Woord vandaag

‘Een mooi thema, dat wij burgers van een rijk in de hemelen
zijn.’

Zeker, het is de moeite waard daar binnen afzienbare tijd eens
naar te kijken. Dat Christus Jezus nu een apart lichaam uit-
roept voor een specifieke plaats in de hemelen te midden van
de hemelse machten en krachten, is voor velen onbekend.
Men gelooft vaak dat een gelovige ‘naar de hemel gaat’ meestal
direct bij het sterven.

‘Maar dat is toch niet zo? Dood is dood zegt de Schrift toch?’

Dood is wat het zegt te zijn: dood, en niet een andere vorm van
leven. Maar goed, laten we alleen kijken naar de gedachte van
veel christenen / gelovigen, dat men na dit aardse leven naar de
hemel zal gaan. Meer weet men vaak niet. Of er wordt gesproken
over allerlei voorstellingen hier op aarde in de 1000 jaren of op
de nieuwe aarde. Men verwart dat met: ‘in de hemel zijn’.

‘We staan in de hemel niet rondom de troon van God en van het
Lam met palmtakken te zwaaien?’

Nee. We zullen doen wat Paulus schrijft in Efeziërs 2:5-10 en in
Efeziërs 3:10,11. De overstromende rijkdom van Zijn genade in
Zijn mildheid over ons tentoonspreiden aan de hemelingen.
En we zullen de veelvuldige wijsheid van God bekendmaken
aan de soevereiniteiten en gevolmachtigden (twee van de hoog-
ste bestuurslagen in de hemelen) te midden van de hemelingen!

‘Tsja, wat zal dat toch geweldig zijn he. We kunnen ons het nauwe-
lijks voorstellen hoe en wat dat zal zijn.’

Het wérkelijk on-ge-loof-lijk dat wij, u jij en ik dáár zullen zijn, bij
Hem, Christus Jezus onze Heer! Het is zó geweldig, als je dat weer
beseft, dan verlang je enorm naar het grote moment dat de bazuin
zal klinken en de doden in Christus eerst opgewekt zullen worden.
En wij zullen daarna allemaal samen tegelijk Hém ontmoeten in de
lucht. En reken maar, dat Hí­j daarnaar uitkijkt!

Woord vandaag

‘We zijn alweer door een hoofdstuk Spreuken heen.’

Ja. Je merkt dat het mensen aanspreekt. Misschien door
het herkenbare uit het dagelijks leven. Misschien zien men-
sen het meer als een handboek wat wel en niet te doen. Dat
is Spreuken niet, maar het bevat wel wijze raad, die min-
stens het overdenken waard is.

‘En er zit toch ook veel typologie in?’

Zeker, het verwijst meestal naar andere dingen, sommige
Spreuken zijn alleen typologisch te begrijpen. Zoals de lof op
de degelijke huisvrouw uit Spreuken 31. Klinkt allemaal mooi,
maar geen enkele vrouw gaat elke avond laat slapen en staat
altijd voor dag en dauw op. Verreweg de meeste vrouwen heb-
ben geen spinnewiel thuis staan, laat staan dat ze kunnen spin-
nen. Dus je kunt dat hoofdstuk nooit letterlijk nemen.

‘Nee. inderdaad.’

Zo is het met heel de Schrift, je kunt dat niet lezen als een hand-
boek ethiek of alle geschiedenissen moralistisch uitleggen, zo
van: eens kijken wie wat fout en wie wat goed doet. En dat wij
dan het goede voorbeeld moeten volgen. Zo werkt de Schrift niet.
Er zit heel erg veel verborgen in de Schrift wat er wel uit te halen
is, maar dan moet je er tijd in investeren.

‘Je kunt echt niet het voorbeeld van de discipelen volgen die
vluchtten toen de Heer gevangen genomen werd.’

Precies. Petrus ging vlak na de opstanding vissen. Als we dat
navolgen, moeten we ook visser worden. Je begrijpt waar je te-
rechtkomt. Paulus echter zegt: wordt mijn navolgers. Hij volg-
de Christus Jezus na. Doen wij dat ook, dan heeft dat gevolgen,
want ook wij zijn burgers van een rijk in de hemelen!

 

 

 

Woord vandaag

Er zijn vrienden die blijken kwaad te doen,
Toch is er een met liefde meer toegewijd dan een broeder.
Spreuken 18:24

Je kunt niet altijd op mensen vertrouwen. Vrienden kunnen
je zelfs kwaad doen. Onder gelovigen kun je vrienden hebben,
soms denk je dat gelovigen je vrienden zijn, maar dat kan zeer
tegenvallen. Vooral als je op geestelijk inzicht tegenover elkaar
komt te staan. Dan kan er onherstelbare schade aangericht wor-
den. Alleen omdat men gelijk wil hebben.
‘Maar je kunt dan toch ook juist iemand treffen die je wel echt
kunt vertrouwen?’

