Woord vandaag

‘Zo zijn er diverse redenen aan te wijzen waarom men Paulus verliet.’

Ook vandaag. De breedte van de christenheid erkent de werkelijke
boodschap die Paulus bracht, niet. Men maakt er soms een ingewikkeld
dogmatisch geheel van. Men denkt dat Paulus dit of dat leerde en dat
heeft men vervat in dikke dogmatieken. Ook in de geloofsbelijdenissen
zit vaak taaie dwaling verwerkt.

‘Zoals?’

Vind je in een van de geloofsbelijdenissen van de kerken ooit iets terug
van een hemelse bediening van het lichaam van Christus? Nee! Dat wil
niet zeggen dat zij, die dat door genade hebben leren zien, fout zitten. In
de regel is het zo, dat de meerderheid ernaast zit als het om waarheden
van de Schriften gaat. Verborgenheden? Ze bleven dat voor de grootste
meerderheid van de christenheid. God de Redder van alle mensen? Het
wordt stelselmatig ontkend en bestreden door de christenheid.

‘Maar, er lijkt vandaag de dag verlegenheid in kerken rond dat laatste
thema.’

André Piet (goedbericht.nl) wijdde er onlangs een goede, scherpe blog
aan. Juist als men de richting op lijkt te schuiven van de geweldige
boodschap van genade, moet je oppassen. De geloofsbelijdenis (artikel
37 NGB!) wordt niet aangepast.
Pas als men de belijdenis aanpast ga ik misschien denken dat men van
gedachten is veranderd, en de belijdenis heeft aangepast aan de Schrift
en niet andersom. De dominees en kerkenraden en synodes en profes-
soren zijn met handen en voeten en vooral mond gebonden aan de ge-
loofsbelijdenis!

‘Ik kan niet anders dan het met je eens zijn. Het is een feit.’

Zij moeten voor hun reputatie (inkomen) oppassen. Daarom gaan do-
minees en professoren die er anders over denken pas na hun emeritaat
erover schrijven. Dat ze dan minder preekbeurten (€) krijgen, moeten
ze maar op de koop toe nemen. Wijlen Jan Bonda schreef er over. Hij werd
opvallend gesteund door diverse professoren, want die weten best wel hoe
het zit. Als je met hen de belijdenissen opzij schuift en de grondtekst gaat
lezen, dan weten zij dat zij moeten erkennen dat de boodschap van de red-
ding van allen waar is! Het getuigenis van de Schrift is, dat God de Redder
van alle mensen is, in het bijzonder van de gelovigen. Paulus zegt dat zon-
der een ‘ja maar’ of een ander voorbehoud. Dát geloven wij en dát is de
boodschap van Gods genade!

Woord vandaag

‘Paulus was al tijdens zijn leven een eenzame geworden.’

Aan het einde was alleen Lucas nog bij hem, Lucas, de arts. Zo voorzag God
in een geneesheer toen de apostel het levenseinde zag naderen. Er waren
toen niet veel getrouwe broeders meer, die de oud geworden apostel nog
volgden. Hij constateert met verdriet, dat ‘allen in Asia van hem afgekeerd
werden’. Van wie? Paulus! Misschien zeiden de mensen toen wel: ‘Nee,
maar het gaat om de woorden van Jezus zelf’.

‘Dat hoor je ook nu wel. Men heeft de woorden van Jezus liever dan die
van Paulus.’

Het is een schijntegenstelling die subtiel wordt geschapen. Een tegenstel-
ling die er dus niet is, want de woorden van Paulus zijn net zo door God
geïnspireerd als die van de Heer Jezus op aarde. Daarbij zouden wij  wel
bedenken, dat Paulus in 2 Corinthiërs 5 opmerkt, dat wij elkaar (…) niet
meer naar het vlees kennen, en indien wij ook Christus naar het vlees ge-
kend hebben, thans niet meer.

Christus naar het vlees kennen, dat betekent: Hij, die op aarde rondwan-
delde en steeds met de Naam Jezus genoemd werd?’

Ja, en dat was vóór het kruis. Na Zijn opwekking uit de dood en uit de doden
was Hij Christus en specifiek Christus Jezus. ‘In Christus Jezus’ is dan ook
een speciale aanduiding van de bijzondere geestelijke status die de leden van
Zijn lichaam hebben. Zij zijn ‘in Christus Jezus’ en zijn schatrijk met hemelse,
geestelijke zegeningen. Zij hebben een hemelse toekomst.

‘Waren deze dingen de reden, dat Paulus eenzaam was aan het einde?’

