Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

16 januari 2018
‘Paulus ondervond veel.’

Hij kreeg ook per direct te horen, dat
hij veel zou lijden voor de Naam van
God (Handelingen 15:16). Dat kwam
niet over hem omdat hij (net als voor-
heen) de Thora + overleveringen uit-
droeg. In die situatie berokkende hij
anderen veel kwaad. Nu zou kwaad
en dus lijden over hem komen omdat
hij de genade van God als evangelie
predikte en uitdroeg.

‘Precies omgekeerd.’

Ja, en zo moest hij veel lijden onder
de aanvallen van de tegenwerker.
Hij kreeg daartoe de geestelijke wa-
penrusting van God aangereikt. Dat
schreef hij op in Efeziërs 6:10-20. En
Ervaren in die strijd kon hij ervan ge-
tuigen en precies en doelgericht er
over schrijven.

‘Aanvallen van links en rechts?’

Van rechts verwacht je ze wel, dat is
van de traditie en orthodoxie. Ze zit-
ten zelf nog onder de grondbeginse-
len van de wereld. Zij willen niet bre-
ken met deze principes. Paulus had
letterlijke (Lystra, Handelingen 14) en
geestelijke (overal waar hij kwam) ste-
nen naar zijn (H)hoofd gegooid gekre-
gen. Want: het evangelie is niet naar
de mens.

15 januari 2018
‘De moeiten en strijd blijven.’

Paulus had dat voortdurend. Steeds
die onrust, de tegenwerking. Aan de
andere kant de blijdschap en vreugde
van het evangelie van genade. Dat is
de kern. Zijn mond en pen stroomden
ervan over en het was diep in zijn hart
verankerd. Bijzonder: de fanatiekste
farizeeër, was wettisch tot en met, la-
ter hét toonbeeld van Gods genade.

‘Grote verandering.’

Hij had alles verspeeld, vervolgde de
gemeente van God. Leverde de arme
gelovigen uit met eventueel de dood
als gevolg. Liet zich gebruiken (zon-
der te beseffen) door de tegenstander.
God greep in grote genade in. Saulus
werd als door een bliksem getroffen
door overweldigende genade, de Heer
zelf stopte hem.

‘En zette hem direct in.’

Daarna schreef Paulus aan Timotheüs
van de overweldigende genade en lief-
de van Christus Jezus. Niet, dat hij ver-
der ging in ijver voor de Thora. Dat al-
les had hij als verwerkt geacht, het
vlees had geen nut (Filippenzen 3:1-8),
de voorrechten in het vlees waren
voorbij. Gods geest bleek de enige wa-
re kracht tot leven, wandel en denken.

14 januari 2018
‘Wat zijn onze tegenwerkers?’

Wat om ons heen is, waar we elke dag
mee te maken hebben, zijn deze drie:
het vlees, de wereld en de tegenwerker.
Wanneer we als gelovigen het vlees la-
ten gaan, komen we in de bedenkelijke
werken van het vlees (Galaten 5:19-21)
terecht. Daar kunnen we de tegenwer-
ker niet de schuld van geven.

‘Duidelijk. En de wereld?’

De ‘dingen van de wereld’ willen zich
steeds aan ons opdringen. Dat we daar
alle tijd en aandacht aan gaan geven.
Johannes zegt daar ook iets over, en
doet je denken aan de eerste zonde:

heb de wereld niet lief…..want al wat
in de wereld is, de begeerte van het
vlees, de begeerte van de ogen en een
hoogmoedig leven is niet uit de Vader,
maar uit de wereld. En de wereld en
haar begeren gaan voorbij….
                           1 Johannes 2:15-17

‘Israël verlangde terug naar Egypte.’

Dat is hetzelfde principe. Zouden ze
werkelijk zijn teruggekeerd, dan zou-
den ze niet in het beloofde land zijn
gekomen. En niet het toebedeelde
lotdeel hebben bezet. De door-elkaar-
werper is daar op uit. Onze wandel is
belangrijk. We willen daarin het goe-
de doen. Niettemin blijft het geeste-
lijk conflict ons deel.

13 januari 2018
‘De strijd ging voort.’

Vanaf het prille begin dat Paulus zijn
evangelie verkondigde, is de geeste-
lijke strijd gaande. In de brieven lees
je dat terug. Galaten, de Korintebrie-
ven; ze getuigen ervan. Wat naar vo-
ren kwam is de genade van God in al
zijn reikwijdte en diepte. In Tenach
was van God al heel wat bekend.

‘Dat Hij genadig is?’

Dat zeer zeker, want dat krijgt Mozes
op de berg te horen. De Naam wordt
geroepen, en dat Hij genadig en barm-
hartig is. De rijkdom en volheid van de
genade van God wordt door Paulus in
zijn brieven bekendgemaakt. Dat is de
kern van zijn evangelie en de mensen
zaten er niet op te wachten.

‘De slang is ook bezig.’

Zonder dat we teveel eer willen geven
aan de tegenwerker, noemen we die
wel. Die is volgens Efeziërs 2:2

overste van het volmachtsgebied van
de lucht.

Het is de geest die werkzaam is in de
zonen van de weerspannigheid. En de
gelovigen die hun hemels lotdeel ken-
nen en zich dat bewust zijn, krijgen er
last mee. Paulus ervoer dat, en zoals
eerder gezegd, het is in zijn brieven
terug te lezen.

12 januari 2018
‘Men richt zich op het doen.’

Dat is zo, en dat is dan ook helemaal
naar de mens. In Galaten komen we
direct onder de indruk hoe de apos-
tel van de natiën schrijft. Fel.
Dat moest hij zo doen, want het fun-
dament van zijn evangelie werd onder-
mijnd. Hij stelt in Galaten 1, vers 1-10:
het evangelie is niet naar de mens.

‘Ook geestelijke strijd?’

Nou en of, want het gaat terug naar
de aloude leugen van de tegenstan-
der. Waarmee die het vlees van de
mens aansprak: jullie zullen als God
zijn, kennende goed en kwaad. Plus:
de ontkenning van de dood. Eva en
Adam werden misleid om het zelf te
doen en niet in afhankelijkheid van.

‘Zo. Dat gaat diep.’

Het is de kern waar het om draait.
Daarom is de genade van God basis
en inhoud van Paulus’ evangelie. In
alle aspecten van redding geldt dat.
Juist en zeer zeker in de wandel en
het gedrag van de geredde mensen.
Ook daarin is Gods genade leidend
in alle opzichten.