Woord vandaag

‘De dag van de opstanding was op een weeksabbat?’

Dat blijkt uit wat we lezen in de Schrift. Laten we eerst naar Mattheüs kijken.
In Mattheüs 28:1 staat:

Bij het oplichten naarbinnen één van de sabbatten kwamen Mirjam Magda-
lena en de andere Mirjam om het graf te zien….

De uitdrukking naarbinnen één van de sabbatten is duidelijk; het gaat daad-
werkelijk om een sabbat. Dit is de gewone weeksabbat, en deze viel toen
direct na de grote sabbat van het feest van de ongezuurde broden (Johannes
19:31). Dit zinsdeel wordt in de vertalingen volkomen ten onrechte vertaald
met: de eerste dag van de week. Dit is een interpretatie, geen vertaling.

‘Duidelijk. En wat vinden we in Marcus?’

Daar lezen we in Marcus 16:2 :

….en zeer vroeg in de ochtend van één van de sabbatten kwamen zij bij het
graf 
bij het opgaan van de zon

Opnieuw een duidelijke, niet mis te verstane uitdrukking. Hier wordt de na-
druk gelegd op het feit, dat het vroeg in de ochtend op die sabbat gebeurde.
Juist door de extra aanduiding dat het in de ochtend op die dag (één van de
sabbatten) gebeurde, pint de opstanding als het ware nog vaster op die dag.
De betekenis is natuurlijk prachtig: als teken dat het grote werk (het lijden
en sterven op Golgotha) gedaan is, stond Hij op op sabbat!

Ja mooi, maar wat lezen we in Lucas?’

Lucas, de arts, schrijft als volgt in 24:1 :

….Echter, in de vroege diepte van één van de sabbatten kwam zij, en zekere
anderen gezamenlijk met hen, bij het graf…..

Ook hier een uitdrukking die wijst naar het zeer vroege tijdstip van die dag.
‘Vroege diepte’; wij zeggen nu ook nog wel ‘diep in de middag’ of ‘diep in de
avond’. Dit benadrukt hier dat het zeer vroeg was op die dag. En opnieuw
het: één van de sabbatten laat geen enkele ruimte voor onze interpretatie
over. Het was een van de zeven normale weeksabbatten die geteld moesten
worden, zodat bij de 50e dag pinksteren gevierd kon worden!

Woord vandaag

‘Nou het is steeds een lastig iets, die opstandingsdag.’

Het wordt duidelijk, wanneer je de Schrift volgt en let op wie wanneer iets
zegt. Dat zijn de vaste basisprincipes van het lezen van de Schrift:

– Wie zegt het?
– Tegen wie wordt iets gezegd?
– Wanneer wordt het gezegd?
– Wat is het tekstverband?
– Waar gaat het over?

Zo geldt dat dat zeker, wanneer het om uitdrukkingen gaat, die de tijd be-
treffen. De Hebreeuwse manier van uitdrukken is anders dan de Romeinen.
En weer anders dan de Grieken. De Griekse manier van uitdrukken is het
meest exact, het meest precies. Dan staat er: de derde dag, en dat staat
in een naamval waarmee je kunt vertalen: in de derde dag.

‘Dat moet het dus zijn. Het gebeurde op of in de derde dag.’

Ja, en dat het Hebreeuws dan zegt: drie dagen en drie nachten, is daarmee
niet in strijd. De Hebreeër rekent een deel als een hele. En de Romeinen
kenden een Latijnse manier van uitdrukken: na drie dagen, maar zij bedoe-
len dan hetzelfde, dat het in drie dagen gebeurd is.
We hebben gisteren gezien, dat de Heer op de 14e nisan vlak voor zonson-
dergang in het graf gelegd werd. Op de 15e nisan, de eerste grote sabbat
van het feest van de ongezuurde (broden) lag Hij ook in het graf, dat is de
tweede dag dat Hij in het graf lag.

‘En de derde is dus de dag dat Hij opstond.’

Dat is de 16e nisan. De dag waarop de eerstelinggarf heen en weer bewo-
gen wordt voor het aangezicht van Ieue. Nu was het zo, dat die dag een ge-
wone weeksabbat (zaterdag) was. Dat blijkt uit de diverse teksten over de
dag waarop Hij werd opgewekt uit de doden. Daar zullen we morgen naar
kijken. We staan er in deze tijd bij stil, omdat het Pasen binnenkort is, maar
we gedenken eigenlijk Zijn opstanding het hele jaar door! 

Woord vandaag

‘Die drie dagen en drie nachten staat alleen in Mattheüs 12?’

Het is een citaat uit Jona en de Heer past het op Zichzelf als de Zoon van
Adam, toe. Het is de Hebreeuwse manier van uitdrukken. Daarop kun je
niet onze manier van rekenen leggen. De uitdrukking ‘dagen en nachten’
kan ook gelden voor een deel van een dag. De avond luidde reeds de vol-
gende dag in. Stel dat je deze manier van uitdrukken gaat uitspreiden, dan
zou de Heer op de vierde dag zijn opgestaan. Want wanneer de Heer ‘drie
volledige dagen en drie volledige nachten’ in het hart van de aarde was,
dan zou Hij pas de vierde dag er weer uit komen!