Als je het mij vraagt wel. Het evangelie is niet naar de mens. Genade is niet zo-
als de mens graag wil. Hij wil werken, er iets voor doen, maar dat gaat niet.
Want het gratis, voor niets, het valt je toe, je ontvangt het om niet. Het is Zijn
werk. Dat is geen mensgericht evangelie, dat is op God gericht goed nieuws!
Het eert Hem, van wie wij álles ontvangen: God, en Zijn geliefde Zoon!
Dat was voor de bejaarde apostel voldoende. Met een enorm uitzicht!

Woord vandaag

‘Die hemelse roeping, hadden de gelovigen uit Israël daar ook deel aan?’

In de tijd, dat Paulus predikte, waren er uit de Hebreeën, die Paulus’
prediking hoorden, dat geloofden en zo deel kregen aan het gezamen-
lijk-lichaam. Bedenk, dat Paulus zelf ook een Hebreeër uit de Hebreeën
was (Filippenzen 3:5). Zij worden in Hebreeën 3:1 aangesproken als zij,
die deel hebben aan de hemelse roeping. Ook daar wordt hetzelfde be-
grip in het Grieks (epouranion) gebruikt als in Efeziërs 1:3, 20; 2:6; 3:10
en 6:12.

‘Paulus had zelf deel aan het hemels koninkrijk?’

Jawel, dat zegt hij in 2 Timotheüs 4:18. Ook daar gebruikt hij het Griekse
begrip wat ik daarnet noemde. Daarmee bedoelt hij dus niet het konin-
krijk dat uit de hemelen op de aarde komt.
De uitdrukking ‘koninkrijk
van de hemelen’ komt alleen in Mattheüs voor. Daarmee sluit Mattheüs
precies aan bij Daniël 2:44 onder andere, waarin Daniël aangeeft, dat de
God van de hemelen een koninkrijk zal oprichten, dat gedurende de eo-
nen niet meer te gronde zal gaan.

‘Waarom hoor je deze dingen niet in de kerken van vandaag?’

Omdat men al in een zeer vroeg stadium van Paulus werd afgekeerd. Slechts
weinigen bleven hem en vooral zijn boodschap volgen. Velen gingen zich
richten op de aarde en het verdere gevolg werd merkbaar, de kerk ging zich
zien als het geestelijk Israël. Daardoor kon het niet uitblijven dat de kerk
zich in de plaats van Israël ging stellen. Het volk was definitief verworpen
door God, dacht de kerk. Maar dan had men Romeinen 9-11 niet goed bestu-
deerd. Daar staat in dat God Zijn volk niet verstoten heeft.

‘Men heeft dus Paulus al snel verlaten met alle gevolgen die dat had.’

Daarom is het een grote verwarring op alle enigszins belangrijke punten
van de heilige Schrift. Ook de eeuwige verlorenheid van de ongelovigen is
zo’n punt waarin de kerk de Schrift heeft losgelaten. De leer van de eeuwige
pijn of de eeuwige hellestraf staat niet in de Schrift. Het heeft geleid tot heel
veel angst, pijn, psychische problemen et cetera.

‘Ik ben ontzettend blij, dat dat uit mijn denken is verdwenen.’

De tegenwerker is er daardoor in geslaagd een schaduw op Gods heerlijkheid
te werpen, en het evangelie van genade om te draaien in een evangelie van
werken. Soms mooi verkapt en verpakt in prachtige bewoordingen, maar het
is zuurdesem, gist. Daarom is deze tijd zo bijzonder, dat de werkelijke bood-
schap van de Schrift op tafel komt. God ís de Redder van alle mensen, en Zijn
verzoeningswerk strekt zich uit over heel de schepping!

woord vandaag

‘Het is vandaag 10 jaar geleden dat de Twin Towers in New York instortten.’

Men werd toen wakker geschud, althans dat had je kunnen verwachten.
Merkwaardig genoeg zag je ineens in samenkomsten mensen weer komen
die je jaren niet gezien had. Het kon ook bijna niet anders, want het rustige,
veilig lijkende leventje in de Westerse wereld met al zijn weelde en luxe
werd opgeschrikt door deze grote gebeurtenis. Toen alles langzaam tot be-
daren kwam gingen mensen weer over tot hun gewone leventje van alledag.

‘Maar de gelovigen dan?’

Voor gelovigen kon het een bewijs zijn van dat wat zij allang wisten, dat het
allemaal niet zo vast en zeker hier op aarde is. Dat de dingen wankel en in
feite onzeker zijn. Je zag inderdaad hierdoor dat enkelen uit hun geestelijke
slaap wakker waren geworden. Alleen dutten zij weer na verloop van
tijd in. De dagelijkse beslommeringen en genoegens werden weer opgepakt.

‘Er zit onder de oppervlakte meer bij jou, merk ik.’

