‘De Zoon neemt de centrale plaats in Gods plan in?’
Het voornemen van de eonen voert Vader uit in Christus Jezus,
onze Heer (Efeziërs 3:11). In elk geval blijkt ook uit deze woorden,
dat de Heer de grote Uitvoerder van Gods plan is. Hij is het, die
afdaalde in de lagere delen van de aarde (Efeziërs 4:9). Dat wijst
niet alleen naar Zijn voetstappen in het beloofde land. Het wijst
ook naar Zijn vernedering of verootmoediging. Hij daalde af.
‘Dat doet denken aan de gezindheid van Christus Jezus.’
Dat is die gezindheid die ook in ons zou zijn. De apostel wijst erop
in Filippenzen 2:5 en volgende verzen. Dat dat voor ons hét voor-
beeld is voor deze tijd, voor alle gemeenteleden, zou duidelijk zijn.
Je komt het in de praktijk niet zo erg vaak tegen. Eerder is de mens
hoogmoedig en trots dan ootmoedig en zachtmoedig.
‘Ook in kringen van ware gelovigen?’
Ook daar ja, kennis maakt opgeblazen. Liefde bouwt op. Het gaat
niet om gelijk te willen hebben. Het gaat om het getuigenis van
het woord van God, dat wij mogen naspreken. Iets van die heerlijk-
heid bekend te maken, is een van de grootste voorrechten van de
gelovigen van vandaag. Toch blijkt onder gelovigen soms weerstand
te bestaan tegen het evangelie dat Paulus bracht. Merkwaardig.