldt dat doorgeven ook je medegelovigen?’
Juist die ja! Het elkaar genade schenken staat in twee van zijn
belangrijkste brieven: Efeziërs en Kolossenzen. Dat heeft dus
zware nadruk bij Paulus. Hij bedoelt dat het normaal is dat ge-
lovigen elkaar onderling genade schenken; het zou abnormaal
zijn als dat niet zo zou zijn.
‘Zo heb ik het nog niet bekeken. Maar het is erg logisch ja. Je merkt
dat gelovigen nogal eens met elkaar omgaan zoals men in de wereld
met elkaar omgaat. Ongenadig zijn is voor de gelovige in feite abnor-
maal. Elkaar genade schenken zoals God ons dat in Christus doet he.’
Ja dat laatste, dat is het! Genade van God!