Woord vandaag

‘We hebben het weleens gehad over wat er gebeurt als mensen sterven.
Maar hoe zit het met de tweede dood? Want in Openbaring 20:11-15 staat
dat bij de poel van vuur, dat het de tweede dood is.’

In feite is het eenvoudig; de eerste dood is een toestand waarin de mens
van niets weet. Tot de opstanding is het een seconde in de ervaring van
de overledene. Omdat deze dood in Openbaring 20 de tweede wordt ge-
noemd, kun je er niet aan ontkomen dat het net zo’n onbewuste toestand
is als de eerste dood. Anders zou er iets speciaals van gezegd worden.

‘Dat is wel logisch ja. Ook heel mooi en barmhartig dat God dat zo doet.
Maar waarom een poel van vuur?’

Het is heel barmhartig; als je erin geworpen wordt, zul je de hitte niet
eens meer voelen, want het vuur neemt alle zuurstof weg, zodat de mensen
geen adem hebben en alweer overleden zijn voordat ze ook maar iets
kunnen voelen.

‘Ja, als het zo ziet, is het ook een stuk genade van God; een pijnloze dood.
Maar wáárom moeten zij die tweede dood ondergaan? Want het echte
gericht is voor de grote witte troon toch al geweest?’

Het gericht is bij de grote witte troon. Maar de mens moet daarna nog
zichzelf kwijtraken, wie hij is. Dat is de functie van de tweede dood.
Daarmee kan hij in de levendmaking verzoend met God oneindig leven
in heerlijkheid!

‘Het grote plan van God zit toch heel wonderlijk in elkaar. Wie kan zoiets
bedenken? Geen mens toch! Allen gered en levendgemaakt, het is werke-
lijk geweldig! Hoe komt het dat veel mensen dit helemaal niet zien zitten?’

Omdat veel mensen toch lijken op die oudste zoon uit Lucas 15, die thuis
bij vader was gebleven. Die had het goed gedaan, was niet weggegaan zoals
zijn broer, die een liederlijk leven had geleid. En voor hem nota bene werd
het gemeste kalf aangevoerd en het werd een feest van genade.

‘Veel mensen denken dat het niet eerlijk is dat de slechteriken er uiteindelijk
ook komen. Dat mensen als Nero, Hitler, Mao en Pol Pot er uiteindelijk ook
komen, is voor veel mensen niet te begrijpen.

Mensen kunnen elkaar soms met grote moeite vergeven, óók gelovigen.
Daaruit blijkt ook, dat God anders is dan de mens. Een veel groter hart, liefde
die voor de gewone mens vreemd is. Onbegrijpelijk. Bovendien weet je, dat
wij maar weinig van andere mensen weten. God weet alles van ze, ook van
Hitler, Mao en dergelijke. Dat komt bij de grote witte troon aan de orde.

Maar wat geweldig, dat het laatste woord aan God is en niet aan de mens of
de tegenstander; daarom zullen Gods genade, leven en liefde overwinnen!
(meer…)

Woord vandaag

‘Wel weer mooi gisteren, dat geduld van God he, met ons leven. Hij neemt
alle tijd voor ons. Zo heeft Hij met ieder geduld.’

Het is een uiting van Zijn liefde voor ons. Paulus schrijft, dat wij Hem als
voorbeeld hebben voor een wandel in de liefde (Efeziërs 5:1,2).

‘Paulus noemt dat toch ook als eerste bij de vrucht van de geest in Galaten 5:22?’

Jawel, als eerste en je kunt zeggen, dat de andere acht aspecten die daar genoemd
worden, een uitvloeisel van die liefde van God zijn. Als je een ander de liefde van
God betoont, brengt dat ook vreugde en vrede voort (tweede en derde aspect van
die vrucht), zowel bij jezelf als bij die ander!

‘Ja, wat zit het woord van God weer prachtig en logisch in elkaar he. Ik vind het
mooi, dat het de vrucht van de geest is. Wij als mensen kunnen dat dus nooit
uit ons eigen vlees voortbrengen!’

Dat laatste is inderdaad absoluut onmogelijk, die vrucht van Galaten 5:22,23
is een uitwerking van het werken van God in het leven van de gelovige.
Zo krijgt de opmerking die Paulus eerder in Galaten 5 maakte: ‘dient elkaar
door de liefde’ meer glans en diepgang. Je gaat zien wat dat betekent.

‘Paulus kan natuurlijk alleen zo’n opmerking plaatsen als hij niet ook zou
wijzen op die ene kracht van God, die dat dienen kan produceren in ons
leven!’

Mooi he, het is de uitwerking van de in ons leven werkende genade van God!

Woord vandaag

‘Het is natuurlijk heel mooi, als je de ander genade schenkt. Maar je blijft
toch aan een voorval terugdenken, als je die ander elke keer op zondag ziet
en misschien ook doordeweeks bij een activiteit van de gemeente.’

De herinneringen zijn niet zomaar uit te wissen. Paulus rekende het de
broeders niet toe, toen hij bij zijn eerste verdediging helemaal alleen stond.
Het lijkt erop, dat dat al heel erg belangrijk is: reken je het iemand niet toe,
dan blijft het ook niet tussen jou en de ander in staan.

