Woord vandaag

‘Het gaat er natuurlijk om, wat God doet, en niet wat mensen aan toekomst-
verwachting hebben.’

Ja, al diegenen die liever op aarde bleven, gaan ook mee omhoog. Waarom?
Omdat zij verzegeld zijn, natuurlijk! Zij zijn dat tot in de dag van de vrijkoping.
En dan wordt heel de gelovige veranderd en ontvangt een hemels, een geeste-
lijk lichaam. Dat is geen compleet nieuw, ander lichaam, maar een veranderd
lichaam, aangepast aan de nieuwe omgeving: dus niet de aarde, maar de heme-
len! Dáár ligt onze toekomst in de komende eonen.

‘Toch verdrietig, dat daar zoveel verschil van mening over bestaat.’

Jammer, en we kijken uit naar de grote dag, als Hij komt in de lucht. Anderen
die dat niet zien, missen een geweldige verwachting in hun  leven. Zij mixen
meestal de twee evangeliën (dat van de besnijdenis en dat van de voorhuid/
onbesnedenen) en komen dan uit bij een aardse toekomstverwachting als
deel van Israël en als bruidsgemeente.

‘He maar wij zijn de bruid toch niet?’

Klopt. Paulus noemt de gemeente nooit de bruid, en dat zou al meer dan vol-
doende moeten zijn. Wij zijn het lichaam van Christus en Paulus spreekt in
vergelijking in Efeziërs 5:22-33 over de gemeente, het lichaam van Christus
als onderschikkend aan Hem als hoofd, zoals een vrouw dat aan haar man
doet die haar liefheeft – in het huwelijk en niet als bruid. Paulus spreekt daar
overduidelijk van een situatie van een getrouwde vrouw met haar man, en
dan is die vrouw geen bruid meer!

‘Prima, duidelijk, vreemd als er mensen dan nog met droge ogen beweren,
dat de gemeente wel de bruid is.’

Men zet de staafmixer erop : alles door elkaar gehusseld en de heiden wordt
een deel van Israël, dat immers de bruid zal zijn in de komende eon. Men ont-
gaat het, dat er sprake is van twee lijnen, twee evangeliën, en zo komen zowel
Israël als het lichaam van Christus volledig tot hun recht. Op aarde en te mid-
den van de hemelingen. De tegenwerker, de god van deze eon, is erop uit, die
verschillen met elkaar te verwarren, hij is de grote diabolos, dooreenwerper.

‘Nou ik laat me deze heerlijke verwachting niet ontnemen door al dat gedoe!’

Precies, we blijven trouw Paulus volgen, die de apostel van de volkeren in deze
tijd is, onze leraar, en aan die voeten zitten wij, want hij spreekt het woord van
de Heer zelf!

Woord vandaag

‘De ontwikkelingen in het Midden-Oosten volgen elkaar snel op.’

Zeker. In Jemen is veel onrust, de al 33 jaar zittende dictator zal wel ver-
dreven worden, nu er al zo lang protesten zijn en er zelfs gevechten zijn.
Toch opmerkelijk, dat zulke veranderingen in korte tijd plaatsvinden.
Het boek Openbaring opent ermee, dat als de dingen die in dat boek be-
schreven staan, gaan plaatsvinden, het snel zal gaan.

‘Het mooie is, dat het profetische woord zeer vast is en schijnt als licht
in een duistere plaats.’

Ja, dat is wel een zekerheid in deze tijd vol onrust in heel de wereld, die wel
steeds meer op zijn kop lijkt te worden. En het gaat allemaal in snel tempo.
Niettemin kijken wij uit naar de terugkeer van Gods Zoon uit de hemelen
(1 Thessalonicenzen 1:9,10), en Hij zal de gestorvenen in Hem opwekken en
levendmaken en wij zullen dan veranderd worden! Dát is de grote verwach-
ting die wij hebben, op onze dag van de bazuin van God.