Ja, dat is in de regel een enkeling. Iemand die voor de volle 100%
betrouwbaar is, is zeker in geestelijk moeilijke situaties goud
waard. De Heer zorgt er dan voor dat je tóch steun hebt door
middel van een ware, geestelijke vriend.
Het opmerkelijke is, dat het woord voor ‘vrienden’ te maken
heeft met ‘herder’ (of: voeder). Je kunt dan door zo’n waar-
achtig liefhebbende vriend als het ware gevoed worden met
goede woorden.

‘Paulus had op het laatst weinig van zulke echte getrouwen
om zich heen.’

Wat mensen betreft werd het eenzaam voor de verlaten apostel,
maar de Heer was nabij (Filippenzen 4:5). Lucas was op het laatst
nog bij hem, Timotheüs was trouw, Titus bleef goed gaan. Zelfs
(Joahnnes) Marcus was tot het einde een steun doordat hij het goede
werk bleef doen. De Heer voorzag op het laatst nog in een kleine
groep getrouwen!

 

Woord vandaag

Een behoeftige spreekt met smeekbeden,
maar een rijke antwoordt met ruwheid.
Spreuken 18:23

Degene die iets nodig heeft, zal vragen om gunsten van
de rijke. De behoeftige is zich bewust van de toestand
waarin hij verkeert. Juist zal zo iemand zich ook van
God afhankelijk weten. Paulus had geleerd om in alle
omstandigheden tevreden te zijn met wat hij had. Had
hij niets? Hij wist, dat God in al zijn behoeften zou
voorzien naar Zijn rijkdom in Christus Jezus (Fil.4:19).

‘Ja, wat is dat geweldig he, dan ben je niet afhanke-
lijk van je omstandigheden.’

Zo is het. En een rijke wordt door zijn materiële rijkdom
verhinderd om echt afhankelijk van God te leven. Van-
daar dat een kameel gemakkelijker door het oog van de
naald gaat, dan dat een rijke ingaat in het koninkrijk van
God (Mattheüs 19:24). Rijken kunnen dan ook keihard
tegen armen zijn, de gierige rijke zal de behoeftige niets
geven.

‘Hoe anders is de Heer Jezus!’

Ja, die verliet enorme rijkdom om arm te worden voor
ons, wij die geestelijk straatarm waren zijn de rijksten

van deze aarde geworden. Hij deelt Zijn geestelijke rijk-
dom met ieder die Hij roept, die Hem gelooft. Diegenen
worden gratis rijk, om niet ontvangen zij een veelheid
aan geestelijke zegeningen, die de zegen van Israël ver
overtreffen!

Woord vandaag

Wie een vrouw vond, vond iets goeds,
en verkreeg welbehagen van Jahweh.
Spreuken 18:22

Dit doet sterk denken aan Abraham, die zijn knecht Eliëzer
(God is mijn helper) stuurde om een vrouw voor Isaäk te
vinden. Hij vond Rebekka, de dochter van Bethuël, de zus
van Laban. Na de gebeurtenissen met de kamelen, die ook
door Rebekka te drinken kregen (Genesis 24:42-46) wí­st
Eliëzer, dat zij de vrouw voor Isaäk, de zoon van zijn heer
Abraham was. Hij belijdt dat in een gebed in Genesis 24:48:

Ik aanbad en boog mijn hoofd voor Jahweh; ik loofde Jahweh, 
de God van mijn heer Abraham, Die mij op de goede weg 
geleid had om voor zijn zoon de dochter van de broeder van 
mijn heer te nemen.

‘Dat is wat, Eliëzer werd op een bijzondere manier geleid om
deze bijzondere vrouw te vinden.’

Abraham had richting gegeven, Eliëzer mocht geen vrouw uit
de Kanaänieten nemen, maar een uit Abrahams eigen familie-

kring. Verder werd Eliëzer door Jahweh geleid om specifiek
iets te zien waaruit hij kon opmaken wat de juiste zou zijn. Dat
gebeurde toen Rebekka niet alleen hem, maar ook de kamelen
te drinken gaf. Daardoor wist de knecht, dat zij de ware was.

‘Hij, die een vrouw van Jahweh ontving, heeft werkelijk het goede
ontvangen!’


Veel jonge gelovigen vragen om leiding van de Heer in hun leven
om de juiste man of vrouw te vinden. Uit de Schrift zijn wel aan-
wijzingen te halen, welke kant op te gaan. Een gelovige zal onder
gelovigen rondkijken om iemand te vinden. Het gebed om Zijn
leiding daarin spreekt voor zich. Wat de uitkomst is? God zal het
uitwerken. In elk geval bleek Isaäk de juiste te hebben gevonden,
want zij troostte hem, nadat moeder Sarah op 127-jarige leeftijd
overleed (de enige vrouw in de Schrift van wie de leeftijd vermeld
wordt)! Rebekka bracht de warmte, de troost, die Isaäk zo nodig
had, ‘en’ staat er, ‘hij had haar lief’.