Laten we het bij Paulus houden, het is hier niet de plaats om op de achter-
gronden van dat gebeuren daar dieper in te gaan. Laat ik volstaan met de op-
merking dat heel de wereld in het boze ligt, wij leven in een boze aioon, en de
boze is tegelijkertijd de vader van de leugen. Dus wat uit de wereld op ons af
komt zal niet altijd de waarheid zijn.

‘En wat zegt Paulus dan van dit soort dingen?’

Hij zegt dat velen (veel christenen, veel gelovigen) gevangen zitten in de val-
strik van de tegenwerker (2 Timotheüs 2:24-26). Die valstrik heeft veel vor-
men. In elk geval blijkt dat uit oppositie tegen de boodschap die Paulus bracht.
In dezelfde brief merkt hij op, dat allen in (de provincie) Asia van hem afgekeerd
werden. Zij werden van hem afgekeerd. In 2:24-26 staat door wie.
De tegenwerker. Oftewel de oude slang, die de draak van de eindtijd is. Hij heeft
twee belangrijke tactieken: filosofie (heel interessant) en religie (heel mooi, al
die werken).

‘We staan vandaag weer op scherp?’

Paulus moest altijd nuchter, scherp en rechtuit zijn. Hij werd voortdurend aan-
gevallen, door hen die filosofie (wijsbegeerte) aanhingen en door de religieuzen,
die werken van het vlees (misschien heel vroom) nastreefden. Paulus zegt, nu
maar weer een ouder woord gebruiken, dat het ‘ijdele verleiding’ is. IJdel = leeg,
inhoudsloos en daarom zonder nut want niet tot opbouw van de gemeente.
Hét Kolossenzen-antwoord is: Christus!


Woord vandaag

‘Zeg, dat hemels burgerschap, is dat niet ontzettend moeilijk om
daarmee op aarde te leven?’

Je hebt een heel andere kijk op de dingen. Je gezindheid is anders. Je
bent je bewust van het feit, dat je in de diepste zin er niet meer bij hoort.
Nu is het echter nog dienen wat de klok slaat. Regeren met Hem komt
later aan de orde. Niet op aarde, want dat zal Israël met Jezus Christus
samen doen. Over de volkeren.

‘En wij dus in de hemelen over de hemelse machten en krachten?’

Jawel, en dan samen met, oftewel onder leiding van Hem. Hij, Christus
Jezus, is het hoofd. Het hoofd van een mens bestuurt het hele lichaam.
Zo leidt en bestuurt Hij nu dat deel van het lichaam wat nu leeft. Straks
in volheid, als alle in Christus gestorven gelovigen opgewekt en levend-
gemaakt zullen zijn en gezamenlijk met allen die leven bij de bazuin van
God weggerukt (met kracht weggenomen) zijn van de aarde. Zij hebben
allen Hem ontmoet in de lucht en nadat al het hooi, stro en hout verbrand
is bij de bema (erepodium, NBG foutief: rechterstoel), worden zij allen
door Hem ingezet.

‘Wat een uitzicht hebben wij toch. Geweldig!’

Het is inderdaad bijna niet te vatten, wat een groots werk wij mogen zijn
voor Hem, en Hij zal door ons Zijn genade in mildheid tonen aan al die
hemelingen. Wij worden erop uitgestuurd om aan hen Gods liefde in
Christus Jezus (waar niets ons van kan scheiden) bekend te maken. En dat
niet alleen, wij worden ingezet om al die hemelingen de knieën te doen
buigen voor Hem!

‘Ja, volgens Filippenzen gaat het daar op uitlopen.’

Alle tong zal belijden, en dat van harte, dat Jezus Christus Heer is. Dat is
ontegenzeglijk wat Paulus daar heeft genoteerd onder leiding van God, door
Zijn geest. Ieder die dat ontkent, zit naast de waarheid. Het is tot verheerlij-
king van God, de Vader. Wij zijn nu al tot lofprijs van Zijn heerlijkheid en
tot lofprijs van de heerlijkheid van Zijn genade. Wat een toekomst en wat
een heerlijkheid voor de gemeente die Zijn lichaam is!

‘Geweldig, je komt er elke dag weer een stapje dichterbij.’

Degenen die denken: ‘het zal mijn  tijd wel duren’ zitten er vreselijk naast. Dat
kon nog wel eens heel anders uitpakken dan zij denken. De belofte van Zijn
terugkeer is net zo vast als die van het knieën buigen van alle schepselen en het
belijden met de tong dat Hij Heer is. Wat een genade dat wij dat nu al belijden.
Het is een machtige toekomst, ver boven al ons bidden en denken uit.