Woord vandaag

‘He ik heb nagedacht over dat Hij een ontoegankelijk licht bewoont.
Zullen wij daar ook zijn?’

In feite zijn wij met Hem daar nu al geplaatst. Wij zijn volgens Efeziërs
met Hem gezet aan Gods rechter(hand). Dat is de plaats van macht. On-
gelooflijk eigenlijk, het is de bestemming van het lichaam van Christus.
Dat Hij nu daar woont, in dat ontoegankelijk licht, betekent dat wij daar
geestelijk gezien nu al gezet zijn. Dat staat niet letterlijk in 1 Timotheüs
6, maar blijkt uit Efeziërs 1-3. En later zullen wij net als de Heer zijn!

‘Dan zullen wij net zo’n licht uitstralen als Hij zelf nu uitstraalt?’

Dat is in feite wat je kunt zeggen. Het licht waar Saulus 3 dagen blind
van was, dat licht zullen ook wij uitstralen. Christus is nu de afstraling
van Gods heerlijkheid (Hebreeën 1:1-3), de afdruk van Zijn wezen. Dat
zullen wij ook uitstralen, Gods heerlijkheid! Dat is de toekomst van ons
als de leden van Christus’ lichaam. Overmaat van genade! Laten wij
God danken voor die heerlijkheid, nu al en voor wat Hij gaat geven in
de nabije toekomst.

‘Het staat eigenlijk ook in Filippenzen 3:20,21?’

Ja, daar staat ook iets bijzonders. Hij, onze Heer Jezus Christus, zal ons
vernederd lichaam omzetten, gelijkvormig aan Zijn heerlijkheidslichaam.
Dat laatste: gelijkvormig aan Zijn heerlijkheidslichaam, houdt onder meer
in dat ook wij onsterfelijkheid hebben ontvangen. Dat zegt 1 Corinthiërs
15. Bij onze verandering, als de laatste bazuinstoot klinkt, zullen wij on-
sterfelijkheid ontvangen. Als wij bij Hem zijn, boven, dan zal ons lichaam
net zo’n heerlijkheid hebben als dat van Hem! Wat een genade!   

Woord vandaag

‘Mooi type van de Heer, die David, waar het zondag over ging!’

David was zich bewust van wie God is. Hij kende Hem als zijn Schepper
en Redder, hoewel hij niets heeft kunnen weten van het kruis en de ge-
volgen daarvan. Maar Hij kende Ieue (Jahweh) wel als degene, die hem
vasthield en bij Wie hij terecht kon in moeilijke situaties. Hij kwam best
regelmatig in grote problemen, ook door zijn eigen familie. God heeft
hem nooit laten vallen. David wist in geloof dat hij het bij Ieue moest
zoeken, die liet hem niet los!

‘En zo leefde de Heer ook?’

Ja, ook de Heer was een gelovige. We lezen bij Paulus over het geloof
van Jezus, het geloof van Christus, het geloof van Jezus Christus. Dat is
de grond van onze rechtvaardiging. De Heer zag op tegen het kruis en
alles wat dat voor Hem zou betekenen. Maar Hij keek in geloof naar
wat ging komen. Hij wist zeker dat Vader Hem zou opwekken uit de
dood en tussen de doden uit. Op de derde dag en Vader deed dat ook.

‘Getuigde David profetisch van de opstanding van Christus?’

Zeker weten. In Psalm 16 in elk geval, want dat paste Petrus door de
heilige geest gedreven toe op de Opgestane. God maakte Hem het pad
van het leven bekend. Vanaf dat moment was het voor de Zoon:

volheid van vreugde is voor Uw aangezicht                      
welbehagen in Uw rechterhand, voortdurend                      (Psalm 16:10)

Een heel bijzonder woord over de opstanding en levendmaking van
Hem, die in het graf geen verderf zag. De opstandingen van het doch-
tertje van Jaïrus, de jongeling van Naïn en Lazarus waren slechts typen
van de ware opstanding: die van Jezus Christus. Hij is de enige die nu
onsterfelijkheid heeft en bewoont een ontoegankelijk licht!

Woord vandaag

‘Wat een fundament hebben wij in Hem!’

Nou, zoals David Hem kende als zijn Rots, zo kennen wij Christus Jezus
als ons fundament. Zijn woorden door de brieven van Paulus heen zijn
voor ons geest en leven. Hij spreekt dat levendmakende woord in ons,
dat zo’n verfrissende werking in onze geest heeft. Dat werkt zich vervol-
gens uit in de ziel, in ons gevoelsleven en emoties. Als die laatste twee
onder de geest staan, dan is dat een aanduiding van Gods werking.

‘Ja we staan in geloof in Hem, die ons liefheeft.’