‘En maakt het uit of je erg je best hebt gedaan om weggerukt te worden?’

Nee, want dat is een zaak van louter genade. Het is ongeacht of wij geestelijk
gezien waken of slapen. God zal iedereen die bij het lichaam hoort, wegroepen
voor hoger dienstbetoon te midden van de hemelingen. Dat wij dit belijden,
wordt niet door iedereen in dank afgenomen, integendeel zelfs. Je krijgt snee-
ren, het wordt weggeredeneerd, men wil liever op aarde zijn en blijven.
Maar het staat er wel en daar gaat het maar om. God gaat echt niet ieders per-
soonlijke verwachting vervullen; Hij vervult Zijn woord!

Woord vandaag

‘Nu Ghadafi gedood is, is er weer een dictator in het Midden-Oosten weg.’

Als we bedenken dat lang zittende dictators als Mubarak en Ghadafi bin-
nen 9 maanden weg zijn, dan betekent die arabische lente wel wat. Er
zit natuurlijk veel achter. Ook in andere landen is er het nodige gebeurd
en in Syrië blijft het rommelen, wat mijns inziens moet leiden tot de val
van het regime Assad. Turkije ziet daarin een machtsuitbreiding, want
als Syrië als macht ingeperkt wordt, wordt Turkije automatisch invloed-
rijker.

‘En Jordanië dan?’

Jordanië speelt een min of meer een sleutelrol op dit moment. Er wonen
daar erg veel palestijnen, zelfs een meerderheid van de bevolking van Jor-
danië is dat. Het koningshuis van Jordanië is officieel beheerder van de
heilige plaatsen van de Islam. Dus ook van Jeruzalem. In het nadenken
over deze tijd in de Arabische wereld, moet je dat meenemen. En de strijd
gaat uiteindelijk om Jeruzalem.

‘En Saoedi-Arabië?’

Dat land is belangrijk omdat daar twee heilige plaatsen van de Islam zijn:
Mekka en Medina. Het lijkt erop, dat als je Daniël 11 leest, dat ‘de koning van
het zuiden’, die daar genoemd wordt, de koning/leider van Saoedi-Arabië is.
Nu de kroonprins van dat grote land met veel olie vandaag overleden is, kan
het mogelijk leiden tot nieuwe ontwikkelingen.
Het is feitelijk het land Midian, waar Mozes heen vluchtte. Ook Paulus was
in Arabië, waar hij in stilte door de Heer onderwezen werd.

‘Ja, een belangrijk land dus ook, en Irak?’

Ook heel erg belangrijk natuurlijk, want in dat land ligt Mesopotamië, waar
Adam en Eva verbleven en waar Abram geroepen werd. Hij kwam uit Ur en
dat lag zuidelijk in wat nu Irak heet. Buitengewoon belangrijk is, dat Babel
(reeds herbouwd door Saddam Hoessein) in Irak ligt. En Babel is volgens de
Schrift het hart van de tegenstander. Uiteindelijk gaat het in Openbaring
om 2 steden: Jeruzalem en Babel!

Woord vandaag

‘Eigenlijk wel erg, als je als nietsvermoedende pas gelovige in een groep
terechtkomt, waar veel (subtiele) dwang is.’

Dat kan niet van de geest van God zijn, want ‘waar de geest van de Heer is,
is vrijheid’, schrijft Paulus aan de Corinthiërs. De gelovige staat in een ge-
weldige vrijheid: vrij van dwang, vrij van slavernij (welke vorm dan ook),
vrij van al wat bindt. De enige binding die wij hebben is die aan en van de
Heer zelf, die ons hoofd is, van Wie wij geestelijk voedsel ontvangen.

‘Meestal is er een door de groep betaalde sterke leider, die de touwtjes heel strak
in handen heeft en vaak het geven van 10den belangrijk vindt.’

