Woord vandaag

‘Heel boeiend wat in Efeziërs 1 staat over de positie van de gemeente.
Het is nauwelijks voor te stellen dat wij zo’n status hebben!’

Het is geweldig, Hij is gegeven als hoofd boven alles aan de uitgeroepen
gemeente, die zijn lichaam is. Met andere woorden: boven alles, boven
al die geestelijke en menselijke machten en krachten is Hij als hoofd
verbonden met het lichaam van Christus.

‘Maar, als je dat goed tot je laat doordringen, dan betekent dit toch dat wij
een positie hebben boven al de andere schepselen, in verbinding met
Christus Jezus?’

Absoluut. Laat daar geen twijfel over bestaan. Onze plaats is met Hem, daar,
boven en te midden van de hemelingen. Dat zegt heel veel. Hoger dan zo’n
plaats kun je niet hebben! Enorme rijkdom aan genade is ons geschonken!
Paulus gebruikt in Filippenzen in verband met ons dienstbetoon daar het
woord ‘domein’; iemand gebruikte daar eens het woord ‘hoofdkwartier’ voor.
‘Het blijft heel apart om er zo tegenaan te kijken. Het is een plaats die in Gods
universum centraal is?’

Van daaruit bestrijken wij als lichaam van Christus een enorm groot gebied.
Het woord ‘domein’ wijst daarop; en wij zullen Hem ‘assisteren’ bij dat grote
werk om al die schepselen in onderschikking aan Hem te leiden.
Bovendien wordt het hemelse karakter extra nadruk gegeven doordat Paulus
schrijft, dat ons domein toebehoort aan de hemelen. Dat wil zeggen: het is
karakteristiek van én in de hemelen.

Woord vandaag

‘Er wordt in de Schrift veel gezegd eigenlijk, als het gaat om
hemelse machten en krachten. De profeten zagen dat.’

Als je nagaat wat Ezechiël allemaal zag, en Jesaja en andere
profeten, dan besef je dat er veel meer is dan wij als mens nu
om ons heen waarnemen. De geestelijke kant wordt maar weinig
beseft. Zoals Daniël spreekt over de geestelijke vorst van Perzië
en zo zijn er veel meer op te noemen.

‘En in openbaring lees je ook veel over allerlei boodschappers, en
andere machten en krachten die een rol spelen.’

En dan te bedenken, dat Paulus in Efeziërs  1 schrijft, dat Christus Jezus
boven alle machten en krachten gezet is. Ook daarbij noemt Paulus de
gemeente die het lichaam van Christus is:

die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte
en aan Zijn rechterhand zette te midden van de hemelingen, ver boven
alle overheid en macht en kracht en heerschappij en elke naam die
genoemd wordt, niet alleen in deze eon, maar ook in die op het punt
staat te komen.
En Hij schikt alle  dingen onder Zijn voeten en heeft Hem als hoofd
boven alles gegeven aan de gemeente,die Zijn lichaam is, het
complement van Hem die alles in allen compleet maakt.

Ongelooflijk wat hier staat! Wij lezen hier over de zeer hoge positie die
Christus Jezus heeft in Gods universum. Hij is de hoogste, onder God.
Maar opnieuw -net als we in Kolossenzen 1 lazen- zien we de nauwe
verbinding tussen de gemeente, het lichaam van Christus en Hij als
hoofd van dat lichaam. Geweldig uitzicht voor het nieuwe jaar!

Woord vandaag

‘Gisteren heb ik nog even doorgelezen in Filippenzen 3. Wat daar
gezegd wordt, is wel bijzonder. Ons lichaam wordt veranderd.’

Paulus zegt dat, door God geinspireerd. Ons lichaam zal worden
omgevormd zodat het gelijkvormig wordt gemaakt aan Zijn ver-
heerlijkt lichaam:

Want ons domein behoort aan de hemelen toe, waaruit wij ook de
Redder verwachten, de Heer Jezus Christus, die ons vernederd
lichaam zal omzetten, gelijkvormig aan Zijn heerlijkheidslichaam
in overeenstemming met de werkzaamheid die Hem zelfs in staat
stelt het al aan Zichzelf te onderschikken.

Stel dat wij een toekomst op aarde hebben. Dan is de omzetting van
ons lichaam helemaal niet nodig, want we zouden net zo goed kun-
nen eten van de bomen van het leven en zo blijven leven in de 1000
jaar en daarna. God is bij machte om ons te bewaren op een plek
ergens op aarde tijdens de grote verdrukking, net als de gelovigen
van Israel in Petra dat zullen hebben. De wegrukking van de gemeente
is dan ook niet nodig.

‘Die omzetting moet dus wel te maken hebben met een andere omgeving,
niet op aarde maar in de hemelen.’