Geweldig, en het geeft een vaste richting en wijzing in ons leven. Hij
zal doen, steeds weer, boven wat wij verzoeken of bidden. In Efeziërs 3
zegt de tekst, dat Hij oneindig veel meer kan doen dan ons verlangen.
Vader werkt alles exact volgens Zijn plan uit. Hij is het, die ons leven
richting en vastheid geeft. Zonder Hem kunnen  we in feite niets doen,
net zoals de Heer tegen Zijn discipelen zei: ‘zonder Mij kunnen jullie
niets doen.’ Dit gaf een flinke duw tegen hun trots. Het feit, dat Vader
dat aan ons duidelijk maakt, zet onze hoogmoed aan de kant.

‘We zijn met Hem gekruisigd.’

Ja, het kruis! Dat maakt een einde aan de eigendunk en waan van de
mens. Voordat de werkelijke boodschap van het kruis goed diep door-
dringt in de mens, moet God ons soms flink wakker schudden als het
ware. Zo veel mensen lopen in een waan, dat zij het allemaal kunnen
maken in het leven. Zij hebben geen idee, dat elke ademhaling die
zij kunnen doen, van God gegeven is. Hij heeft allen onuitsprekelijk lief
en zij waarderen Zijn liefde niet of nauwelijks. Laten wij Hem dagelijks
danken voor Zijn onmetelijke liefde.

Woord vandaag

‘We hebben geloof van God ontvangen, dat is eigenlijk een wonder.’

Juist door het geloof leven wij. De rechtvaardige zal uit geloof leven,
lezen we een keer of vier in de Schrift. Wij leven uit geloof van Jezus
Christus. Zoals de fijne woorden uit Romeinen 5:1 dat zeggen:

Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God, door
onze Heer Jezus Christus

Dit is een woord voor onze wapenrusting van God. De uitspraken waar
Paulus naar wijst in Efeziërs 6. We hebben te maken met geestelijke
machten van de boosheid te midden van de hemelingen. Die sturen
vurige pijlen op ons af. Die willen onze gedachten beïnvloeden en af-
leiden van wat God ons in Christus Jezus geschonken heeft.

‘Het gaat om een geestelijke strijd?’

Zeker. We hebben nu Efeziërs 1-3 bestudeerd en misschien is voor ons
wel voor het eerst duidelijk geworden dat wij een hemels lotdeel heb-
ben ontvangen. Als wij in de geest daarop onze plaats hebben ingeno-
men, komen wij in de strijd. Een geestelijke strijd. De geestelijke mach-
ten willen ons afhelpen van het genieten van dit lotdeel. Daar hebben
zij allerlei methodes voor. Eén van de methodieken is, ons te doen twij-
felen aan de waarheid van het woord van God. Dat deed de slang bij
Eva al. En vandaag is zijn manier niet veranderd.

‘Zoals Abraham niet twijfelde door ongeloof?’

Ja. Er kunnen ons allerlei vervelende gedachten binnenvallen. Die willen
ons geestelijk leven verhinderen, afbreken, bemoeilijken. Die soms meest
vreemde gedachten zijn niet waar. Als we die hebben, zijn we niet schuldig,
maar er is sprake van geestelijke strijd. We zijn niet schuldig, want Romei-
nen 5:1 zegt dat wij gerechtvaardigd zijn uit het geloof van Jezus Christus.
En Romeinen 8:1 zegt, dat er geen veroordeling is voor hen die in Christus
Jezus zijn. Dus zijn we niet schuldig bij soms vreemde gedachten die door
ons heen kunnen gaan. We blijven staan op geloof, op de Rots die Hij is!  

 

Woord vandaag

‘De heerlijkheid die ons wacht, dat is waar we erg naar uitkijken.’

God is onze Redder, precies op tijd. Hij heeft ons lief en zal ons nooit
begeven of verlaten. Onze emoties en gevoelens kunnen heftig zijn
in moeilijke situaties, toch is God onze Redder. Hij heeft ons lief en
als Zijn zonen zijn wij bijzonder begenadigd in de Geliefde. Al de zegen
die Hij ontving van de Vader is ook de onze, omdat wij in Hem zijn.
In onszelf hebben we nergens recht op. Hij geeft ons mild en overvloe-
dig wat nodig is.

‘Paulus is toch wel een voorbeeld voor ons.’

Hij brengt ook zeer aansprekende voorbeelden naar voren. Het is de
moeite waard om te kijken naar hen die in geloof leefden. En ze hebben
dat gedaan met een geweldige verwachting, die ze hadden door de ge-
geven beloften van God. Soms liep het verkeerd af, bijvoorbeeld bij
Abel, die door zijn broer Kaïn uit jaloersheid doodgeslagen werd. Zijn
naam zegt al iets over de activiteiten van de mens: die zijn ijdel, leeg
en stellen voor God niets voor.

‘Daarom komt er een gericht over Kaïn, met zijn religie als godsdienst.’

Jawel, God prijst een Abraham door Romeinen 4 heen. Daar staat, dat
Abraham God de heerlijkheid gaf. Hoe? Door niet te twijfelen uit onge-
loof, maar aan de beloften van God vast te houden
. Hij overwoog zelfs

dat God Izaak uit doden kon opwekken. Hij geloofde, dat de kracht van
God zelfs sterker was dan de dood zelf. Abraham prees in feite God in
Zijn kracht en liefde!