‘De redding kwam door Jezus Christus.’
Adam is een type van Hem die komen zou (Romeinen
5:14). De laatste Adam werd tot een levendmakende
geest (1 Corinthiërs 15:45), in tegenstelling tot de
Adam, die tot een levende ziel werd. Nadat de mens
had gezondigd, werd de toegang tot de boom van het
leven versperd door de cherubs. Zodat de mens uit-
eindelijk moest sterven.
‘Jezus Christus verdiende dat niet.’
Toch moest ook Hij de dood ondergaan, zelfs die van
het kruis. Dat geeft zin aan Gods plan van eonen. Daar-
door kon God Zijn liefde, genade en heerlijkheid tonen.
De redding voor de mens ligt in het leven na de dood.
Door de opstanding van Christus is de garantie afgege-
ven, dat er leven is na de dood.
‘Ook voor Adam en Eva?’
Dat is het goede nieuws, dat de apostel Paulus bekend
mocht maken. Op Gods tijd, dat wel. Zowel de opstan-
ding en levendmaking van Adam en Eva als het mogen
herauten van die boodschap. Het gebeurt alles op Gods
tijd, God heeft de tijden in Zijn hand. God is de Redder,
en Hij bepaalt wanneer de mensen levendgemaakt wor-
den. Maar dat is wel uiteindelijk voor allen.