Deze woorden uit Filippenzen zijn alleen te begrijpen als de gelovigen ook
een toekomst en werkgebied hebben in de hemelen. Daarvoor moet dat
lichaam veranderd worden van een aards in een hemels lichaam. En dat
heeft Paulus al besproken in 1 Corinthiers 15. Een lichaam dat onsterfelijk
is, dat hemels is, dat niet gebonden is aan de aarde, dat is noodzakelijk.
Israel zal zo’n verandering niet ondergaan als zij het aardse koninkrijk
binnenwandelen.

Woord vandaag

‘Die hemelse bediening van het lichaam van Christus, je hoort er
weinig over, terwijl Paulus nadrukkelijk spreekt.’

Het is een van de tactieken van de tegenwerker om de gelovige te richten
op en zich bezig te houden met aardse dingen. Alles is goed, als het maar
afleidt van de hemelse dingen. De tegenwerker kan dat heel geraffineerd
spelen. Een hele bekende is: laat de gelovigen ook helpen meebouwen aan
een betere wereld, een betere aarde.

‘Daar hoor je wel over. Men is dan bezig Gods koninkrijk op deze aarde op
te richten, of dat op zijn minst gestalte te geven.’

Dat zijn de bekende geluiden die je gaandeweg in de evangelische beweging
steeds meer hoort. Men spreekt dan over rentmeesterschap. Men wil dan
een goed rentmeester zijn over deze aarde en de aardse dingen. Zo is men in
in evangelische kring ook betrokken bij het milieu en zo voorts. Men maakt
zich daar soms net zo druk over als de ongelovige, terwijl we gewoon uit de
Schrift weten, dat de aarde minstens nog 1000 jaar meegaat.

‘Degenen die zo bezig zijn, hebben geen minuut tijd om na te denken over een
mogelijke hemelse bediening van de gemeente. Men is daar niet mee bezig.’

Vandaar de aanmoediging van Paulus om te bedenken de dingen die boven zijn
en hij voegt er aan toe: niet wat op de aarde is. Gericht op Christus! Wij kennen
Hem niet naar het vlees! Dat zegt Paulus in 2 Corinthiers 5:16,17. Wij houden ons
niet bezig met aardse zaken. Alleen het noodzakelijke. Wij, gelovigen, zijn bezig
met dat burgerschap in de hemelen:

Want velen, over wie ik jullie vaak sprak, nu echter spreek ik ook wenend,
wandelen als vijanden van het kruis van Christus. Hun voleinding is ondergang,
hun god is het onderlijf en hun heerlijkheid is in hun schande; zij zijn 
op aardse
dingen gezind.
Want ons domein behoort aan de hemelen toe, waaruit wij ook de Redder
verwachten, de Heer Jezus Christus.

Woord vandaag

‘Buitengewoon boeiend, dat wij te midden van de hemelingen onze
toekomst hebben, in de komende eonen toch?’

Dat schrijft Paulus met zoveel woorden in Efeziers 2:6,7. Dat is de plaats
die wij als leden van Zijn lichaam hebben. De vele gelovigen die denken
dat wij een toekomst op aarde hebben, houden geen rekening met de
woorden van de apostel in deze verzen:

en wekt ons gezamenlijk op en zet ons gezamenlijk te midden van de
hemelingen in Christus Jezus,
opdat Hij in de komende eonen tentoon
zal spreiden de overstijgende rijkdom van Zijn genade in Zijn mildheid
voor ons in Christus Jezus..

‘Als je dit leest kun je er in feite niet meer omheen. Wij zijn daar gezet,
te midden van de hemelingen.’

En in één adem lees je vervolgens dat die situatie zich in de komende
eonen niet wijzigt. Daarom is dat tentoonspreiden van de overstijgende
rijkdom van Zijn genade in Zijn mildheid voor ons in Christus Jezus óók
daar en niet op aarde!
Door ons zal God dat doen. Al die machten en krachten zullen Zijn genade
en mildheid leren kennen door de gelovigen van het lichaam van Christus.
Hoe wij met hen zullen spreken, is niet duidelijk. Wellicht door het uitspre-
ken van woorden, waardoor geest overgedragen wordt. Of misschien maken
wij op een andere manier contact, door gedachten over te kunnen brengen.

‘In elk geval wel heel erg bijzonder, dat wij er zo over kunnen nadenken met
elkaar. Wij leren dat Woord ook kennen zodat wij dat straks aan hen kunnen
vertellen?’

Daarom geloof ik dat het heel erg belangrijk is, dat gelovigen Gods woord goed
leren kennen en begrijpen, en dan met name de brieven van Paulus. Want in
die brieven vinden wij de verborgen wijsheid van God, die Hij daarvoor niet
bekend heeft gemaakt aan de mensen! Als de machthebbers daarvan geweten
zouden hebben, zouden zij immers de Heer van de heerlijkheid niet gekruisigd
hebben. Maar dat is wél gebeurd, omdat dat noodzakelijk was in Gods plan.
Het feit, dat Christus Jezus nu als opgewekte aan Gods rechterhand zetelt, is
voor de hemelse machten en krachten op zich al een prediking!