Dat is scherp gezegd, maar waar. Daarom is het zaak een groep eerst te toetsen
aan het evangelie naar Paulus. Heerst er genade? Of is er sprake van dwang?
Is er één hele sterke leider, die alles (ook over de financiën) te zeggen heeft en
oncontroleerbaar is? Of zijn er meerdere dienende mensen die het werk dragen
en bezig zijn met Zijn werk? Staat Gods woord of dat van de leider centraal?

‘Zo zie je hoe dienend en ootmoedig Paulus bezig was. Hij deed wat de Heer hem
opgedragen had.’

Omdat de Heer hem voorzag in wat nodig was (ook via het maken van tenten)
was hij volledig vrij om het woord van zijn Heer te kunnen spreken. Dat was van
a tot z : Gods genade. Dat maakte hem tot een eenzaam mens, als het zijn mede-
gelovigen betrof, niettemin spreekt hij vol vreugde in Filippenzen 4:5 uit:
De Heer is nabij!

‘Ja, mooi dat we dat meekrijgen van hem.’

Zo kunnen we met vreugde Hem dienen in ons dagelijks leven. Hij gaat mee, ook
als we soms moeilijke dagen kennen, en worstelen met vurige pijlen die de
tegenwerker (soms via mede gelovigen!!) op ons afvuurt. Maar we hebben en
doen aan de hele wapenrusting van God, om te kunnen standhouden, te weer-
staan en te staan in dat goede nieuws, dat we van de apostel ontvangen hebben!
We leven in een boze eon (aioon), de boze dag, dat blijkt, maar door Gods genade
gaan we door!

Woord vandaag

‘Mooi, dat we als gelovigen niet bij alles hoeven te denken of we wel
genoeg doen – in de ogen van mensen.’

Ja, gelovige mensen jagen elkaar vaak op en komen nooit tot rust.
Vaak is er onder gelovigen een subtiele (of minder subtiele) groeps-
dwang. En die is in de praktijk sterker dan de heldere uitspraken
van de Schrift zelf. Dan heerst er een bepaalde geest, en dan moet
er van alles. Mensen die dat jarenlang meemaakten en de genade
zoals Paulus die brengt, leren kennen, verzuchten dan: ‘ja wat heer-
lijk dat ik nu vanuit een ontspanning houding kan leven en werken,
nu ik weet dat het allemaal niet meer moet’.

‘Tsja, dat getuigen mensen die uit een wettisch klimaat komen.’

Daar is het altijd moeten-verplicht-moeten, zonder vreugde wordt er
gediend. Men doet alles plichtmatig. Op termijn houden ze dat niet
vol. Dan stopt men ermee, of er breken conflicten uit. Als je naar de
Corinthiërs kijkt, dan zie je dat daar ook conflicten waren, men keek
naar elkaar en de een voelde zich nog belangrijker dan de ander.

‘Men wilde regeren nu al, in dit leven, terwijl om dienen gaat.’

‘Een slaaf staat niet boven zijn heer’, zei de Heer zelf al, en
‘Eén is uw
Meester, en jullie zijn allen broeders’. In Corinthe liepen er nogal
wat broeders rond die hun eigen haan koning wilden laten
kraaien,
de een wist het nog beter dan de ander;  dat zag je in gereformeerde
kringen veel en tegenwoordig zet zich dat verschijnsel in evangeli-
sche kringen onverminderd voort.

‘Dat is helaas maar al te waar, ja.’

Dat zag je in evangelische kringen gebeuren. Anderzijds waren er men-
sen, die heel enthousiast wilden dienen, maar zichzelf voorbij liepen.
Ze wilden van alles doen in gemeenteverband, maar meldden zich na
een aantal jaren af voor activiteiten. Uitgeblust. Of erger: overspannen.
In de gesprekken blijkt dan, dat ze dachten dat het allemaal moest.
Aan de andere kant voelden zij zich vaak gedwongen door ogen van
mensen. Ook hierin geeft Gods genade het verlossende woord: Hij

doet Zijn werk in ons en vanuit die rust leven en werken wij!