‘Tijdrekenen volgens de Bijbel is dus moeilijk.’

Je moet opletten, want er wordt op verschillende manieren gesproken.
In Marcus, die meer richting de Latijns/Romeinen schrijft, staat weer
een andere uitdrukking, die lijkt te ondersteunen dat de Heer drie vol-
le dagen en nachten in het graf lag. In Marcus 8:31; 9:31; 10:34 staat in
de grondtekst (en helaas niet in de Statenvertaling of de herziene Sta-
tenvertaling): …..na drie dagen. Dit lijkt de gedachte te ondersteunen,
dat 
de Heer op de vierde dag opstond.

‘Nu lopen we dus vast, want er staat óók, dat het de derde dag was!’

Zeker, we vinden dat in Mattheüs 16:21; 17:23; 20:19; Lucas 9:22, onder
andere. Dit zou dus in tegenspraak zijn met wat we al vonden, dat het
volgens andere uitdrukkingen op de vierde dag zou moeten zijn. Dit
gaat niet aan, want het was werkelijk de derde dag. Op de 14e nisan, de
dag dat de Israëlieten het paaslam moesten slachten, op die dag werd Hij
gekruisigd en stierf Hij. Vlak voor zonsondergang (ongeveer 18:00) werd
Hij in het graf gelegd. Zo telt deze dag als de eerste dag dat Hij in het graf
lag. Op de 15e nisan, dat is de eerste grote extra sabbat die hoort bij het
feest van de ongezuurde (broden), lag Hij ook in het graf, dat is de tweede
dag dat Hij in het graf lag. Morgen kijken we verder!

Woord vandaag

‘De grote opdracht, dat is Mattheüs 28:18-20?’

Ja, dat is hun bezigheid in de 1000 jaren. Al de volkeren tot discipelen
maken en hen te leren onderhouden wat Hij gezegd heeft. Daarvan
zou je kunnen zeggen: de bergrede. Daarin tref je de grondwet voor het
Koninkrijk op aarde aan. Zeker is, dat deze rede niet voor vandaag, niet
voor het lichaam van Christus bedoeld is. De Heer sprak toen tot en
voor Zijn volk Israël. 

‘Dat kun je op zoveel plaatsen niet zeggen. Men leeft bij de bergrede.’

Daarmee mist men de overweldigende rijkdom van Gods genade in het
evangelie dat aan Paulus toevertrouwd was. Dat evangelie legt geen
voorwaarden bij de mens neer. Het spreekt van de totale overwinning
die God behaalde via en door Zijn geliefde Zoon. Deze werd weliswaar
aan het kruis genageld, maar die schijnbare nederlaag bleek de aller-
grootste en definitieve overwinning.

‘We denken er volgende week vrijdag weer extra aan.’

Dan gedenken wij weer de 14e nisan, de dag waarop de Heer Jezus ge-
kruisigd werd. Hij stierf, werd in een nieuw graf in de tuin van Jozef van
Arimathea gelegd, en werd op de derde dag, de 16e nisan, opgewekt uit
de doden. De diverse verslagen van het leven van onze Heer getuigen
daarvan. Net zoals Jona in de buik van de grote vis was, drie dagen en
drie nachten, was de Zoon van Adam drie dagen en drie nachten in het
graf en werd daaruit opgewekt! 

Woord vandaag

‘Boeiend. Jozef van Maria kende dus wel vrees. Een gewoon mens.’

Opmerkelijk, dat Jozef een zoon van David was. Hij komt dus uit de ko-
ningslijn, zoals ook door Lucas 3:31 bevestigd wordt. Na David worden
nog een stuk of 3 Jozefs genoemd en daarmee wordt toch een nadruk
op Jozef gelegd. Elke zoon van David is een type van de grote Zoon van
David. De grote Jozef uit Genesis echter, zet in feite een andere lijn in.

‘Hoe zit dat dan?’

Dat is de lijn naar het koningschap over de 10 stammen van Israël. Later
zouden de 10 stammen zelfs aangeduid worden met Efraïm, en dat was
één van de beide zoons van Jozef, de andere was Manasse. In de profe-
ten lezen we over dat wat specifiek Efraïm geldt. In Hosea wordt de naam
Israël afwisselend met Efraïm gebruikt voor de 10 stammen.
Naast de naam Juda, dat is aanduiding van de 2 stammen.

‘Jakob verwisselde zijn handen toen hij Manasse en Efraïm zegende.’

Dat was een daad van geloof van Jakob. En hij wist door geloof, dat de
zegen naar Efraïm moest gaan. Dat liep dus door, later toen het land ver-
deeld was onder de 2 en de 10 stammen. Uiteindelijk zal het wel 1 kudde
zijn met 1 grote Herder; de huizen Juda en Israël zullen samengevoegd
worden onder de Messias Jezus en zo hun grote opdracht gaan vervullen.
Het zal voor hen zijn: leven uit de doden!