‘Probleem is dat ook gelovigen soms dingen maar niet kúnnen accepteren
en zeker niet vergeten. Dat duurt soms vele jaren. Verbittering.’

Het beste tegenmiddel tegen verbittering en loopgraven is genade. Gods
liefde die actief is in de gelovige, produceert genade. Laat het van je af
genomen worden, schrijft Paulus in Efeziërs 4. Ook dat is weer iets, dat
je zelf niet kunt. Hij doet dat, door de inwerking van Zijn woord (geest).

‘Maar je kunt er toch wel voor bidden?’

O ja, dat zeer zeker. Gebed verandert jou, niet die ander! Die ander, dat is
Gods zaak. Jij kunt die ander niet veranderen. Wel kun je voor die ander
bidden, ook dat is genade.

‘Uit handen geven he, dat is het. Het is in Zijn hand, die ander zijn leven.
Soms moet je lang geduld hebben. Maar God heeft dat ook met mij!’

Kijk, nu eindigen we weer met het evangelie: Gods geduld met ons, want
ook dat is een onderdeel van Zijn genadige handelen met ons.

Woord vandaag

‘Elkaar genade schenken. Dat is lang niet altijd makkelijk vind ik. Als iemand
jou heeft benadeeld, en het heeft je zelfs geld of bezittingen gekost, wat dan?’

In Korinte schroomden ze niet rechtszaken tegen elkaar te beginnen en dat voor
de wereldlijke rechter uit te vechten. Als je weet hoe mensen vandaag de dag met
de vinger wijzen naar christenen die in het openbaar hun conficten uitvechten,
dan kun je wel raden hoe men ‘van buitenaf’ tegen de gelovigen in Korinte aankeek.

‘Ja, zo werd het er niet aantrekkelijker op. Juist de gemeente zou onderlinge liefde
als aantrekkelijke factor kunnen etaleren.’

Paulus wijst de Korintiërs erop, dat bij conflicten -als dat nodig is- een wijze broeder
eventueel kan bemiddelen. Maar in feite zou -ideaal gesproken- een bemiddeling niet
nodig hoeven zijn. Als een gelovige -net als zijn Heer- onrecht zou willen lijden.

‘Onrecht lijden, en het laten gaan dus? Terwijl een andere gelovige dat jou aandoet?’

In feite is dat de weg die de apostel wijst. Het woord ‘vergeven’ heeft al in zich:
het laten gaan. Genade schenken gaat nog verder, want bij vergeven zou je er nog op terug kunnen komen.
Bij genade schenken is het: vergeven én vergeten; het niet meer tussen jou en de ander in laten staan.

‘Soms denk ik: we hebben nog een lange weg te gaan als gelovigen voordat we
wérkelijk leren genade te schenken. Je vervalt zo snel in menselijke reacties.’

Dat is zo, de weg die het evangelie wijst is radicaal anders dan het menselijke, zielse.
Als je de ander genade schenkt, geeft dat dubbele vreugde: bij jezelf én bij de ander!

Woord vandaag

‘Hoe werkt de genade van God in de praktijk van je leven als gelovige door?’

Zoals God jou genade schenkt, zo ook elkaar, schrijft Paulus in Efeziërs 4:30-32.
Anders bedroef je o.a. de heilige geest van God, staat er bij. Juist dat onderlinge,
daar ontbreekt het weleens aan, bij gelovigen.

‘Toch hoor je onder gelovigen over familieruzies, vetes die zich soms jarenlang en
soms generaties lang voortslepen.’

Als je Mattheüs 5:23,24 leest, moet je eerst naar je broeder toegaan als je je her-
innert dat hij iets tegen je heeft en je eerst met de broeder verzoenen. Maar dat
is het koninkrijksevangelie.

Maar volgens het evangelie van Paulus dan? Wat moet je dan doen als je weet dat
je broeder iets tegen je heeft (gedaan)?’

Onder de genade zoals Paulus die bekendmaakt, ga je niet naar die broeder toe om
te  verzoenen of verhaal te halen. Je schenkt genade. Ook al vind je misschien dat
die broeder erg irritant is.

‘Ja, maar je kunt de dingen toch niet zomaar laten gaan? Als die ander wat tegen
je heeft en vervelend tegen je doet, of je onrecht aandoet? Wat dan?’

Dat is een verdrietige zaak, het is vlees wat zich wil handhaven ten koste van alles.
Kijk maar bij de Korintiërs, zij hadden groepen die elkaar bestreden en Paulus zegt
tegen ze dat nog vleselijk zijn, en naar de (oude) mens leven.

‘Soms liggen de dingen zo ingewikkeld, dat er geen oplossing meer mogelijk lijkt.’

De oplossing ligt dan toch weer in genade. Als genade doorwerkt, worden onmogelijk
lijkende situaties opgelost doordat men elkaar genade kan schenken. We kennen
elkaar immers niet langer naar het vlees, toch? We zijn een nieuwe schepping in Hem!

Â