‘Eigenlijk heel mooi, dat wij beseffen, dat niets ons kan scheiden van de
liefde van God.’

Paulus bezingt de liefde van God in Christus Jezus in Romeinen 8:35-39.
Een bijzonder gedeelte uit de Schriften. Paulus begint het hele hoofdstuk
met dat niets tot veroordeling is voor hen die in Christus Jezus zijn. Dat
is op zich al iets geweldigs. En zij, die in Christus Jezus zijn, wandelen in
overeenstemming met de geest van God, en niet naar het vlees.

‘Bedoel je daarmee, dat wij voor God alleen in Christus Jezus zijn?’

Dat kun je zo zeggen ja. In Efeziërs 1 staat, dat wij gelovigen in Christus Jezus
zijn, die door God alleen in Hem gezien worden. Wij zijn voor Hem niet lang-
er in Adam, maar in Christus Jezus. Hij ziet ons altijd als onbeschuldigbaar en
heilig en smetteloos voor Zijn aangezicht. Het is voor ons iets dat misschien
langzaam maar zeker tot ons doordringt. Een geestelijke waarheid, die wij
niet zouden onderschatten.

‘In feite onvoorstelbare liefde van God, Hij begenadigt ons in de Geliefde.’

Wij wandelen daarmee in geloof, niet in wat wij met onze ogen tastbaar kun-
nen zien en waarnemen. Het zijn geestelijke werkelijkheden, die ons deel zijn
en die wij ons in geloof toe-eigenen. We zijn in Hem geborgen, zeker van Zijn
liefde. Hij heeft ons van meet af aan op het oog gehad, zonder dat wij er invloed
op konden uitoefenen. Die zekerheid van Gods liefde is bijzonder en wij zijn
door Hem verzekerd van een toekomst in heerlijkheid.

‘Daar word ik stil van.’

Gelukkig kunnen wij daar nog stil van worden. In deze tijd maken veel mensen
veel lawaai. De stilte van de stem van God -door Zijn woord- wordt door steeds
minder ervaren. We leven in een tijd met ongelooflijk veel verwarring en aller-
lei wind van leer. Daarin heb je het vaste van de Schrift nodig. Het korte zwaard
van de geest is ons tot verdediging geschonken, allerlei uitspraken van God in
ook deze Efezebrief zijn ons geschonken om af te weren! Weet je diep in je hart
verzekerd van Zijn liefde!