‘He, dat was mooie afsluiter gisteren uit Romeinen 8:1. Ik merk, dat ik
steeds nodig heb, herinnerd te worden aan wat het evangelie van
Paulus zegt.’
Het fijne is, dat als je de tegenstellingen, de contrasten met het andere
evangelie (van de besnijdenis of het koninkrijk) leert kennen, het nóg
geweldiger voor je wordt!
‘En hoe lees je dat stukje uit Mattheüs 18 over vergeving?’
De vergeving is in deze gelijkenis over het koninkrijk der hemelen voor
Israël. Zij zijn die slaaf die 10000 talenten moest betalen aan de koning.
Dat het evangelie van het koninkrijk opnieuw werd gepredikt aan de
Joden, is het onderwerp van het boek Handelingen. Er kwamen er heel
wat tot de ontdekking dat Jezus de Messias is die beloofd was in de Schrift.
‘Dat zijn dus Messias belijdende Joden? Met Petrus en de anderen?’
Ja, op grond van het gebed van de Heer Jezus: ‘Vader, vergeef het hun
want zij weten niet wat zij doen’ werd het volk vergiffenis geschonken
en ging het evangelie van het koninkrijk in Handelingen door, onder
leiding van de heilige geest. Net zoals in de gelijkenis verteld wordt
door de Heer.
‘Maar op hun beurt schonken zij geen vergeving aan de andere slaaf
die veel minder moest terugbetalen?’
Ja, die andere slaaf is dan een type van de heidenen. Dat niet vergevings-
gezind zijn naar de heidenen toe bleek heel sterk in Handelingen 21 en 22.
Paulus kwam met Trofimus in Jeruzalem. Daar ontmoette hij Jakobus,
die -na uitwisseling van ervaringen- hem nogal triomfantelijk meedeel-
de, dat er tienduizenden waren die geloofden, en allen zijn zij ijveraars
voor de Thora (niet de mondelinge, maar de schriftelijke!). Bovendien
wierpen zij Paulus afval van Mozes voor de voeten.
‘Dat is wel opmerkelijk ja, en uit die woorden blijkt dus al een gespannen
relatie tussen Jakobus en Paulus.’
Klopt, en Paulus neemt dan op hun verzoek deel aan een gelofte samen met
vier mannen (hij werd de Joden een Jood en ging vrijwillig onder de wet,
1 Corinthiërs 9, om enkelen te kunnen winnen). Daarna meende men dat
Paulus Trofimus (een heiden) voorbij de scheidsmuur gebracht had.
Op basis daarvan wilde men Paulus vermoorden (!) en hij werd net op tijd
ontzet door Romeinse soldaten.
‘Dat is nogal wat. Het ging toch om Joden uit Asia die de bevolking ophitsten?’
Zeker! En daarbij moeten we dus concluderen, dat de Messias belijdende Joden
onder Jakobus niets deden om Paulus te verdedigen. Of zij hem actief vervolg-
den blijkt niet duidelijk uit Handelingen 21 en 22.